| |
Request ten behoeve der papegaijen.
Myne Heeren!
Daar thans elk een in zynen kring bezig is, de bezwaaren tegen ingesloopen abuizen te opperen, en middelen tot grondwettige herstelling voortestellen; kan ik ook niet langer de algemeene klaagstem der gevangenen van 't gevederde volk smooren, noch vooral voor de voorspraak myner gezellige gunstelingen, begaan met het droevig noodlot wel der meesten hunner land- en natuurgenooten alhier, dewelke, als zy uit hun vaderland Guinee of America, gelyk slaaven tot ons zyn overgevoerd, tot eenen eeuwigen kerker, soberen kost, en averechtsche behandeling gedoemd worden, de ooren stoppen. - Neen maar, myne Heeren, sedert ik in UWEds. Mengelwerk de beschryving der Papagaijen van den Heer de buffon, doch daar by niets, derzelver onderhoud in Kouwen betreffende ontmoette: heb ik gedagt UWelEd. voor hen een Request en Declaratoir te moeten aanbieden, 't geen my, uit mededoogen met den algemeenen toestand hunner medgezellen, en uit erkentenis des gunstigen deels, 't geen den mynen by ondervinding is toegevallen, opgedragen is, of 't strekken mogte, om de overige lyfïgenaars huns gelyken van vooröordeel te zuiveren, en derzelver leeven en gevangen staat by hunne Despoten draagelyker te maaken niet alleen, maar zelfs aangenaam; in 't vertrouwen, dat UWelEd. met deezen te plaatsen en dus bekend te maaken, uwen leezeren en anedere bezitteren van zulke lieve snappers wezendlyken dienst doen zult. -
| |
| |
Ingevolge hiervan dan:
Hebben Supplianten met alle hunne bekende welspreekendheid, voortedraagen: hoe UWelEd. de gewoone, slegte manier met onbewust zyn kan van dezelve, als zeer oud kunnende worden, jaaren agter een in de, hoe pragtige, kouwen optesluiten, strydig tegen hunne natuurlyke vryheid; hoe zy aldaar zelden iets anders, dan het, in water gedoopte, en styf uitgedrukte witte of tarwenbrood ontsangen; en hoe 'er naauw zorg gedraagen word, dat zy nooit water, of eenige vettigheid, bekomen kunnen; geevende men, hoewel ten onregte, voor, dat het eene onnodig zy, en 't andere de vederen uit doe vallen. Hoe wyders zommige hunner geweldenaars zelfs zo ver gaan, dat ze hen, die uit warme gewesten herkomstig zyn, een onontbeerlyk dekzel weigeren; zo dat zy, vooral 's nagts en 's winters, ongedekt moeten blyven; onder voorwendzel, dat zy 't zelve, (gelyk wel is waar, door zommigen van hen, uit gebrek. verlegenheid, of wanhoopende dorst geschied is) in stukken byten, 't geen toch door eenen Beugel rond om de Kouw kan voorgekomen worden. Hoe anderen integendeel, om hun klaagend geschreeuw te onderdrukken, over dag hen toedekken, en met onbillyke duisternis straffen. Hoe verder veele slordige vrouwen hun, die uit der aart zeer viesch en zindelyk zyn, weeken agtereen, zonder de Kouwen schoonte maaken, by de vuilnis laten zitten, 't welk ongezond is. - Ja, hoe hunne wreede monsters zig niet ontzien, hun te slaan, 't welk hun langduurigen wrok, haat en wraakzugt doet koesteren; of ook door vertooning van allerlei mislyke en ongewoone dingen verschrikt en bevreesd maaken, als waardoor hen niet zelden de vallende ziekte overkomt.
Alle welke kwaade, verkeerde en onnatuurlyke handel wyzen tegens veele hunner medebroederen, tegen alle regt en billykheid aanloopende; en alle welke valsche vooröordeelen tegen hen, zo algemeen aangenomen, en zo diep geworteld zyn, dat veelen, schoon elk die de lieflyke huisvesting, en onderhoud van hun Suppl. als welke van alle die opgekomene ongemakken bevryd zyn, nog gezien heeft, goed moest keuren, echter nog niet hebben kunnen besluiten, dit voorbeeld na te volgen. Dit alles brengt de Suppl. in deezen in de indispensable noodzaakelykheid, hier over klagtig te vallen, en om verlichting en verzagting van derzelver dienstbaarheid te smeeken, gelyk zy doen by deezen, verklaarende:
| |
| |
1. Dat zy, en hunne natuurgenooten zo min als andere kleinere Vogels, in kouwen gekerkerd, het water ontbeeren kunnen, en dat de groene soort van hun gellagt vooral, ah nog dorstiger, dan de blaauwe, vallende, by gebrek van dien van dorst moeten schreeuwen, 't welk de groene Suppl. betuigt, by zynen voorigen meester zyn geval te zyn geweest, maar thans zulks als geheel overtollig nalaat. Ja, dat zy dit vogt zo zeer beminnen, dat zy, even als al ander Pluimgedierte van tyd tot tyd zig gaarne wasschen; want, wanneer zy, op den vloer komende, een kom waters ontmoeten, vermaaken zy zig, en geeven de aanschouwers, by uitstek, hun genoegen, met praaten, huppelen, spatten en klapwieken te kennen.
