| |
Europa ten aanzien van den godsdienst, koophandel en staatkunde beschouwd.
(Uit het Engelsch.)
Europa verdient, met het hoogste regt, zo als een der Hoofdverdeelingen, als om verscheide andere redenen, den voorrang in de Wereld-beschryving. Dit Werelddeel is, nogthans, wat de uitgestrektheid aanbelangt, veel kleinder dan asia, afrika of amerika. De plaats, welke hetzelve beslaat op de Algemeene Wereldkaart, is, in vergelyking, klein. Het levert geen Diamanten of kostbaare Edelgesteenten op, gelyk veele andere streeken der Oude en Nieuwe Wereld. Goud- en Zilver- mynen worden 'er niet gevonden. Het telt, onder zyne voorbrengzels, geen Zuikerriet, Speceryen, noch eene lyst van Vrugten, die der weelde voedzel verschaffen.
De Natuur heeft, egter, hoe spaarzaam ook in deeze opzigten, in andere eene ryke hand over haar ontslooten. De gemaatigde Wereldriem is in europa zeer uitgebreid; hier uit ontstaat, dat 'er eene zagte en gezonde Lugtstreek, in een groot gedeelte, gevonden wordt. Deeze brengt niet alleen de heilzaamste uitwerkzels voort, op het groeiend en dierlyk leeven; maar mag ook aangemerkt worden als eenigermaate strekkende tot het bewaaren van de balans van moed, tusschen een menigte van magtige en oorlogzugtige Volken, daar zy alle schielyke en bovenmaatige overgangen van koude en hitte uitsluit, welke een gedeelte der Inwoonderen, meer dan een ander, verzwakt. Aan diezelfde plaats- | |
| |
lyke ligging, gepaard met verscheide andere bykomende omstandigheden, mag desgelyks worden toegeschreeven, dat de Europeaanen alle Volken, oude en nieuwe, overtreffen in Weetenschappen, Kunsten, Wetgeeving, en alles wat tot verbetering van het maatschaplyk leeven strekt.
Montesquieu, die Wereld- en Menschkundige Staatsman, heeft, met veel oordeels, opgemerkt, en veele hebben zyne aanmerking overgenomen, dat asia, altoos gemaklyk overwonnen en in slaaverny gebragt, uit hoofde van de groote vlakten, waar in het onderscheiden is, door wel overtrekbaare bergen en vaarbaare zeeën, steeds uit groote Ryken bestondt; terwyl europa, uit zich zelve verscheide Koningryken, van gemaatigde grootte, vormende, zulks, tot hier toe, niet gehengde. De grootte deezer onafhanglyke Staaten maakt het Staatsbestuur een noodzaaklykheid tot derzelver bestaan. De Inwoonders van elken Staat hebben belang, by de byzondere instellingen, van welke hunne dierbaarste regten, eigendommen en zegeningen, afhangen. Ware het anders met de zaak gelegen, hadden de Onderdaanen geene andere verpligtingen dan die de Dwingelandy, om de vyandlyke poogingen der buitenlanderen af te weeren, de kleindere zouden onvermydelyk ten val geraaken, en een prooy der grooten worden. 't Is deeze byzonderheid, welke ontstaat uit de gelukkigste vereeniging van toevallen en gebeurtenissen, die zulk een zugt voor Vryheid inboezemt en vormt, als geheel, in zekere maate, vervult met denzelfden trek tot Onafhanglykheid. Het groot getal der Bergen, Rivieren en Zeeën, die gelukkig de onderscheide Landen van elkander afzonderen, is zeer geschikt om de Bewoonders in de beginzelen van Vryheid te bevestigen. Deeze grensscheidingen zyn de natuurlyke voormuuren van elks byzondere vryheden, en weeren den voortgang af van overmeestering en eigendunklyke Opperheerschappyen.
