Een zeker Historieschryver, onder de Grieken, heeft zeer wel gezegd: ‘Dat de Wet het sterkste Bolwerk is, wanneer zy de Overheid onder zich heeft -’ En waarlyk, overal, waar de Overheden boven de wetten zyn, en over dezelve heerschen, aldaar zyn de Leden eener Maatschappy ongelukkig, en het Gemeenebest slaat bloot aan allerleie verderselyke, en rampspoedige gevolgen. Het behoud en de welvaard van een Land toch hangt af van de stipte onderhouding van derzelver Wetten; daar de minste overtreding de eerste stap is tot eene willekeurige heerschappy, en den grond legt tot ondraaglyke Tiranny. - Overal, waar men het Gemeenebest naar derzelver vast bepaalde Wetten bestiert, aldaar kent men geene Slaverny; maar de Slaassche Ketens moet men dragen, in alle Staten of Gemeenebesten, waar de Overheden over de Wetten heerschen.
Terwyl de menschen over de kortheid des levens klagen, woelen ze, welk eene onbezonnenheid! op de wereld, als of ze 'er altoos zouden blyven. Men maakt ontwerpen, even als of men de wereld nooit zou verlaten: en in het midden van al ons woelen, komt de dood en neemt ons weg.
De byzonderheden, de menigerleie veranderingen, gebeurtenissen, wisselvalligheden, en toevallen, welken 'er plaats hebben in 's menschen leven, zyn zo verbazend, zo menigvuldig veelen, dat het boven het bereik van 't menschlyk vermogen gaat, om dezelve in orde op te zamelen. Dan alle deze menigvuldige veranderingen, gebeurtenissen en byzonderheden dragen niet slegts alle kenmerken van 's menschen vergankelykheid, em die van al het ondermaansche: maar ze duiden vooral aan de onzekerheid onzes levens, en de wankelbaarheid onzes beslaans hier op aarde.
Al wie zaken van belang, zaken van groot gewigt, te schielyk begint, en met overhaasting ten einde wil brengen, handelt dwaaslyk, en bederft doorgaans de beste voornemens. - Al waren de oogmerken, welke men heeft, nog zo goed, en de einden, welke men poogt te bereiken, nog zo heilzaam, ze kunnen nogthans, door overhaasting, of eenen verkeerden aanleg, bedorven worden. - Daarom moeten alle zulke zaken, welke van groot gewigt, welke van veel aanbelang zyn, voor dat men ze begint, eerst rypelyk gewikt, en verstandig overwogen worden; daar benevens moet men zich, in dezelve voort te zetten, voor alle overhaasting wagten; om dat men eene goede wel aangelegde zaak, door overhaasting, nog heel ligt bederven kan.