Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 147]
| |
Mengelwerk, tot fraaye letteren, konsten en weetenschappen betrekkelyk. Redenvoering, strekkende ten bewyze, dat de waarheid des christlyken godsdiensts bevestigd wordt, oor de wyze, op welke de blykbaarheden voor denzelven, worden voorgesteld.
| |
[pagina 148]
| |
Duivelkunstenaary toegeschreeven; hy bewees de ongerymdheid der betigting, en verdeedigde de kragt zyner Wonderdaaden door klaare en bondige bewysredenen. - Daarenboven toonde hy, in verscheide gelegenheden, dat zyne Wonderwerken rechtstreeksche Blykbaarheden waren van de voornaamste Leerstellingen van zynen Godsdienst, als zyne daadlyke proefbetooningen van de vermogens, welke die Leerstellingen hem toeschreeven of van dergelyke vermogens, voor zo verre zy tot zinnelyke voorwerpen konden gemaakt worden. - Dikwyls beriep hy zich, met uitdruklyke woorden, op byzondere Voorzeggingen des Ouden Verbonds, en toonde dat ze in hem vervulling bekomen hadden. - De Jooden vormden zich een zeer verkeerd denkbeeld van den Messias, en werden verhinderd om te bemerken dat jesus de Messias ware, doordien zy zommige Voorzeggingen geheel over 't hoofd zagen, en in andere zeer gewigtige omstandigheden, hem betreffende, voorby sloegen: onze Zaligmaaker wees deeze aan, en redenkavelde 'er over, om, aan den eenen kant, hun begrip van den Messias te verbeteren, en, aan den anderen kant, hunne vooroordeelen tegen hem weg te neemen. - Zy merkten in jesus zommige charactertrekken op, onbestaanbaar met hun begrip van den Messias, 't geen zy meenden uit de Propheeten opgemaakt te hebben. Hy toonde dat deeze Charactertrekken ten vollen bestaanbaar waren met de Prophetische beschryvingen van den Messias; ja dikwyls dat ze 'er in lagen opgeslooten. - Zy misten in hem eenige trekken, welke zy aan den Messias toeschreeven; hy bewees zomtyds dat hy zelve deeze trekken bezat, en, op andere tyden, dat hunne verwagting, om dezelve in den Messias aan te treffen, enkel ontstondt uit hunne onkunde van de waare meening der Propheeten. - De tegenkanting, hem gebooden, bewoog hem niet alleen om de Blykbaarheden zyner Zendinge op te helderen en aan te dringen; maar ook te verzamelen, en derzelver vereende kragt ten toon te spreiden. De Tyd ontbreekt my, om voorbeelden van alle deeze byzonderheden by te brengen, of om aan te wyzen hoe stipt en hoe eigenaartig de Apostelen in dit alles de voetstappen van hunnen Meester drukten. Ik gaa voort, om te onderzoeken, welke voordeelen de Christenheid ontleend hebbe van deeze verandering, in de wyze om de Blykbaarheden van 't zelve voor te draagen. | |
[pagina 149]
| |
Door deeze verandering is de waarheid des Christendoms onmiddelyker blykbaar, en de verdeediging van dezelve gemaklyker en korter geworden; hier door zyn groote zwaarigheden vermyd, en schynbaare tegenwerpingen voorgekomen. Christus heeft, door zo dikwyls en zo uitdruklyk zich eene Godlyke Zending toe te schryven, het onbetwistbaar gemaakt, dat hy ten oogmerk hadt zyne geheele Leer het gezag eener Godlyke Openbaaringe by te zetten. Dit is van een grooter en wyduitgestrekter invloed op de wyze om de waarheid des Christlyken Godsdiensts te onderzoeken; het doet zien, dat veele der meestschynende tegenwerpingen van de Ongeloovigen weezenlyk niets ter zaak doen; dat geene tegenwerping tegen eenige byzondere Leerstellingen des Christendoms iets betekene, of men moet toonen dat zy met geene mogelykheid waar kan weezen: de vraag alleen is, of christus, met de daad, eene Godlyke Zending hadt, en dat dit op geene andere wyze wettig kan bepaald worden, dan door een nauw onderzoek van de bygebragte stellige Blykbaarheid. Indien deeze Blykbaarheid niet rechtstreeks wederlegd worde, is zyn gezag alleen genoegzaam, om te bewyzen, dat eene Leerstelling, die in de natuur der zaake waar kan zyn, met de daad waar is; het vordert onze onbepaalde toestemming aan alles wat hy weezenlyk leeraarde. Door zyne