Gevallen van Lord Eduard Bomston, in Italien. Een zedelyke Roman in Brieven. Uit het Hoogduitsch vertaald. In Holland, 1784. In octavo 25 bladz.
Lord Bomston behoort onder dat slag van Menschen, die wel goede beginzels maar sterke harstogten hebben, en zig daardoor, niettegenstaande hunne goede beginzels, gestadig aan verleidende verzoekingen bloot steller; het welk hen meermaals in netelige omstandigheden inwikkelt, en gestadig in tweestryd met zigzelven doet leeven. Gelukkig, wanneer de zulken, door raad van goede vrienden, en een zamenloop van omstandigheden, nog eindelyk, met Lord Bomston, tot inkeer en dus te regt komen. Wy kunnen de leezing van zulk een leevensloop der Jeugd niet aanpryzen; zy, wien de opvoeding der Jeugd is aanbevolen, zullen 'er te veel gevaarlyk verleidend in vinden. Geen mensch, hoe goed van hart, hoe sterk ook by zigzelven, behoort ooit der verzoekinge in den mond te loopen: de ondeugd, van welken aart ook, is altoos een Vyand, die beten overwonnen wordt door haar met eene oplettende voorzigtigheid te ontwyken, dan door haar, baiten noodzaak, openlyk slag te leveren.