2. Dat zy voortaan dan ook geen geweekt brood, by hun drinken van schoon water, behoevende, daar van gaarne ontheven willen zyn, en hunne oppasseren die moeite bespaaren; te meer, daar die kost, als klei wordende, hen te zwaar te verteeren valt, en vooral's zomers ligt zuur, dus te ongezond is. Waar by nog komt, dat zy het drooge tarwenbrood, een stuk beschuit of kraakeling veel liever, en op eene veel deftiger wyze, gelyk de Aap, (om zig niet by den mensch te vergelyken,) uit de poot eeten, dan met het paard aan de Kribbe te staan. Dan allernatuurlykst met hunne vaderlandsche spyze overeenkomende, en hen dus alleraangenaamst, is hun de Turkze- of Roomsche Weite, hard gedroogd, die de weldaadige meestereste der Suppl. voor deeze haare beminde Lorretjes expres laat planten; hoewel opgemelde groene zelfs allerleije gestoofde groenten uit de dagelyksche pot, behalven de doodelyke pieterselie, mede gebruikt.
3. Dat de Suppl. verder, tot roem der goedaartigheid hunner weldoenster, moeten bekend maaken, en ter naarvolging aanpryzen, hoe dat zy beide, zo blaauwe als groene, 's morgens, tot hun ontbyt, een stuk boterhams van enkel witte of ook wel van half gebuild roggenbrood, met boter ontfangen; waar naar zy al vroeg een reikhalzend verlangen betoonen; daar zulks hunne zo geachte pluimagie voedt, zo dat zy minder daaraan pluizen en uitplukken dan andere ongelukkiger Papegaijen, die de drooge penschagten uit het vel niet kwyt raaken kunnen. Waarom de Suppl. dit in 't byzonder voor hunne natuurgenooten instantelyk zyn verzoekende, op dat hen daar door 't ruijen of verpluimen allengs gemakkelyker vallen, en zy nooit byna geheel naakt worden; maar hier by, gelyk zy
| |
| |
Suppl. steeds gezond, vrolyk, vriendelyk en wel te vrede blyven mogen. Ja, zo 't ook enkel gebeurde, dat zy tot bloedens toe aan eene pen hebben getrokken, dat dan de streelende hand haarer voedstervrouwe ten eersten, door eene veder of penseel met zuiveren Honig, 't beste en eenigste als nog bekende uiterlyke geneesmiddel, die wonde zalft, en herstelt.
4. Dat zy verder, als de avond valt, digt toegedekt mogen worden, waar naar zy ook begeerte toonen, zo zelfs, dat, wanneer zulks door belet wat laat verzuimd word, de groene aan 't schreeewen, en de blaauwe aan 't piepen, slaan. - En geen wonder; uit warme landen afkomstig, zyn zy voor koude ligt aandoenlyk, waarom ze ook gaarne verlof hadden, om 's winters op een kruk, in eenen hoek van den warmen haard, of op den schoot, als in een nestje te mogen zitten. Eindelyk
5. Dat hen toegelaaten worde, nu en dan eens vry te mogen wandelen op den vloer, om niet krom en styf te worden; dat zy wel bekeeven, maar nooit met slagen gekastyd; dat zy nooit bang of verschrikt gemaakt, maar steeds zagtzinnig behandeld, en dat hunne kouwen alle morgens gereinigd mogen worden. Alle deeze gewenschte voorregten zyn, de Suppl. van de oplettende moederlyke voorzorge hunner dierbaare meestresse, al zedert 3 jaaren lang, genietende, waar voor zy haar dan ook met allerleije liefkoozingen beloonen; en waarby zy steeds welvaaren. Mogt deeze manier van Papegaaijen te houden algemeen in gebruik komen, dan zou derzelver gevangen staat daardoor verzagt, en hun byzyn genoeglyker gemaakt worden. 't Welk doende.
Ik myn oogmerk bereikt zag, met welker wensch ik ben U Wel Ed. naarstige Leezer,
V.T.
Z...den 22 November 1786.
P.S. [Van allerlei Gebak, gekookte Gort, Erwten en inzonderheid Aardarpelen, zyn zy groote liefhebbers, en die doen hun geen kwaad. Tot hunne gezondheid dient eene maatige toereiking van allerlei Fruit of Slaa, dan hebbenze geen Water of Vettigheid noodig: en tot Remedie, als zy hier door wat weeklyvig worden, of te dunnen afgang hebben, wat drooge Ryst of Amandelen. Uit ondervinding en Speciaale zugt tot verzagting van het lot deezer ongelukkige, buiten hunne schuld, op Brood zonder water gevangen zittende beklaagenswaardige Supplianten, hierby gevoegd.]
|
|