Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 93]
| |||||
Mengelwerk, tot fraaye letteren, konsten en weetenschappen betrekkelyk.Redenvoering, strekkende ten bewyze, dat de waarheid des christlyken godsdiensts bevestigd wordt, door de wyze, op welke de blykbaarheden voor denzelven, worden voorgesteld.
| |||||
[pagina 94]
| |||||
te onlochenbaarder worde, naar gelange men dezelve strenger onderzoeke, en uit hoe meer gezigtspunten men dezelve beschouwe. - Het Christendom levert veele trekken op, die, by 't eerste voordoen, de Godlyke herkomst van 't zelve aanduiden; doch elke nieuwe stand in welken het kan geplaatst worden, ontdekt bykomende merktekens van Godlykheid. De kragt van verscheide Blykbaarheden, op zichzelven beschouwd, is dikmaals en ten vollen aan den dag gelegd; dan de wyze, waar op deeze Blykbaarheden eerst werden voorgesteld, is zo algemeen niet in aanmerkinge genomen. Dat die wyze verscheide afzonderlyke blyken voor de Waarheid van den Christlyken Godsdienst aan de hand geeft, zal ik, in deeze Redenvoering, tragten aan te toonen. Ter bereiking van dit oogmerk zal het noodig zyn, dat ik in de
I. In de eerste plaats moeten wy letten op de wyze, die christus en zyne Apostelen hielden, in het oorspronglyk voorstellen van de Blykbaarneden der Euangelieleere; dat is als zy zich vervoegden tot de zodanigen, die nog geene vooroordeelen betoond, noch tegenwerpingen tegen het Euangelie ingebragt, hadden. In dat geval vertoonden zy enkel de Blykbaarheden hunner Zendinge, zonder de kragt daarvan aan te dringen door redenkavelen, of zich te bevlytigen om het inbrengen van tegenwerpingen te voorkomen. Zy verkondigden Leerstellingen uitmuntend in zichzelve; doch leggen zich by alle gelegenheden niet toe, om te beweeren dat ze uitmuntend zyn, of aan te dringen, dat derzelver uitmuntenheid ten bewyze van derzelver Godlykheid dient. - Zy verrigtten Wonderwerken, daadlyk vervuld van alle omstandigheden, om dezelve geloofwaardigheid en kragt by te zetten; doch zy verledigen zich niet om door redenen te toonen, op welk eene wyze, en hoe zeer de onderscheide omstandigheden, tot het een of het ander einde, dienden. - In veele gevallen ontdekten zy hunne kunde van het menschlyk hart, en voorspelden toekomstige gebeurtenissen; maar zy lieten het aan de Menschen zelve over, op te maaken, dat zy eene Godlyke | |||||
[pagina 95]
| |||||
Zending hadden: bykans nooit trekken zy zelve het gevolg. - Zy beweezen, dat jesus de Messias was, uit de Schriften der Propheeten; doch deeden het op de eenvoudigste wyze, zomtyds door zich op de Schriften des Ouden Verbonds in 't algemeen te beroepen, dikmaals met enkel eene byzondere plaats aan te haalen, en altoos zonder de toepassing door een redenkaveling te bevestigen. Dat deeze eenpaarig hunne Leerwyze was, in de Blykbaarheden hunner Zending, Oorspronglyk te toonen, by de zodanigen, die geen geest van Tegenkanting lieten blyken, zouden wy kunnen staaven door eene breede lyst van voorbeelden uit het Nieuwe Testament; doch het zou zo verveelend als overtollig weezen. Maar geeft dit vertoon hunner Leerwyze geen steun aan eene Tegenwerping tegen het Christendom, in 't midden gebragt, te weeten, dat het, by de eerste Verkondiging, niet gegrond is op bewys? Het geeft geen steun, zelss in schyn aan deeze Tegenwerping, wat derzelver hoofdbedoeling aanbelangt. Het duidt, zelfs niet van verre, aan, dat het Christendom niet gegrond is op bewys, of om eigenlyker te spreeken, dat het zelve niet onderschraagd wordt, door redelyke Blykbaarheid: want de bygebragte aanmerkingen hebben geheel geene betrekking tot de Blykbaarheid zelve, maar betreffen alleen de wyze van dezelve voor te stellen. - Maar geeft het, nogthans, geen schyn om ten minsten