licht voor: dit is het geen ik in het eerste gedeelte van deze Verdediging bewyzen zal. De Courier du Bas-Rhin is een onbescheiden schreeuwer; dit zal ik in het tweede gedeelte doen zien, waarin ik de Natie regtvaardigen zal, wegens het verwyt van ondankbaarheid door manson aan haar gedaan, ten opzichte van het huis van Oranje, en dar van onregtvaardigheid jegens den tegenwoordigen Stadhouder. De Courier du Bas-Rhin is een eerlooze, schaamtelooze, oproerige en lafhartige lasteraar; dit zal ik handtastelyk doen zien in een derde deel, alwaar ik tot een éénig oogpunt brengen zal, alle de verspreide trekken van onbeschaamdheid, oproerigheid en Ikheid, welke deze ellendige Courantschryver zich veroorlooft tegen onze Natie, onze Souverainen, en tegen onze waardigste Burgeren.
Zodanig is het plan 't welk ik ontworpen hebbe, en 't welk ik my vlei gelukkig te zullen uitvoeren. Den Vreemdelingen een beknopt maar waar denkbeeld van onze Constitutie te geeven; de Natie te ontschuldigen van de misdaad van ondankbaarheid en onregtvaardigheid jegens de Prinsen van Oranje; manson te doen kennen en te schilderen door zyn eigen schriften; zie daar het doel dat ik my voorgesteld heb, om in deze Verdediging te bereiken.’
Naar dit plan behelst het thans afgegeeven eerste Deel eene ontvouwing van het Staatsbestuur ouzer Gewesten, met aanwyzing van de menigvuldige misslagen en verdraaijingen van den Courier du Bas-Rhin, die te gelyk en de onkunde en de kwaadaartigheid van manson ten sterkste tekenen. Men zal, in 't doorbladeren hiervan, ten overtuigendste zien, dat manson met regt verdiend heeft, op zodanig eene wyze behandeld te worden, als in dit Geschrift geschiedt. En buiten dat, het geen in 't weezen der zaake van meer gewigt is, men zal 'er in vinden, eene zo duidelyke en beknopte beschryving van de algemeene Constitutie onzer Vereenigde Nederlanden, en van de afzonderlyke Constitutie van ieder onzer Provincien, dat verre de meesten onzer Leezers, zo we vertrouwen, op het aandagtig nagaan hier van, zig een juister en regelmaatiger denkbeeld van het Staatsbestuur onzes Vaderlands zullen vormen, dan ze wel voorheen bezaten; des men 't over reden hebbe, om den Schryver deezer Verdediginge zyne aangewende moeite dankbaar te erkennen, en de verdere uitvoering van dit plan met vermaak te gemoet te zien.