Cephalide, door J.E. de witte, Junior. In 's Hage by J.A. van Drecht, 1786. Buiten het Voorbericht, 216 bl. In 8vo.
J.E. de Witte Junior, uit hoofde van zyn ongelukkig lot, by den Nederlander genoegzaam bekend, heeft in zyne gevangenis deezen sentimenteelen Roman geschreeven: agter de Cephalide volgt eene Geschiedenis van Timantes, in denzelfden smaak, en eindelyk eenige Versjes. 't Valt ons zeer ligt te begrypen, dat een zo ongelukkig Jongeling, in de sentimenteele Geschriften van deezen tyd groot genoegen vindt, vooral, indien hy van een gestel is, gelyk hy in deeze Stukjes duidelyk kentekent te zyn. Meermaalen hebben wy reeds onze gevoelens over het sentimenteele gezegd, en hier zou het eenigzins hard weezen, het Geschrift van eenen gevangenen, wiens omstandigheden, zo eenige, die sombere schryfwyze billyken, met die rechtmaatige strengheid te beoordeelen, als wy ons anders aan den smaak der Natie verpligt rekenen. Daarom, de smaak van het overgedreeven gevoel, in dit Stukje heerschende, daar laatende, zullen wy alleen aanmerken, dat dit Geschrift allerwege de geschiktheid aantoont, die de Schryver bezit tot het vervaardigen van Werkjes van vernuft en smaak. Indien de Schryver de kiesche netheid, en dat waarlyk kragtige zommiger onzer Dichteren weet af te zien, twyfelen wy niet, of hy zal zynen tyd in de gevangenis, tot nut en vermaak zyner Landgenooten, besteeden.
NB Deeze Cephalide is ook reeds in 't Fransch vertaald, door j.w. curten. En wordt uitgegeeven, a la Haye, chez L. Gautier, Junior. 192. pp. in 8vo.