Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijYsbrand van Hamelsveld, Inwyings-Redevoering, by het aanvaarden van het gewoon Hoogleeraarampt in de Heiligen Godgeleerdheid op de Hooge Schoole te Utrecht, den 26 February, 1784. Uit het Latyn vertaald, door Antony Koppen, Lit. Hum. Stud. Te Utrecht, by A.v. Paddenburg, 1784. Behalven de Nederduitsche Eerdichten, 66 bladz. in gr. octavoGa naar voetnoot(*).In deze Redenvoering stelt de Hoogleeraer zich voor, overwegender wyze te handelen, over den tegenwoordigen | |
[pagina 314]
| |
voor- of nadeeligen staat van het Christendom, en het geen omtrent denzelven in het vervolg door ons mag gehoopt of moet gevreesd worden. Men vind 'er, gelyk zyn Hoogeerwaerde opmerkt, die deswegens zeer verschillend denken: zommigen beschouwen denzelven zeer gunstig met een blyd vooruitzicht; terwyl anderen sterk klagen over den gevaerlyken toestand, en bykans het ergste voorspellen. Onze Redenaer bewandelt hier omtrent enigzins een middelweg, doch zo, dat hy het naeste kome aen hun, die 'er ongunstige gedachten over voeden; 't welk, zyns oordeels, ook overeenkomt met de godspraken, die, volgens hem, tot dit Tydperk behooren, en ons drukkende omstandigheden aenkondigen. Tevens echter poogt hy zyne Toehoorders weder op te beuren, door 't bezef van 't heil, 't welk de Christelyke Kerk in de latere dagen, naer zyn inzien der Godspraken, te wachten heeft. ‘Wy behoeven evenwel, zegt hy, den moed niet al te zeer te laten zakken, Toehoorders! Want de duistere wolken verdreven zynde, zal ons een heldere dag aanlichten, een dag die met een zuiver-witten steen behoort geteekend te zyn, wanneer alles eene betere, eene nieuwe gedaante zal aanneemen, en de gulden Eeuw voor de Kerk zal wederkeeren. - De tyd zal eens komen, wanneer gods allerheerlykste naam van alle Volkeren, zo ver het wyde Wereldrond zich uitstrekt, zal erkend en geëerbiedigt worden, wanneer de waare Godsdienst, de zuivere eerbied van god, Liefde, Vreede en Eenigheid het hoofd zullen opsteeken, terwyl het Bygeloof en Ongeloof overwonnen en te onder gebragt zal wezen; Wanneer jesus, de onverwinnelyke Koning, zyne Rechten zal handhaaven, en van het Joodsche Volk, het welk zich dan bekeeren, en na hun Vaderland wederkeeren zal, en niet minder van alle Volkeren tot aan beide de Poolen zal geëerbiedigd worden, zo verre de Zon met haare straalen de Wereld beschynt. De Gedenkschriften der Godlyke Voorzeggingen, de Brieven van Christus Heilgezanten, de Heilige Jaarboeken zyn vol van deeze en zoortgelyke beloften.’ Zyn Hoogeerwaerde, die verder deze Redenvoering met de gewoone pligtsplegingen laet afloopen, behandelt dit onderwerp, dat van verschillende zyden, op schynbare gronden, beoordeeld kan worden, met alle bescheidenheid. |
|