te beweeren, dat de Blykbaarheid der Euangelieleere op eene oneigene en onvolkomene wyze wierd voorgedraagen? Geeft het schyn tot zulk eene Tegenwerping, het geeft niets meer. Deeze Leerwyze is zo verre van eenig weezenlyk vermoeden tegen de waarheid des Christendoms te verwekken, dat ze, integendeel, een sterk vermoeden ten voordeel van 't zelve baare. Het behelst geen vermoeden tegen de waarheid des Christendoms: want die Leerwyze was noch oneigen, noch onvolkomen; doch genoegzaam om Geloof te wege te brengen in de omstandigheden, in welken men zich daar van bediende. Indien het Euangelie, by de eerste verkondiging van 't zelve, niet ondersteund wierd, door Bewys, het werd nogthans ondersteund door Baarblyklykheid. - Baarblyklykheid verschilt van Redenkaveling: bemerkte Baarblyklykheid is de onmiddelyke oorzaak van Geloof; Redenkaveling is slegts een middel om de Menschen tot het bemerken der Baarblyklykheid te brengen; een middel, op verre na, in alle gevallen, niet noodig. De sterkst | |||||
[pagina 96]
| |||||
mogelyke overtuiging wordt te wege gebragt door enkel beschouwen. De Blykbaarheid van natuurlyke en zedelyke waarheden, en in 't algemeen van alle gebeurtenissen, vordert geen reeks van bewyzen, om begreepen te worden: een daad wordt vertoond, en uit dezelve het besluit tot eene andere daad regtstreeks opgemaakt: de natuurlyke gesteltenis der ziele bepaalt ons om het besluit te trekken en aan te neemen, zonder eenige vergelyking der denkbeelden. De Blykbaarheden van het Euangelie zyn gebeurtenissen; wonderwerken, by voorbeeld, welker beschouwing de ziel natuurlyk opleidt om 'er de waarheid van het Euangelie uit op te maaken. Men bemerkt deeze gebeurtenissen zonder te redenkavelen, en bemerkt zynde, wordt het besluit desgelyks zonder redenkaveling opgemaakt. Natuurlyke Blykbaarheid is, door de oorspronglyke gesteldheid onzer ziele, voor het Verstand geschikt; 'er zyn beginzels van Geloof den Mensch eigen, aan welke deeze Blykbaarheid zich houdt, en door welke zy onmiddelyke overtuiging te wege brengt, by de onbedorvenen van hart. Christus verschafte eene Baarblyklykheid, op eene wyze, geschikt, om op de natuurlyke beginzelen van Geloof te werken: hy deedt de Menschen bedryven aanschouwen, uit welke de waarheid zyner Zendinge onmiddelyk volgde, zulks was genoeg: langs deezen weg worden de menschen dagelyks in dergelyke gevallen overtuigd. Baarblyklykheid, van welk eene soort ook, laat redenkaveling toe; de Baarblyklykheid van onzen Godsdienst kan op veelerlei wyzen, door bewysredenen, opgehelderd en verdeedigd worden. Maar het is, in geen geval, tot overtuiging noodig, dat iemand lette op alle bewysredenen, voor welke een onderwerp vatbaar is. Indien hy de Blykbaarheid, zonder dezelve, begrype, zou het geheel overtollig weezen. - Het verdient ook onze opmerking, dat de Blykbaarheden van het Euangelie zich niet in 't zelfde licht aan ons vertoonen, waar in zy zich voordeeden aan de Persoonen, welken zy oorspronglyk werden voorgedraagen. Onze toestand verschilt van den hunnen in veele omstandigheden; en 't is, uit deeze omstandigheden, dat de meeste Redenkavelingen, vervolgens, ter verdeediging van het Christendom ingevoerd, den oorsprong ontleenen. Te onzer Overtuiging moge het noodzaaklyk weezen te redenkavelen; doch hier uit volgt in geenen deele, dat redenkaveling noodig was om hun | |||||
[pagina 97]
| |||||
