zien en betreuren, en dus reeds lange gewenscht hadden dat men de geschillen op eene andere wyze behandelde, en de wanbegrippen zogt weg te neemen, zonder de driften op te wekken en de gemoederen meer te ontrusten. Zy zyn gewisseld tusschen twee Vrienden, die wel op eene verschillende wyze ten opzichte van den tegenwoordigen staat van ons Land denken, echter zonder eenige andere inzichten, dan om zo veel mogelyk de waarheid en zodanige middelen uit te vinden, welke tot bevrediging en herstelling van ons gemeenebest zouden kunnen strekken, elkander onderhouden; en zy kunnen tot een voorbeeld strekken, hoe zulks zeer wel op eene gematigde wyze kan geschieden, zonder dat door de band van vriendschap, veel min van bloedverwantschap, geheel zou behoeven gebroken te worden.
De onderwerpen der brieven, in dit eerste Stukje vervat, betreffen zo wel de mishandelingen en oorlog ons door de Engelschen aangedaan, als onze geschillen met den Keizer. Doch daar de Engelsche Oorlog reeds lange geeindigd is, en onze geschillen met den Keizer thans vereffend zyn, schynen deeze Brieven wat ontydig te komen, te meer daar zy geene nieuwe aanmerkingen behelzen, die eenig meerder licht over deeze zaaken verspreiden, dan voorheen reeds meermaalen geschied is, ten zy dezelve, gelyk ons uit het geheel ook toeschynt, slegts dienen om de oorzaak onzer geschillen uit den grond op te haalen, en dus als het ware tot eene inleiding te verstrekken voor interessanter Stukken die nog volgen moeten. Voor het overige zyn deeze Brieven in een deftigen en behaaglyken styl opgesteld, en laaten zich met vermaak leezen.