| |
| |
| |
Het patriotismus.
Justum & tenacem propositi virum
Non civium ardor prava jubentium,
Non vultus instantis tyranni,
horatius.
Daar zyn weinig of geene menschen die hun Vaderland niet beminnen. Die liefde tot de plaats onzer geboorte, onzer opvoeding, onzer inwooning, vloeit te onmiddelbaar voort uit de geheele gesteldheid onzer natuur en de aangeborene kragten onzer ziele, dan dat zy, zonder zeer zelden plaats vindende uitzonderingen, niet algemeen zyn zoude; in zo verre, dat sommigen zelfs gedagt hebben, dat deze liefde een onzer ziele onmiddelyk ingeschapen beginsel was. Evenwel, men kan zo goede zielkundige redenen voor deze voldoening voor den dag brengen, dat het niet noodig zy tot een eerst onoplosbaar beginsel toevlugt te neemen. Daarby, indien dit een zodanig beginsel was, kon het aan geene uitzondering onderhevig wezen; en nogthans is het mooglyk, ja het gebeurt somwylen daadlyk, dat menschen, door de eene of andere oorzaak, alle verknogtheid aan hun Vaderland verliezen; zelfs ziet men dit niet zeldzaam in zulken, die, in hunne vroege kindschheid buiten het land hunner geboorte vervoerd, elders hunne opvoeding genoten hebben; en die, schoon zeer wel bewust, dat zy in zulk of zulk een land geboren zyn, schoon zig zelfs nog het een of ander daar van herinnerende, niet de minste liefde voor hun oorspronglyk Vaderland gevoelen. Maar by die geenen, die in een land opgevoed en groot geworden zyn, vindt men nog altyd eenige overblyfzels van genegenheid voor hun Vaderland, schoon zy, in een ander land gezeten, dat wezenlyk meer beminnen; dewyl zy 'er nu gewend, en tevens overtuigd zyn, dat hun fortuin daar gelegen is.
Deze algemeene liefde tot het Vaderland heeft haaren grond in de gewoonte, en de indrukken van 't vermaak. De kindschheid heeft haare vermaaken, en die vermaaken zyn allergevoeligst. De spooren daar van blyven in 't brein; het aandenken daar van herroept de oude geneug- | |
| |
ten, en met deze geneugten die der plaatsen, waar zy genoten zyn. De Jongelingschap heeft nieuwe vermaaken; men bemint en wordt bemind; men maakt ontwerpen van fortuin, en legt de grondslagen zyner volgende leevenswyze. Gedurende de jeugd, en vervolgens, maakt men verbindtenissen van vriendschap en belang. Dit alles geeft geneugten, en deze geneugten zyn verknogt aan plaatsen en persoonen. De leevenswyze vormt heblykheden, die aangenaam worden, ons aan die leevenswyze verknogten, en de leevenswyze is wederom verknogt aan plaatzen en persoonen. Dit is de grondslag dier algemeene liefde tot het Vaderland, welke genoegzaam allen menschen eigen is, en zig dan het meest doet bespeuren wanneer men buiten zyn Vaderland vervoerd is, en zig afgescheurd gevoelt van die plaatsen, die persoonen, en verstoken van die leevenswyze, waaromtrent men de heblykheid verkregen heeft, van die met zyn geluk in zyne begrippen te verbinden. En dit gevoel is meer of min sterk, dit gemis meer of min smertlyk, naar maate men zig onder een volk bevindt, welks zeden meer of min van die onzer oude medeburgeren verschillen. Dus gevoelt een Nederlander minder het gemis zyns Vaderlands, wanneer hy in Engeland, Frankryk, Italie of Duitschland eenen omgang geniet, minder verschillend van de zeden zyner Vaderlanderen, dan wanneer hy zig onder de Turken bevindt; en hy gevoelt minder zyn gemis onder de Turken, dan hy het gevoelen zoude, indien hy onder de Wilden leeven moest.