te overtuigen. De Baarblyklykheid word hun onmiddelyk vertoond: en moest, indien dezelve weezenlyke en natuurlyke Baarblyklykheid was, het Geloof te wege brengen. Hunne Overtuiging was, desgelyks, ten vollen redelyk. Wy hellen zeer over om kieschkeurigheid en beknibbeling van Blykbaarheid, en schroomvalligheid in dezelve te erkennen, met een al te gunstig oog aan te zien. 't Geen de toestemming onredelyk maakt, is dat men ze geest op eene ongenoegzaame Blykbaarheid; niet dat men die gereedlyk geeve als dezelve genoegzaam is. Toestemming is altoos redelyk, wanneer zy volgt op weezenlyke en regtmaatige Blykbaarheid; en hoe gereeder zy geschonken wordt, hoe redelyker dezelve is. Zich door eene ongenoegzaame Blykbaarheid te laaten bedriegen, toont een gebrek aan Verstand; natuurlyke Blykbaarheid niet vaardig te begrypen, daartoe eene menigte van ophelderingen en bewyzen noodig te hebben, strekt ten blyke van een gelyk gebrek. De maag is gezond, wanneer dezelve door eige kragt de spyzen wel verteert; het oog is goed, wanneer het, zonder behulp der kunst, de voorwerpen klaar ontdekt: met de kragt des Verstands is het even zo gelegen. Voor de zodanigen, die geen blyk gaven dat zy met de kwaale des Ongeloofs behebd waren, werden de Blykbaarheden van het Euangelie eenvoudig voorgesteld: dit verwekt geen vermoeden tegen het Christendom, zulks was genoegzaam om een vast en redelyk Geloof by de zodanigen te wege te brengen. Deeze Leerwyze dient in verscheidenerlei opzigten om een sterk vermoeden ten voordeele van het Christendom te baanen. Wel verre van in te sluiten, dat geene weezenlyke Blykbaarheid gegeeven was, sluit het noodzaaklyk in, dat die Blykbaarheid zeer sterk ware. De sterkste Blykbaarheid werkt, in alle gevallen, het vaardigst op 't verstand. Indien de Blykbaarheid zwak of twyfelagtig is, kan de kragt van dezelve niet bemerkt worden, zonder het behulp van opheldering en redenkaveling. 't Is zeker, dat de Blykbaarheid van het Euangelie, in den beginne, alleen vertoond wierd, het is even zeker, dat veelen, in de daad, overtuigd wierden, door het eerste voorstel van dezelve; 't is, derhalven onlochenbaar, dat de Blykbaarheid van het Euangelie niet alleen weezenlyk was, maar ook sterk. - De Menschen zyn, ik beken het, zeer ligtgeloo- | |||||
[pagina 98]
| |||||
vig, en gelooven menigmaal zonder genoegzaame Blykbaarheid. Doch dit geschiedt alleen, wanneer het gebrek aan Blykbaarheid bedekt wordt door schynbaare redenkaveling of eenige andere kunstenaary. Dit was het geval niet by de oorspronglyke verkondiging van het Euangelie. Hadt 'er eenig gebrek aan Blykbaarheid plaats gegreepen, het moest zich geopenbaard hebben en bemerkt geweest zyn: want men bezigde geene middelen om het te bedekken. Was de Blykbaarheid niet sterk geweest, dezelve kon geen Geloof te wege gebragt hebben: want dezelve werd enkel vertoond. Zeer zekere waarheden zyn verworpen geworden, om dat men het bewys niet genoegzaam hadt aangedrongen; maar nimmer werd eene valschheid met opgang ingeboezemd door eene bloote en kunstlooze vertooning van voorgewende Blykbaarheid. Wyders. Deeze Leerwyze was de allergeschiktste om de onbevooroordeelden te overtuigen. Hoe eenvoudiger de Blykbaarheid kan voorgesteld worden, met klaarheid bestaanbaar blyvende, hoe beter dezelve aan 't bedoelde einde beantwoorde. Waar redenkaveling niet noodzaaklyk is, overlaadt dezelve de Blykbaarheid, en verbystert het verstand. Dit geldt in 't byzonder ten aanziene van gebeurtenissen. Wy zyn natuurlyk geschikt om 'er onmiddelyk of met éénen stap gevolgen uit te trekken, dit gaat bovenal door, ten opzigte van het gros des Menschdoms. Stel aan een Mensch, zo als de Menschen doorgaans zyn, eene weezenlyke Blykbaarheid voor, geschikt naar den aart des Onderwerps: hy stemt, zonder in twyfel te hangen, toe: treedt in de breeder ontvouwingen, welke men ten aanziene van alle onderwerpen heeft uitgedagt, hy verstaat u niet. Elk Mensch is bekwaam gemaakt, om door weezenlyke Blykbaarheid overtuigd te worden; maar veelen kunnen de scherpzinnigheden van geschilvoering niet vatten. De