uitdruklyke verklaaringen, wegens het oogmerk zyner Wonderdaaden, heeft hy derzelver verbond niet zyne Leere openbaar gemaakt: geen Mensch kan, eerlyk handelende, ze over 't hoofd zien of afmaalen als niets beduidende betooningen van kunde en magt. Zyn veelvuldig beroepen op de Propheeten weert alle zwaarigheid in het bepaalen, of hy zich het hoogaanzienlyk Character van den Messias toeschreef, of alleen dat eens Propheets. Ieder zwaarigheid in de Openbaaring is door de Ongeloovigen in eene tegenwerping vergroot; het Christendom laat plaats voor veele zwaarigheden open, door de wyze op welke 't zelve verkondigd is. In zekere maate is het 't geen de Ongeloovigen wenschten: is dit geen aanduiding van de waarheid der Openbaaringe? Het vordert te meer onze opmerking: dewyl dit kon plaats grypen, zonder andere groote voordeelen te verliezen, door de keurige en zonderlinge zamenvoeging van de tegenovergestelde Leerwyzen die jesus invoerde. Gelyk de wyze waar op christus zyne Zending staande hieldt, als dezelve wedersprooken werd, eenige Te- | |
[pagina 150]
| |
genwerpingen voor komt, zo weert zy andere af. Hy geeft ons zelve reden van de natuur en de kragt der Blykbaarheden, welke hy voortbragt, en zyne eigene antwoorden op verscheide Tegenwerpingen daar tegen aangevoerd. De Ongeloovigen hebben dezelve nooit wederlegd; zy hebben het nauwlyks bestaan. Is dit bestaanbaar met opregtheid? Is dit geene erkentenis van zwakheid? Zy behoorden hier mede eenen aanvang gemaakt te hebben: door dit te verwaarloozen, hebben zy eenen sterken vyand agter zich gelaaten in 't bezit van een bolwerk, 't geen zy onverwinbaar vonden: en, in gevolge hier van, zyn alle hunne vorderingen onzeker, en de behaalde voordeelen slegts schynbaar. De redenkavelingen van jesus zyn onbeantwoord gebleeven; op dezelve mogen de Christgeloovigen zich volkomen verlaaten: en in deeze vinden zy niet alleen voorbeelden hoe zy hunnen Godsdienst moeten verdeedigen; maar ook beginzels, rechtstreeks toepasselyk tot wederlegging van veele der Tegenwerpingen, veel laater tegen denzelven aangevoerd. De wyze, waar op christus te werk ging, als hy tegenstand ontmoette, geeft een nieuw bewys van de sterkte der Blykbaarheid, welke zyne Leer vergezelde. Door veelen te overtuigen, als deeze enkel was voorgesteld, oefende dezelve haare kragt, en spreidde zich daar door ten toon. Maar vooroordeel, of slegtheid van gemoedsgesteltenisse, belet dikwerf de spreekendste Blykbaarheid eenige overtuiging in 't geheel te veroorzaaken. In zulk een geval, kan de kragt der Blykbaarheid alleen door redenkaveling worden aangetoond, en deeze is in staat te bewyzen, dat dezelve allen hadt behooren te overtuigen. De Blykbaarheid, door christus voorgehouden, werd op den toets gebragt, die toets regtvaardigde dezelve: en dat geen, welks Blykbaarheid ten vollen kan verdeedigd worden door bondige bewysredenen, moet Waarheid zyn. Men ontmoet 'er veelen, die niet overtuigd kunnen worden door de bloote Blykbaarheid alleen. Ongestelden en Zieken hebben zo wel geneesmiddelen als voedzel noodig. Eenigen zyn of onoplettend of bevooroordeeld, of genegen tot twyfeling, of dermaate op redenkaveling gesteld, dat zy dezelve, in alle gevallen, eischen. De zodanigen kunnen alleen overtuigd worden door een redeneerende voordragt der Blykbaarheid. Christus trof 'er veelen aan van dien stempel; hy schikte zyne Leerwyze naar hunne | |
[pagina 151]
| |
