Karel van Karelsberg, of Tafereel van de Menschlyke ellende, door C.G. Saltzman. Uit het Hoogduitsch vertaald. Eerste Deel. Te Amsterdam, by de Wed. J. Dóll, 1784. In octavo, 402 bladz.
Eene Roman, by uitstek geschikt om een afschuw van de Ondeugd te geeven, als verleenende, door zamenloopende omstandigheden, eene reeks van aaneengeschakelde geschiedenissen van zodanigen, die, door hunne buitenspoorige ongeregeldheden, zig op veelerleie wyzen ongelukkig gemaakt hebben. Wy kunnen ons voor tegenwoordig niet wel breeder over de uitvoering uitlaaten, daar de Leezer, in 't slot van den eersten Brief, verzogt wordt, ‘om dit eerste Stuk niet anders dan als een gedeelte van een geheel te beschouwen, en zyn beslissend oordeel zo lang op te schorten, tot dat de deelen samengevoegd zyn.’ - Het blyve dan zo lang onbeslist, of het al of niet raadzaam zy der Jeugd deeze Roman in handen te geeven.