Deze verknogtheid aan Vaderland, zeden en gewoonten is gemeenlyk zo sterk, dat zy over alles zegenpraalt, en dat een beter land, betere omstandigheden, betere leevenswyze, geenzins in aanmerking komen. Zo heeft men gezien, dat Groenlanders, uit hun met eene eeuwige sneeuw bedekt Vaderland, in Europa overgevoerd, onthaald op het keurigste, dat eene betere lugt- en landstreek, dat de konsten, konden opleveren, gevleid op alle bedenklyke wyzen, van treurigheid vergingen. Hunne ysbergen bekoorden hen boven de heerlykste Landsdouwen, boven de pragtigste steden, en boven alle de vermoogens van konst en natuur. Hun traan en robbenspek was meer geschikt voor hunnen smaak en verduwingskragten, dan onze beste spyzen en dranken. Men heeft die menschen, om zig wederom met hunne landgenooten te vereenigen, de gevaarlykste poogingen zien doen, zig aan eenen onvermydbaaren dood op de woeste baaren blootstellen, en,
| |
| |
niet konnende ontsnappen, van verdriet sterven. Zo werkt gewoonte en verknogtheid op den mensch.
Maar deze liefde tot het Vaderland is niet dat verhevene, heldhaftige en zo bewonderde beginsel, 't welk men Patriotismus noemt; een verbasterd woord, van 't Latynsche Patria afkomstig, en dat zo veel wil zeggen als zugt voor 't Vaderland. Dit beginsel is een beredeneerd beginsel, gelyk het voorige een louter natuurlyk beginsel was.
Het Patriotismus is, eigenlyk, de heblykheid, om in al ons doen en laaten het belang van 't Vaderland boven alles te stellen. Dit kan plaats hebben zelfs by buiten het Vaderland geborenen, doch die, burgers geworden, uit overtuiging zig verbonden agten, om, even als de ingeborenen, alles te doen tot bevordering van 't algemeene welzyn.
Het Patriotismus is een pligt; zonder het zelve kan men geen goed burger wezen.
Het is de pligt van ieder mensch het welzyn van zig zelven en van zynen naasten te zoeken. Nu, wanneer men het welzyn van het Vaderland zoekt, zoekt men het welzyn van zig zelven en van zynen naasten; even gelyk men het welzyn van elk gedeelte zoekt, wanneer men dat van het geheel behartigt.
Ons belang is verknogt met dat van 't Vaderland; het hangt van het zelve af; het welzyn van het Vaderland zoekende, zoekt een ieder tevens zyn eigen welzyn.
Het Patriotismus is de hoogste deugd. De deugd bestaat in het zoeken van het hoogst mooglyke goed; in de begeerte van zo veel als mooglyk is tot het welzyn van anderen toe te brengen. Nu, als wy het algemeen belang boven alles zoeken, zoeken wy het hoogst mooglyke goed; want wy zoeken het welzyn niet van weinigen, maar van veele duizenden, van allen, op wier geluk wy eenigen invloed kunnen hebben.
Het Patriotismus eischt, dat wy het welzyn van het Vaderland zoeken boven ons byzonder welzyn; dat wy ons belang aan dat van 't algemeen opofferen; en dat wy alles veil hebben, onze goederen, ons leeven zelfs, voor het Vaderland.
Dit vloeit wederom uit de natuur der zaake voort. Het algemeene belang eischt opofferingen: een ieder moet iets afstaan van het zyne, om het aan te wenden tot ondersteuning en behoud van 't algemeen. Tot deze opofferingen moet men gereed zyn. Nu, dezen gaan dikwyls zeer verre; daar komen zomtyds omstandigheden voor, die vorde- | |
| |
ren, dat de Burger zyne goederen, ja zyn leeven zelfs, geeve voor het Vaderland.
De bereidvaardigheid hiertoe is het, waarin het waare Patriotismus bestaat. Hy is de beste Patriot, die, in de noodzaaklykheid, hier toe het meest gereed is.
Op deze gronden gaan wy eene schets opmaaken van het karakter des Patriots.
De Patriot bemint zyn Vaderland boven alles; de welvaart van het Vaderland is zyn hoogste wensch, zyn heerschend doel.