geaartheid; hy gebruikte de natuurlyke middelen, om hun tot het Geloove te brengen. Hy deedt alles wat gedaan kon worden tot overtuiging der allerongeloovigsten. Zyn wy geen Geloof verschuldigd aan eenen Leeraar, die nimmer eenig geschikt middel ter overtuiginge ongebruikt liet? Is het geen blyk van Waarheid, dat het Euangelie door allerlei middelen kon onderschraagd worden? Maar is 'er in dit alles niets strydigs met die eenvoudigheid, welke wy, in de Oorspronglyke wyze, aanmerkten als eene sterkspreekende aanduiding van zyn Godlyk Character en Hemelsche Zending? Vinden wy hier geene verzekeringen van zyne Zending en Waardigheid, geene beroepingen op de Blykbaarheden door hem voorgesteld, geene ten toon spreidingen van dezelve, geene bedreigingen uitgezonderd tegen hun, die ze wederstonden? Maar alle deeze werden, zonder eenige uitzondering, veroorzaakt door den gebooden tegenstand: die in aanmerking neemende, vinden wy de volle oplossing. In zulke omstandigheden waren zy eigenaartig: zy waren zelfs niet meer dan naar eisch der zaaken veranderd, uitdrukkingen van de zelfde trekken welke in de Oorspronglyke wyze uitblonken. De ingebragte Tegenwerpingen gereedlyk te hooren en te beantwoorden; de blykbaarheden zyner Zendinge door redenen te verdeedigen, als derzelver kragt in twyfel werd getrokken, was zelfs noodzaaklyk, om te toonen, dat hy opregt handelde, met eene Hemelsche Zending zich toe te eigenen, en zyn eisch daar op te handhaaven. Wanneer iemands regt in twyfel getrokken wordt, het niet te verdeedigen, is het zelfde als het op te geeven. Vertoonmaaking is onbestaanbaar met waare deftigheid; maar Blykbaarheid op te klaaren, als dezelve kwaalyk begreepen is; die aan te dringen by de zodanigen, welken de kragt daar van niet voelden; te vorderen 't geen men teffens bewyst dat men verschuldigd is, kan geen Vertoonmaaking heeten; 't is die eigenaartige gemaklykheid en toegeeflykheid, zo zeer behoorende aan weezenlyke grootheid, dat de trotsheid zelve het noodig vindt dezelve aan te neemen. Een tegenovergesteld gedrag zou een alles versmaadenden hoogmoed van geest hebben aangeduid. Wy mogen. hier byvoegen, dat de aart van alle de redenkavelingen van christus, en overtuiging van waarheid, en van weezenlyke grootheid uitdrukt. Zyne redeneeringen zyn altoos ingerigt om te overtuigen, nooit om vertoon van scherpzinnigheid te maaken; zy behelzen niets laags, | |
[pagina 152]
| |
zwaks, of kunstigs; zy zyn alle kort, rechtstreeks, klaar en dringend. Bedriegers gelaaten zich het beantwoorden van Tegenwerpingen, of, in stede van dezelve op te lossen door bewysredenen, zoeken zy ze te ontwyken door enkel door zelfsvertrouwende verzekeringen, door kunstenaaryen, of, op eenen hoogen toon, te spreeken. Christus is in het verdeedigen van de Blykbaarheden zyner Zendinge, niet min dan in het Oorspronglyk opleveren derzelven, een volmaakt tegenbeeld van Bedriegers; hy heeft geen één enkele trek, of dezelve staat over tegen die der Bedriegeren, en is het mogelyk, dat hy, nogthans, een derzelven zou weezen? Indeezervoege worden, door christus verdeediging van zyne Zending, de kenmerken van Godlykheid, in zyne Oorspronglyke Leerwyze waargenomen, alleen in een nieuw licht gesteld. In de tegenstrydigste omstandigheden bewaarde hy een eenpaarig en met zichzelven bestaanbaar Character; hy veranderde alleen de wyze van doen, naar vereisch van zaaken. Listen zal iemand in staat stellen, die enkel een aangenomen Character heeft om de ontdekking te ontwyken, in eene omstandigheid, om in welke zyne rol te speelen, hy zich volkomen heeft toegerust; doch indien iemand, in eene schielyke verandering van omstandigheden, zich met dezelfde voeglykheid gedraagt, moet dit zyn weezenlyk en natuurlyk Character zyn. Over 't geheel, de wyze op welke christus van zichzelven getuigde, zo oorspronglyk, als wanneer hy tegenkanting ontmoette, levert, in veele opzigten, een sterk bewys op, dat zyn getuigenis waaragtig was. De Wyze, eigen aan een deezer omstandigheden, op zich zelve genomen, hadt eenige naa- en ook eenige voordeelen; hy heeft de eene zo gebruikt dat ze de onvolmaaktheden van de andere verhielp, en de tegenovergestelde voordeelen van beide veréénigt. Zyne geheele Handelwyze, 't zy wy dezelve beschouwen met betrekking tot de overtuiging der Menschen, of met betrekking tot het Character van een Godlyk Leeraar, is geheel volmaakt, niets ontbrak 'er aan, niets was overtollig, niets verkeerd geplaatst. 'Er legt eene voortreffelykheid in, tot nog niet opgemerkt. 't Is een gebruik maaken van de Blykbaarheid, welke de grootste kragt van Verstand en van Rede vertoont. Zonder faalen te oordeelen, wanneer de Blykbaarheid alleen moest voorgesteld, en wanneer aangedrongen, worden; niets by te brengen, dan 't geen bondig is; elk bewys, door een | |
