Zedelyke bedenkingen.
Men vindt Menschen, die buiten hun toedoen ongelukkig worden. - Dan gaat de Maatschappy door, en geeft wel agt op de Menschen en hunne bedryven; ik ben wel verzekerd, dat de meeste de schuld van hun ongeluk hun eigen wangedrag te wyten hebben. Vele menschen worden ongelukkig, om dat ze verwaarlozen 't geen hen gelukkig kan maken. - Zommigen worden door eene vadzige Luiheid ongelukkig, - anderen worden ongelukkig om dat ze de gelegenheid laten voorby gaan om gelukkig te worden, en deze, eens voorby zynde, keert nimmermeer te rug. - Dan de meesten nog worden ongelukkig, doordien zy hunne goederen verligtmissen, en de verderfelyke wellusten meer bejagen, dan dat ze hun eigen geluk ter harte nemen.
Die weldoet heeft niets te vrezen, luidt het spreekwoord. Dit moet nochtans met bepaling verstaan worden. - De boosheid is groot in de waereld, vaak ziet men ze de Deugd den voet op den hals zetten, en waar ze kan dezelven onderdrukken. - De boosdoeners kennen geen weldoen. - Zou men dan derzulker snoode aanslagen niet billyk mogen vrezen, schoon men anders niet naliet wel te doen?
Dat eens het verstand van zommige Menschen gelegenheid hadde, om zich te ontwikkelen, welke eerste en verstandige lieden zou men al dikwils in de Maatschappy aantreffen; - daar nu veelal het verstand verborgen blyft, uit gebrek van genoegzame gelegenheid. - De gaven worden zeer ongelyk uitgedeeld: maar de gelegenheid, om dezelve aan te kweken, niet minder. - Hoe velen verwaarlozen den tyd, daar anderen duizendmalen om zouden wenschen. - Dit is het onvolmaakte in deze Waereld.
Wanneer de menschen over het algemeen eens zo vele pogingen aanwendden, om hunne gebreken te verbeteren, en te verminderen, als zy nu doen, om die te verergeren en te vermeerderen; 'er is geen twyfel aan, of men zou meer geregeldheid onder de Menschen in de zamenleving vinden. Maar nu zyn 'er maar zeer weinigen, welke deze gelukkige kunst oefenen, en daar van daan is het, dat men zo vele ongeregeldheden in de Maatschappy ziet gebeuren, dien al dikwils, noch door de allerstrengste wetten, noch door de straffe des doods, te beteugelen zyn.
c.v.d.g.