Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 474]
| |
Gedenkschriften van den Marquis De Pombal. Twee Deelen. Te Amsterdam, by D. Schuurman, 1784. Behalven de Voorreden 605 bladz. in gr. octavo.Het voorgevallene in 't Portugeesche Ryk, geduurende het Ministerie van den Marquis de Pombal, is van te veel gewigt geweest, en heeft nog te duurzaame gevolgen, dan dat men niet begeerig zoude zyn, om deezen Staatsminister wat nader te leeren kennen; waartoe deeze Gedenkschriften dienen. Derzelver Opsteller komt alleszins voor als kundig, en de nevensgaande bewysstukken verleenen ons een genoegzaamen grond van geloofwaardigheid; 't welk de leezing van dit Geschrift aanpryst. Het zelve behelst een agtervolgend verslag van 's Mans leevensloop zints zyne Jeugd, van zyne trapswyze opklimming, tot dat hy eindelyk het gantsche Ryksbestier als in handen had; met eene ontvouwing van zyne voornaamste Staatsverrigtingen, en een byzonder verslag van zyn bewind, met betrekking tot den toeleg op het leeven des Konings en de straf der zaamgezwoorene, als mede tot het verbannen der Jesuiten en de Vredebreuk met het Hof van Rome. Zyn Character was, over 't geheel, in den hoogsten trap eigendunklyk en wreed; voor 't overige was 'er in zyn bestier, in verschillende tydperken, zulk eene verscheidenheid in den aart zyner bedryven, dat men naauwlyks bezeffen kunne, hoe ze door éénen en denzelfden Man werkstellig gemaakt zyn. - ‘Wy zien, zegt onze Autheur, hiervan spreekende, wy zien niet dan twee zaaken, in welken carvalhoGa naar voetnoot(*) altoos aan zigzelven gelyk geweest is; naamlyk, een geweldige dorst naar Rykdommen, die hy niet kon lessen of verzadigen, en eene onverzoenlyke wraakgierigheid tegen zyne wezendlyke of ingebeelde vyanden. Deeze beide driften of hartstogten groeiden by hem aan, naar mate van zyn vermogen, en hy liet zig door dezelve zo verre wegslepen als zy hem konden brengen’. Hier van ziet men, inzonderheid met betrekking tot het wraakgierige, een zoo doorslaand bewys, dat het moeilyk valle een soortgelyk voorbeeld van verregaande wraakgierigheid in de Geschiedenis aan te treffen. Zulks ontdekt zig in een door hem verdichten toeleg op des Konings leeven, die geheel Europa verbaasd heeft; waardoor Carvalho, zig wreekende over zyne Vyanden, het bloed veeler aanzienlyke Persoonen des Ryks, als waren zy schuldig aan eene zamenzweering tegen den Koning, heeft doen stroomen. - | |
[pagina 475]
| |
Dit zooveel gerugts verwekkende, en zoo veel gevolgen met zig sleepende geval, steunt, naar uitwyzen van deeze Gedenkschriften bykans geheel en al op een verdichtzel van den wraakzugtigen Carvalho; 't welk wy te merkwaardig vinden, om 'er niet eenige byzondere melding van te maaken. Het in deezen bygebragte verhaal is te lang, om geheel geplaatst te worden; maar zie hier kortlyk wat 'er van de zaak zy. Een Officier, verbonden aan den huisdienst van het Paleis, met naame Texeira, was een vertrouweling der Minnaryen van Koning Joseph, en vergezelde den Vorst in zyne koets, zo menigmaal als hy by nagt uitreed, om, in het geheim, zyne Maitressen te zien. Met deezen Texeira was de Hertog van Aveiro, Grootmeester van het Huis des Konings, in woorden geraakt, welken tot die hoogte gestegen waren, dat de Hertog zeide, ‘ô ongelukkige, zeg dank aan de muuren van dit Paleis, welke voor dit oogenblik myne wraakzugt beletten; maar zyt verzekerd, gy zult my niet ontsnappen.’ Zedert dien tyd zogt de Hertog gelegenheid, om zig van zyn vyand te ontslaan, en tragtte dit inzonderheid by nagt te verrigten, om des te gemakkelyker zyn oogmerk te bereiken. - Na verloop van eenige dagen, toen men vaststelde, dat de Koning met Carvalho, des nagts, in zyn Staatskabinet arbeidde, en toen de gestrenge rouwplegtigheid, wegens het overlyden van des Konings zuster, naauwlyks toeliet te denken, dat de Koning eene nagtvisite van die natuur zou onderneemen, besloot die Vorst, en wel ter zaake van de rouwplegtigheid, met de uiterste geheimhouding, zig ten deezen einde, in den berugten nagt van den 3 September 1758, te bedienen van het rytuig van Texeira, welken hy doorgaans met zig nam. - Op het wederkeeren word dit Rytuig door drie mannen te paard aangerand. Een van hun, welke men voorgeeft de Hertog van Aveiro geweest te zyn, schoot op den koetzier met een karabyn, welke by geluk geen vuur vatte; de beide andere bedienden van dien zelfden Heerschooten op het agterste van het rytuig. - Wanneer men nu naaukeurig agt geeft op de omstandigheden van deeze droevige gebeurtenis, dan heeft men moeite om zig zelven te overreeden, dat de Hertog een ander oogmerk gehad heeft, als dat van Texeira dood te schieten, wiens rytuig hy kende. - De koetzier dus gelukkig ongekwetst gebleeven zynde, gelyk wy gezegd hebben, riep in zyne verbaasdheid uit: ‘ô Ongelukkige wat doet gy? de Koning is 'er in.’ - En op dit geschreeuw namen die ongelukkige zamengezwoorenen schielyk de vlugt, in plaatse van hunne onderneeming te volvoeren, en zig daar door te dekken, en ze bewaaren voor nadeelige en doodlyke gevolgen, welke natuurlyk dien heiligschendenden aanslag voor hen moest hebben. - De beide pistoolschooten van agteren op het rytuig gedaan, gingen juist tusschen den Koning en | |
[pagina 476]
| |
Texeira. - By ongeluk, en het welk eene soort van gemeenzaamheid aantoont, die tusschen den Vorst en zynen vertrouwling heerschte. zat Joseph aan de linkerzyde, en werd gekwetst aan het bovenste gedeelte van zyn regterarm. - Zyne eerste zorg was, zo dra hy zig gekwetst gevoelde, den Koetzier te beveelen hem te brengen, by den Marquis van Angeya, wiens Hotel in de nabuurschap was. Na dit verhaal zal men, buiten twyfel, verwonderd staan, van in het Manifest van den 9 December van dat zelfde jaar te leezen, dat de Koning is aangerand geworden, op het oogenblik wanneer hy uit zyn lusthuis kwam, Quinto do Meyo genaamd, om de kleine plaats, welke het zelve van het Koninglyk Paleis van Belem afzondert, dwars over te ryden. Byaldien dit waar is geweest, wat had die Vorst dan noodig, om zyn toevlugt naar het Hotel van Angeya te neemen, welk meer dan een myl van Belem is verwyderd. - Intusschen, dat hy in dienzelfden nagt derwaards gegaan is, zulks was eene openbaare waarheid, welke men niet in twyfel kan trekken. - Maar carvalho, die de party van deeze groote gebeurtenis wilde trekken, maakte 'er geen zwaarigheid van, om alle omstandigheden te veranderen, de gemoederen in onzekerheid te brengen, door die verschillendheid der verhaalen, en de zaaken onder zulk een gezigtspunt te plaatzen, als met zyne oogmerken het meest overeen kwam. Het was reeds in het hol van den nagt, en de Marquis de Angeya had zig te rust begeeven, maar zo dra hem de komst des Konings werd aangekondigd, stond hy schielyk op, en hy werd met verbaasdheid bevangen, zo dra hy uit den mond van zyne Majesteit zelve den aanslag vernam op zyn persoon gedaan. Hy vroeg 's Konings order, welke hem beval zyn heelmeester Antonius Suares te doen haalen. Waarop de Marquis van Angeya zelve hem ging opzoeken; hy wekte hem op; en bragt hem by den Koning. - Na dat men dien Vorst het eerste verband gelegd hadt, stelde men zyne Majesteit voor, om hem naar zyn Paleis te vervoeren, alwaar men hem gevoeglykst de noodige hulp konde toebrengen; doch Joseph was niet van dat gevoelen, en kon in 't eerst hier toe niet besluiten; maar op sterk aanraaden en gedaane voorstellingen liet hy zig overhaalen, en vertrok naar Belem, alwaar hy meer dan drie maanden, of tot aan 't midden van December, vertoefde, zonder zig publiek te vertoonen. Hy liet zig geduurende dien tyd van niemand zien, zelfs niet van de Koningin, die zomtyds, maar altoos in 't donker, in 't vertrek kwam: voorts waren Carvalho en de Chirurgyn Soarez de eenigsten, die in zyn vertrek kwamen; en het was uit handen van den laatsten, dat hy zyn voedzel en zyne remedien ontving. Ondertusschen hield Carvalho de Hovelingen in onzekerheid, door nieuwe tegenstrydige berigten, welken hy hen telkens | |