De Patriot, zyn Vaderland beminnende, het welzyn van zyn Vaderland boven alles behartigende, legt zig toe, om de waare belangen van zyn Vaderland te kennen. Zonder deze kennis, kan hy zekerlyk zyn Vaderland wel beminnen, hy kan het welzyn van zyn Vaderland wel wenschen; maar, indien hy de waare belangen van zyn Vaderland niet grondig kent, zouden zyne poogingen dikwyls zeer schadelyk kunnen zyn, en regtstreeks tegen de belangen van zyn Vaderland aanloopen. Dit beseffende, gevoelt hy, dat, zo lang hy niet verlicht is, hy best doet, zig, in zynen yver voor het algemeene belang, alleen by wenschingen te bepaalen, en zyne poogingen alleen gereed te hebben, wanneer hem die van hooger hand afgevorderd worden. Hy weet, dat het geschreeuw en gewoel eener blinde gemeente, al is zy nog zo welmeenend, dikwyls geheel bezyden de waarheid kan gaan; en dat de onkundige menigte alleen ziet door de oogen van zulken, die invloed op haaren geest hebben; en hy weet, dat, om invloed op den geest van het gemeen te krygen, veele middelen dienen kunnen, welken in het oog des weldenkenden allerverfoeilykst zyn. De Patriot dan, om zig omtrent het belang zyns Vaderlands te onderrigten, zal die mannen raadpleegen, die niet alleen met schoonschynende redenen voor den dag komen; maar die tevens gemaatigd zyn in hunne voorstellingen. Hy weet dat drift het verstand verblindt, en dat de waarheid zig alleen aan bedaarde harssenen doet kennen. Alle geschriften en gesprekken, waarin heethoofdigheid doorstraalt, zal hy dan mistrouwen; verzekerd, dat, indien al de heethoofdige gelyk heeft in den grond der zaake, daar nogthans omstandigheden, door zyne drift, worden bygevoegd, welken niet zelden de allerbeste zaak bederven.
De Patriot, gebreken in het bestier der gemeene zaaken bespeurende, zal niet alleen wenschen die gebreken vergoed te zien, hy zal ook zyne poogingen ten dien ein- | |
| |
de aanwenden. Maar hierin zal hy met alle bedaardheid en omzigtigheid te werk gaan, ten einde niet, door het verhelpen van eenige gebreken, anderen van nog erger gevolg te veroorzaaken; of middelen aan te wenden, gevaarlyker dan de kwaal zelve. Vooral zal hy zig wagten van roekloosheid tot daadlykheden te komen, bewust, dat een Staat, geschokt door innerlyke beroerten, in eenen hachlyken toestand is; gelyk aan dien van eenen zieken, wien een onvoorzigtig geneesheer een middel heeft toegediend, wel bekwaam om hem van eene kwaal te redden, met welke hy nog veele jaaren leeven kon, doch tevens zeer geschikt om hem met al dat zeer ligtlyk om hals te helpen. Wanneer in een land de degen van den Burger tegen den Burger is getrokken, kan men den uitslag niet voorzien; en het kan zeer ligtlyk gebeuren, dat men voor stroomen van Burger-bloed, voor de vryheid vergoten, niet anders koopt dan eene verzwaaring van ketenen, zo niet eene volslagene Slaverny, voor eene wel eenigzins bepaalde, doch nogthans heilryke, Vryheid.
De Patriot zal in alles zyn licht volgen, en zig bepaalen voor het geen hy agt het belang van 't Vaderland te zyn, zonder te letten op het geroep of oordeel van anderen, en zig te laaten wegrukken door den stroom van partyzugt. Al wie zig door partyzugt laat regeeren, die eene zaak af- of goedkeurt naar maate zy van deeze of geene party voortkomt, is geen Patriot; al ware het dat de party, welke hy aankleeft, over 't algemeen de beste zyde hield; hy is, in dat geval, alleen partydig, en verzaakt het karacter, waarop hy roemt.
