Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijCharacterschets des hertogs van Marlborough.(Getrokken uit de Letters van chesterfield.)
Van alle Menschen, die ik gekend heb, en ik kende 'er veelen, bezat de Hertog van marlborough, 't geen men Bevalligheden noemt, in de hoogste maate; en ik durf beweeren, dat hy aan dezelve zyne verheffing verschuldigd was; hier in afwykende van die diepzinnige Geschiedschryvers, die altoos groote uitkomsten aan groote oorzaaken toeschryven. De Hertog van marlborough was niet geleerd; hy schreef slegt, en drukte, spreekende, zich nog slegter uit; hy bezat | |
[pagina 413]
| |
niets van 't geen men schitterend noemt; hy deedt geene geestige slagen; doch hy bezat verstand en veel oordeels. Deeze hoedanigheden zouden het hem niet verder hebben doen brengen, dan dat hy Page wierd der Koninginne, ten tyde van jacobus den II, indien de Bevalligheden hem niet gediend en bevorderd hadden: want, onder de Gardes geplaatst zynde, heeft de Hertoginne van Cleefland, de zo zeer begunstigde Matresse van carel den II, getroffen door zyne bevallige manieren, hem vyf duizend Ponden Sterling geschonken, voor welke hy een jaarlyks inkomen voor zyn leeven, groot vyfhonderd Ponden, zogt, van mynen Grootvader halifax. Zyne gedaante was schoon; doch zyne manieren hadden iets onwederstandelyks voor Mannen en Vrouwen. - Het was, door dit inneemend en bevallig gedrag, dat hy, geduurende de Oorlogen, waar in ny eene zo groote rol speelde, alle de kragten van het Groot Verbond, steeds tegen elkander werkende, wist te vereenigen en zamen te houden: door zyne bevallige manieren was hy in staat dezelve te vestigen op het éénig voorwerp des Oorlogs, hoe verschillend hunne inzigten, hoe groot hun onderlinge nayver, hoe sterk hunne wederzydsche beledigingen, mogten weezen. - In welk Hof hy verscheen, (en hy moest menigmaal aan de Hoven handelen,) bereikte hy zyne oogmerken. De Raadpensionaris heinsius, een agtenswaardig Staatsman, die, in staatszaaken grys geworden, de Vereenigde Gewesten veertig jaaren bestuurd hadt, liet zich geheel door den Hertog van marlborough leiden. Het Gemeenebest voelt het nogGa naar voetnoot(*). - Hy was altoos bedaard; nooit kon men de minste verandering in zyn gelaad bemerken. Meer bevalligheids en beleefdheids betoonde hy in eene gunst te weigeren, dan anderen in dezelve toe te staan: en zy, die van hem afgingen, misnoegd over de te leurstelling hunner eigenliefde, waren verrukt wegens zyn Persoon, en eenigzins getroost door de wyze op welke hy hun bejegende. - Met alle die bevalligheden, wist hy, zo goed als iemand, zyne waardigheid op de deftigste wyze op te houden. |
|