[pagina 477]
| |
van des Konings toestand gaf. En middlerwyl bereikte hy, in zyne aanhoudende eenzaame gesprekken met den Vorst, ligt zyn oogmerk, om hem, met behulp van zyne gewoone betuigingen van getrouwheid en aankleeving, te overreeden, dat men eene zamenzweering tegen zyn persoon gemaakt had, aan welker hoosd zig de Hertog van Aveiro. de Marquis van Tavora en de Graaf van AtonguiaGa naar voetnoot(*) bevonden. - Hy gaf hem te kennen, dat hun voorneemen was, om den Infant Don Pedro op den troon te brengen, op hoop van zelve het Ryk onder zyn naam te regeeren. - En om zyne trouwlooze inboezemingen des te meer kragt by te zetten, zo herinnerde hy den Vorst, zonder ophouden, het droevig noodlot van zyn oudoom, den Koning Alphonsus; onttroond door de listige aanslagen van eenige zyner onderdaanen, die zo stoutmoedig als vermogende waren. - Hy besloot hieruit alzo de noodzaaklykheid, in welke hy was, om, door een groot voorbeeld, den onrustigen en oproerigen geest van zyn Adelte beteugelen, om hunne hoogmoed te snuiken en ze binnen de waare grenspaalen te sluiten; eene magt, welke zo doodelyk was geworden voor het gezag, en zelfs voor het leven van den Souverein. - Een Vorst, als Joseph, vreesagtig, agterdogtig en reeds onderdrukt, kon zigzelven niet lang behoeden voor den strik, welken men hem spande. - Hy geloosde blindelings, al wat de Minister hem zeide, en gaf hem volmagt, om de daaders en medepligtigen van het gewaande complot zamengezwoorenen te straffen; waarop Carvalho, zonder eenig uitstel, de volvoering zyner bloedige ontwerpen een aanvang deed neemen; van welker schrikbaarende voltrekking de Autheur verder een uitvoerig verslag geeft. - Gemerkt het algemeene beloop hiervan genoegzaam bekend is, en wy, zonder te wydloopig te worden, op geene byzonderheden kunnen stil staan, zo zullen wy ons daarmede niet ophouden. Alleenlyk hebben wy nog een kort woord te melden, wegens de voorzorg van Carvalho, om den gepleegden Regtshandel gedekt te houden; die egter, na verloop van eenige jaaren, verydeld is. De Minister naamlyk was, na de voltrekking van alles, niet gerust. - Het denkbeeld alleen, dat men met 'er tyd eenige twyfelingen kon maaken aangaande de naauwkeurigheid van het Vonnis van 12 January 1759, dat men dit gewigtig Proees kon herzien, en veelligt de onschuld ontdekken van zo veele aanzienlyke ongelukkigen. en op het enkel zeggen van hunnen beschuldiger, veel eer, dan op wettige bewyzen, veroordeelden, dit denkbeeld alleen, zeg ik, veroorzaakte hem ongerustheid, | |
[pagina 478]
| |
en een altoosduurende vreeze en benaauwdheid. - Om nu deeze herziening van het Proees, zo veel ten minsten als in zyn vermogen was, onmogelyk te maaken, deed hy een Alvara of Ediet des Konings uitgegeeven, gedateerd den 17 January, het welk in alle stukken de Sententie van den 12 den dierzelfde maand bevestigde, en op het nadruklykste en plegtlgste gebood, om dezelve nimmer aan eenig nieuw onderzoek te onderwerpen. - Maar de doorlugtige Vorstin, welke thans Portugal regeert, heest het Request van den Marquls van Alorna gunstig ontvangen, dat berugt Ediet op den 9 October 1780 vernietigd, de herziening van die Sententie bevolen, en den 23 Augustus 1781 te Lisbon een Decreet, tegen het onregtvaardig gedrag van dien Minister, plegtig bekend gemaakt: een Decreet, in 't welk de Koningin, meer haare Goedertierenheid dan haare Regtvaardigheid raadpleegende, den schuldigen de straf kwyt schelt, welke hy verdiend heeft, maar enkel uit hoofde van zyn Ouderdom en zyne zwakheden. |
|