De Patriot zal, om gunst noch leed, de goede zaak verlaaten. De bevordering van zig, of de zynen, mag het doel des eerzugtigen zyn; de Patriot zal de belangen van zyn Vaderland niet verzaaken voor een ampt, voor een eernaam, voor de gunst van eenen Vorst: maar hy zal zig ook niet laaten leiden door den stroom der menigte, of zynen pligt vergeeten om de toejuichingen eener wufte menigte; de zugt, om als een Patriot geroemd, gevleid te worden, zal hem niet bepaalen, of de vrees, van als een kwaalyk gezinde gehoond te worden, afhouden van zynen pligt. Hy wil een Patriot zyn, en niet schynen; en hy braveert even zo wel de woede van een raazend graauw als de grimmigheid van eenen vertoornden Vorst.
De Patriot bemint zyn Vaderland boven alles; doch
| |
| |
daarom laat hy niet na, een vriend van 't geheele menschdom te zyn. Hy agt zig verbonden tot liefde voor alle menschen, als deelgenooten van dezelfde natuur, als kinderen van een en denzelfden algemeenen Vader. Maar, even als een wys en tederhartig vader, schoon een opregt menschenvriend, schoon een goed Burger, het welzyn zyner kinderen stelt, boven dat zyner medemenschen en medeburgeren, zo stelt de Patriot het belang van zyn Vaderland boven dat van alle andere Volken. Hy is bereid de pligten der algemeene menschlievendheid omtrent alle de Volken des aardbodems te vervullen, indien daar door zyn Vaderland niet benadeeld wordt: maar, wanneer men kiezen moet tusschen het Vaderland en andere Volken, dan is zyne keuze reeds bepaald, en hy zoude zig zelven als eenen dwaas, als eenen verraader, beschouwen, indien hy een oogenblik in twyffel stond, aan wien de voorkeur te geeven. Doch dit belet hem niet billyk te zyn omtrent andere Volken, en hunne deugden te bewonderen en na te volgen: hy gevoelt, dat hy zyn Vaderland dan waarlyk dient, wanneer hy het goede, dat hy by andere Volken, al waren het zelfs de vyanden zyns Vaderlands, en bygevolg zyne vyanden, ontmoet, onder zyne medeburgers overbrengt, en in den Vaderlandschen grond die heilzaame planten aankweekt, waar door mooglyk een vyand veel boven het Vaderland vermag.
De Patriot heeft eenen afkeer van allen die geene Patriotten zyn. Hy beschouwt ze als laage zielen, als slegte Burgers, die hun byzonder belang boven het algemeene stellen. Maar in dit zyn oordeel is hy omzigtig; hy beeft, om in dit opzigt roeklooslyk te vonnissen. Bewust van de zwakheid van 't menschlyk verstand, gevoelt hy, dat deze en geene, die in andere begrippen zyn als hy, ter goeder trouwe handelen kunnen; en dat zelfs in gevallen, waarin al eenige schyn is, dat die menschen byzondere inzigten bedoeld hebben. De les van niet ligtlyk te oordeelen, is by hem eene heilige les. Het is alleen, wanhy duidlyk ziet, dat zulke menschen tegen hun beter weeten aan te werk gaan. Zo zal hy zig ook niet ligtlyk op die geenen verlaaten, die eenen grooten schyn van Patriotismus van zig geeven, bewust, dat ook zeer laage beginzelen by dezen kunnen werken, vooral in tyden, wanneer het woord Patriot een soort van partyleuze is geworden. In zulke tyden kan men zig, uit eigenbelang, zo wel by de goede als by de kwaade party voegen; en de
| |
| |
grootste yveraar voor het Patriotismus kan, in zyn hart, even zo verraadersche beginzelen voeden, als de aankleever der tegengestelde zyde. Vooral zal hy omzigtig zyn omtrent de zulken, die eene omkeering in den staat uit de laagte in de hoogte zou kunnen verheffen; of die, door hun yveren, zig uit eene vergeetelheid zouden kunnen trekken, waarin eene ydele eerzugt hen niet langer duldt te blyven kruipen. |
|