[pagina 153]
| |
gelukkige schikking, in het treffendst licht te plaatzen; deeze eigenschap door te houden in een ommegang met de Menschen, die jaaren duurde: dit is een stap van uitmuntendheid, welke Persoonen, met geene Hemelsche verlichting bestraald, alleen na kunnen streeven, wanneer natuurlyke sterkte van geest, doordringende schranderheid van vernuft, zich vereenigd hebben met de beste middelen, om de verstandsvermogens te beschaaven en te verbeteren. Dan, noch christus, noch zyne Apostelen, hadden gelegenheid, om die bekwaamheden door natuurlyke middelen te verkrygen: zy moeten ze, derhalven, uit bovennatuurlyke oorzaaken erlangd hebben; zy moeten, gelyk zy zelve betuigden, Persoonen geweest zyn, van god gezonden en aangeblaazen. Alle deeze sterke vermoedens van Waarheid en Godlykheid strekken rechtstreeks, om ons Geloof in het Euangelie te versterken. 't Geloof zal altoos op het hart en 't gedrag werken, naar maate van de kragt welke het hebbe. Nauwkeurig te letten op de veelheid der omstandigheden van zeer verschillenden aart, welke zamenloopen om te getuigen, dat onze Christlyke Godsdienst van god is, zal ons in staat stellen, om, niet beroerd door beuzelagtige tegenwerpingen, met volle verzekerdheid denzelven aan te kleeven. 't Geloof, dus versterkt en verleevendigd, zal niet werkloos blyven: maar allen, die 't zelve bezitten, tot eene hartlyke gehoorzaamheid aan het Euangelie beweegen. Indien zulk een Geloof in onze harten heerscht, Eerwaardige Vaders en BroedersGa naar voetnoot(*), zal het geest en leeven verspreiden over het werk onzer Bedieninge. Desgelyks zal de wyze, waar op wy gezien hebben, dat het Euangelie eerst gepredikt wierd, ons veele regels van het uiterste aanbelang opleveren, zo in onze openbaare als in onze byzondere Onderwyzingen, bovenal ten aanziene van de beste wyze om Godsdienstige waarheden mede te deelen, en in te scherpen. - Dan, ik wil dit liever uwer eigene overdenkinge aanbeveelen, dan langer uw geduld vergen. Staa my alleen toe, met de grootste mogelyke kortheid, aan te wyzen, dat dit voorbeeld ons leeraart, aan onze Toehoorderen, geene afgetrokkene denkbeelden of fynuitgeploozene bespiegelingen, maar een- | |
[pagina 154]
| |
voudige Waarheid voor te stellen: deeze te ontvouwen, niet op eenen dorren en styven, kunstigen trant, maar treffend, natuurlyk en hartroerend; die te onderschraagen door bondige en overtuigende bewyzen, niet door afgetrokken redeneeringen, of moeilyk bevatbaare gevolgtrekkingen, veel min door gedrongene verklaaringen, twyfelagtige stellingen of schoonschynende drogredenen; geheel en al de Geschilstukken te vermyden, die beuzelagtig, onstichtlyk ef onuitmaakbaar zyn; en nooit, dan by noodzaaklykheid, ons in te laaten tot onderwerpen van diepzinnig onderzoek, die van aangelegenheid en bewysbaar zyn; onze onderwyzingen voor te draagen met de taal der Heilige Bladeren en van 't Gezond Verstand, niet met de spreekwyzen der oude of hedendaagsche Schoolgeleerdheid; de stoffe en wyze onzer Aanspraaken beide te veranderen, naar de vatbaare gesteldheden der geenen voor welken zy geschikt zyn, en altoos zodanig, als hun verstand op de kortste en beste wyze verlicht, en hun hart op 't treffendst raakt: met één woord, ons allezins te bevlytigen, niet om onszelven te prediken, niet om onszelven te voldoen; maar steeds en in alle opzigten om anderen nuttig te zyn; door hun op te leiden tot een vast Geloof der eenvoudige beginzelen van het Euangelie, door hun een leevendig gevoel daar van in te boezemen, en hun te beweegen om in alle goedheid, regtvaardigheid en waarheid, te wandelenGa naar voetnoot(*). |
|