Zeeën en Rivieren maaken de onderlinge gemeenschap, tusschen de Staaten van Europa, gereed en gemaklyk; eene gelykvormigheid van Zeden, en eene verbintenis van belang, wordt bevorderd, door de zugt tot Koophandel, die, meer of min, by allen plaats vindt. Uit den algemeenen aart, ligging en bedoelingen der Europische Volken volgt, dat zy waarschynlyk teffens zullen staan, of vallen. - Niets kan bevorderlyker weezen tot derzelver veiligheid en welvaaren, dan die koude en onvrugtbaare Landen, in welke de Noordsche Gewesten van europa uitloopen. Zy wekken vinding en vlyt op, en maaken derzelver ar- | |
| |
me, doch vergenoegde, Inwoonders, gemeen met alles wat hardvogtigheid en onverschrokkenheid vordert. Vryheid is hun eenig Erfgoed en Bezitting, en zy staan 'er niet van af, dan met het leeven. Hier werden de dappere Volken gevormd, die, toen Opperheerschappy ten hoogsten middagtop gereezen was, te voorschyn traden, en hunne Landen verlieten, om een daadlyk bestaan te geeven, aan 't geen de Fabelgeschiedenis van de Helden der Oudheid vermeldt, door de Dwingelanden en Slaaven uit te rooijen, en de Menschen te leeren, dat de Natuur hun allen gelyk gemaakt heeft, en dat zy, met rede, niet afhanglyk worden, dan wanneer, en in zo verre, die afhanglykheid noodzaaklyk is tot hun geluk. Dit is het eenig tooneel, waar op de trotsche Geest van mishandeling, roof en eigendunklyke magt, naa veele mislukkende worstelingen, moest bezwyken voor dien van Vryheid en Menschlykheid, en de verdelgers van anderen zelve verdelgd werden.
Zodanig zyn eenige der algemeene omstandigheden, waar aan de tegenwoordige luister en voorspoed van europa mag worden toegeschreeven. De onderscheide Wetten en Staatkundige Instellingen, welke daar plaats hebben, worden niet, gelyk die van het Oosten, beschaamend vernederd, door verregaande afwykingen van de groote Wetten der Natuur en Billykheid. Hier heeft men alle mogelyke wyzigingen van Staatsbestuur gelukkig ingevoerd, en ééne geest van gemaatigdheid is, in meerder of minder maate, de ziel en heerschende character-trek van 't geheel. - Door breede Zeeën en uitgebreide Woestynen afgescheiden van de Landen, alleen berugt door slaafsche onderwerping en dwingelandsche overheersching, worden de Europeaanen niet bedorven door hun voorbeeld, of verzwakt door hunne weelde. Zy bezitten, daarenboven, verscheide inwendige voordeelen, strekkende om de strengheid, welke daar onder de Eenhoofdige Regeeringen gevonden wordt, te verzagten en te leenigen. Hier uit is, als uit een eigenaartige bron van Staatkundige grootheid, die magt en rykdom voortgevloeid, welke Europa thans bezit. Want, het zy men 't oog slaat op de inkomsten en uitgaven, op de grootheid en waarde der belangen en bezittingen, op de verbaazende Land- en Zeemagten, op de schikking der onderscheidene wettige Vastigheden, op den onmeetelyk uitgebreiden Handel, - europa levert een vertoon op van Vryheid, Bondgenootschap en Sterkte, 't welk geen wedergade vindt in de Geschiedenis der Volken.
| |
| |
Alle deeze byzonderheden openen een wyd veld van bespiegeling: en het zou wel der moeite waardig weezen, onderscheiden na te gaan, de opkomst en voortgang der Staaten, die thans Europa uitmaaken, en, veréénigd, een Werelddeel zo schoon, zo ontzaglyk, opleveren. Dan wy bepaalen ons, in deeze Proeve, tot eenige bedenkingen over den Godsdienst, den Koophandel en de Staatkunde van europa.
I. Schoon de Mahometaansche Godsdienst, in de Landen den Grooten Heer onderworpen, de Godsdienst zy met het gezag der wereldlyke magt bekleed; schoon, in eenige streeken van Lapland, het Heidendom nog plaats vinde; schoon de Jooden, in alle oorden van europa, zwerven, mag de Christlyke Godsdienst de heerschende Godsdienst van dit Werelddeel heeten.
Men moet met leedweezen bekennen, dat, door de verschillende bevattingen der menschen, en de onderscheide wyzen op welke bespiegelende waarheden begreepen worden, deeze allerheiligste Godsdienst, in veele zeer wydvaneenloopende en strydende Aanhangen, verdeeld is. Zy kunnen tot drie Hoofd-Aanhangen gebragt worden; de Grieksche, de Roomsche, en de Protestantsche Kerk, die, hoe verdeeld van, en ongelyk aan, elkander in Leerbegrippen en Dienstplegtigheden, algemeen overeenkomen, om aan den aart en leerstellingen van deezen Godsdienst, de heilzaamste en duurzaamste uitwerkzelen toe te kennen op de gesteltenis der Menschen en der Maatschappye.
