Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijKort begrip der verdediging van de waarheid en Godlykheid van den Christelyken Godsdienst. - Benevens eene Korte aanwyzing voor ongestudeerde Christenen, ter verkryging van eene genoegzaame zekerheid van hunnen Godsdienst. Door J.A. Noesselt. Dr. der H. Godgel. en Hoogl. aan de Hoogeschoole te Halle. Uit het Hoogduitsch. Te Amsterdam, by I. de Jongh, 1783. Behalven de aanpryzende Voorreden van den Eerw. Y.v. Hamelsveld, 178 bladz. in octavo.Beide deze Stukjes, zeer gepast te samen gevoegd, mogen, met volle regt, als ten uiterste nuttig aengeprezen worden. Het eerste, getyteld. Kort begrip, enz. is een beknopt zamentrekzel van 't geen de Hoogleeraer Noesselt breeder voorgesteld heeft, in zyn hooggeschatte Werk, dat ten opschrift heeft, de Waarheid en Godlykheid van den Christelyken Godsdienst verdedigdGa naar voetnoot(*). En de daernevensgaende Korte aanwyzing, enz. is geschikt voor ongestudeerden; door welke benaming hier niet zo zeer bedoeld word de gemeene man in 't algemeen, of de laegste classe der menschen, als wel de zodanigen, die, schoon geen geleerden van professie, echter vrienden, of ook wel kenners der wetenschappen, zelfs der Godgeleerdheid, zyn kunnen. 's Mans oogmerk is denzulken aan te wyzen, | |
[pagina 16]
| |
hoe zy zich, by vermeende, werklyke of ingebeelde aenvallen op hun geloof, te gedragen hebben, om voldoenend, en tot hunne eigen ware gerustheid, te weten; hoe het met het gene zy gelooven gesteld zy, en waerop zy zich verlaten kunnen of niet. - Men vind in deze twee Geschriften, met veel oordeel, beknoptlyk byeengebragt het voornaemste, dat dienen kan, om Persoonen, wier tyd en gelegenheid het niet toelaet uitvoeriger Schriften over dit onderwerp te raedplegen, die kundigheden voor den geest te brengen, welken hun vaste gronden mogen verlenen, waerop zy hun geloof in den Christelyken Godsdienst onwankelbaer kunnen vestigen; en daerdoor bestand zyn tegen alle twyfelingen, die immer in hun op mogten komen. |
|