Christlyke Godsdienst was ten dienste van allen verordend, niet geschikt om de weetgierigen alleen te voldoen. Indien de Blykbaarheid van denzelven weezenlyk was, zo moest het eenvoudig voorstellen daar van, op het kragtdaadigst, Geloof te wege brengen by de Menschen in 't algemeen: indien dezelve, dus voorgesteld, niet geschikt was om Geloof te veroorzaaken, was ze niet voor 't gros des Menschdoms geschikt. God heeft de Blykbaarheid naar deszelfs kragten afgemeeten, christus dezelve voorgesteld op de beste wyze om 't zelve te overtuigen; en dit wyst niet duister-aan, dat het Euan- | |||||
[pagina 99]
| |||||
gelie afdaalt van die zelfde Wysheid, welke 's Menschen gesteltenis vormde. Deeze Leerwyze voegde ook best aan het Character van den Godlyken Leeraar. Zy stelt jesus rechtstreeks tegen Bedriegers over. Zy maaken veel ophefs van eene geringe Blykbaarheid; zy kunnen geen beter aanvoeren, en daarom stellen zy alles te werk om de Menschen te overtuigen, dat het geen zy voordraagen van het uiterste aanbelang is. Het voegt eenen Leeraar, waarlyk van god gezonden, integendeel, eene Blykbaarheid van zyne Zending te geeven, uit eigen aart geschikt om Geloof te wege te brengen, en dat hy, bewust van de kragt daarin gelegen, die voordraage, zonder eenigen ophef. By mahometh vinden wy de eerste, en by christus de laatste handelwyze, op het volkomenst; deeze draagt alle kenmerken van Bedriegery, geene de onbetwistbaare trekken van Waarheid. Wanneer iemand, by aanhoudenheid, zich op de sterkte zyner bewysredenen beroept, baart hy agterdenken: hy, die geen oogmerk heeft om het oordeel te zwenken, stelt zyne redenen voor, laat het voelen van derzelver kragt over. Eenvoudigheid van Leerwyze is altoos een aanduiding van Waarheid, en jesus bezat dezelve in de hoogste maate. Zulks toont teffens hoe zeer hy bewust en overtuigd was van zyn regt tot het Character, onder 't welk hy zich op hier aarde vertoonde. Iemand, die weet dat hy ten oogmerk heeft te bedriegen, is natuurlyk agterdogtig. Maar jesus ontdekt geene angstvalligheid in zwaarigheden te voorzien en voor te komen; en zyne Apostelen verhaalen de dingen, gelyk zy wisten dat ze waren, zonder eenig blyk, dat zy zich over de gevolgen bekreunden. Dit is dat eerlyk vertrouwen, 't welk natuurlyk uit opregtheid voortvloeit, 't geen een Bedrieger nooit kan aanneemen; het bewyst dat zy waren, die zy verklaarden te zyn. Eenvoudigheid van Leerwyze is, daarenboven, een kenmerk van weezenlyke waardigheid, Mahometh wendde waardigheid voor; doch dezelve was van eene valsche soort, en geheel kwalyk geplaatst. Hy versmaadde trotslyk Blykbaarheid van zyne Zending te geeven: en die te geeven was hy verpligt. Ten zelfden tyde maakte hy een vertoon van Blykbaarheid: en 't was door dit te vermyden, dat waare grootheid moest blyken; dit verraadde eene laagheid van ziel, dit toonde dat zyne waardigheid op andere tyden gemaakt was, alleen om het gebrek aan Blyk- | |||||
[pagina 100]
| |||||
baarheid te verbergen. Jesus nam een hoogst eerwaardig Character aan; doch zyne Leerwyze wees uit dat het hem toekwam, deeze drukte 't zelve eenvoudig uit, hy hieldt dit Character ongemaakt en op 't natuurlykst staande; hy gaf 'er gereedlyk Blykbaarheid van, hy onthieldt zich alleen van met praal en vertooning te verklaaren: Waarlyk deeze is de Zoon van godGa naar voetnoot(*). Indeezervoege behelst de wyze, waar op de Blykbaarheden van het Euangelie oorspronglyk werden voorgedraagen, verscheide vermoedens voor de waarheid van 't zelve, Ze zyn zo sterk, dat, indien gy het Euangelie voor valsch houdt, het geheel onoplosselyk is dat men ooit die wyze zou verkooren, en het onmogelyk is, dat zy ooit zou geslaagd hebben.
(Het Vervolg by de eerste gelegenheid.) |
|