Aantekeningen en Byvoegselen op de Consultatien. Advysen en Advertissementen van verscheidene treffelyke Rechtsgeleerden in Holland, bekent onder de naam van Hollandsche Advysen, uitgegeeven door Mr. J.J.v. Hasselt, Rechtsgeleerde. Vierde Deel. Te Nymegen, by A.v. Goor 1783. In quarto 151 bladz.
Algemeen beredeneerd Register op alle de voornaamste Rechtsgeleerde Advysen, Consultatien, Advertissementen, Decisien, Observatien en Sententien, in eene Alphabetische onder geschikt en zamengesteld, door Jr. L.Th. Grave van Nassau la Leck, Lid van verscheide Genootschappen. Eerste en Tweede Stuk, gaande tot Letter I. ingeslooten. Te Utrecht, by G.T.v. Paddenburg, 1783. In quarto 354, bladz.
Register der Resolutien en Placaaten van H. Ed. Mog. de Heeren Staaten van Friesland. Beginnende met het 1570 en eindigende met 1780 ingeslooten. Volgens orde van het Alphabeth. Eerste Deel. Te Campen, ter drukkerye van J.A. de Chalmot, 1784.
Soortgelyke Schriften mag men aanmerken, als nutte verzamelplaatzen voor de Regtsgeleerden, wanneer ze, gelyk men van ieder deezer Stukken kan getuigen, met oordeel in eene goede orde geschikt zyn. Het Werk van den Heer van Hasselt dient ter meerdere voltooijinge van de zo hooggeagte Hollandsche Advysen. Het Register, door den Grave van Nassau la Leck vervaardigd, strekt tot eene gereede handleiding, om met weinig moeite na te gaan, wat voornaame Regtsgeleerden over de gewigtige voorvallen in regtzaaken geoordeeld hebben, en waar ter plaatze men desaangaande nadere onderrigting kan erlangen. De arbeid van den Boekverkooper Chalmot kan inzonderheid den Vriezen zeer dienstig zyn, dat ook anderen te stade kan komen, daar men terstond als met een opslag kan nagaan, of 'er omtrent het een of ander point eene Staatsresolutie, en wel hoedanig eene, genomen zy. Men heeft de nuttigheid van soortgelyke Registers meermaals ondervonden, en de Opsteller van dit laatste Register brengt hier, in zyne Voorreden, zeer gepast te berde het onlangs voorgevallene in Overyssel. ‘Was, zegt hy, een diergelyk gedrukt Register van Overysselsche Staatsbesluiten voor handen geweest, nimmer zou de Staatsresolutie van Ridderschap en Steden dier Provintie, van den 18 Maart 1631, over het afschaffen der Drostendiensten, zo lang in vergetelheid hebben gelegenGa naar voetnoot(*). Zulke en diergelyke voorbeelden zyn ook alleen voldoende, om het nut van, zodanig werk, als dit, in het klaarste daglicht te stellen.’