In de daad, het is een onderscheidend voorregt des Christendoms, boven alle Godsdiensten in de wereld, dat deeze de Liefde des Naasten gebiedt; niets voorschryft, dan 't geen eigenaartig strekt om het Menschdom te doen zamenstemmen, ons aan elkander verbindt door de sterkste en beste Burgerlyke en Staatkundige banden, en tot het bevorderen van ons tegenwoordige geluk aanzet, door beweegredenen ontleend van de veelvermogende verwagting op een toekomend heil. - De Onkunde der Middel-Eeuwen verduisterde en misvormde den aart dier Godlyke Instelling. Onder het uitwendig vertoon van buitengemeene heiligheid stonden 'er allerwegen de boosste characters op, die de grootste wreedheden pleegden, en, in stede van het Menschdom van de onheilen in een toekomend leeven te verlossen, 't zelve op deeze wereld in een poet van rampen dompelden. - Met de herleeving der Letteren en Weetenschappen herrees de Christlyke Gods- | |
| |
dienst uit die diepte van bedorvenheid en barbaarsheid, waar toe dezelve, door de snoodste menschlyke instellingen, vervallen was. De Vorsten, nog gezind om den Godsdienst aan te merken als een groot werktuig der regeeringe, maakten 'er, egter, een beter gebruik van. Zy begreepen, dat de Godsdienst moest strekken om de Ryken te verbeteren, niet om dezelve te verwoesten: en, in stede van de Menschen aan te zetten tot het berokkenen van onderling verderf, hun zamenbondt door de heiligste verpligtingen. De strydigste zaaken kunnen niet lynrechter tegen elkander aanloopen, dan de Zagtmoedigheid in het Euangelie aangepreezen en voorbeeldlyk betragt, tegen de dolle woede met welke Dwinglanden hun wraaklust koelden, en hunne Slaaven op de deerlykste wyze mishandelden. Van waar is mangel aan Menschlykheid teffens het haatlykst, en volksmishaagendst, gebrek in elk die een openbaar character bekleed? Van waar zyn de Regeerders zo eenpaarig onderworpen aan hunne eigene voorschriften? Van
waar is de Oorlog hedendaags eenigermaate verzagt, door de deugden van edelmoedigheid en de bevalligheden der beschaafdheid? Van waar hebben de Wetten en Straffen, by alle Volken in Europa, grootendeels de oude onverzoenlykheid en hardheid verlooren? - Deeze vraagen laaten geen ander antwoord toe, dan dat het ontstaat uit de heilige Instellingen des Christendoms, die, onder allerlei Staatsgesteltenissen, by alle de Mogendheden van europa, voet gekreegen hebben, en bevestigd zyn.
De weezenlyke en in beoefening komende stukken van dien Godsdienst strekken, om onderlinge beledigingen te voorkomen, en gezellige eenstemmigheid te bevorderen; om de zaaden van Tweedragt uit te rooijen, en die van algemeene Goedwilligheid en Vrede overal te verspreiden; om de eerzugt te verbannen, die harssenschimmige grootheid wil bouwen op de puinhoopen van menschlyk geluk; en om alle die heillooze vooroordeelen af te weeren, welke, zo langen tyd, de beginzels van valsche, boven die van waare, Eere gesteld hebben.
De veelvermogende invloed des Christendoms, (aangemerkt in alle deeze bekoorelyke en treffende opzigten, welke daar aan de onverdeelde heerschappy over 't menschlyk hart geeven,) in mede te werken, met andere oorzaaken, tot de tegenwoordige staatkundige vaststelling van Europa, wordt maar zelden erkend; of althans nergens,
| |
| |
door de Geschiedschryvers, genoegzaam vastgesteld en opgehelderd. - 't Is nogthans, eene gebeurde zaak, die niet wel gelochend, en veel min gewraakt kan worden door Menschen, die onpartydig nagaan hoe vatbaar de gemoederen der menigte altoos zyn voor het ernstige en voor het bovennatuurlyke, dat de verbaazende ommekeer, in de denkbeelden verwekt, een gevolg was van een ernstig beroepen op de hoop en vrees der Menschen; dat de Zedeleer van het Euangelie eenpaarig zamenstemde met de vaste regelen van eeuwige regtheid; dat dezelve steeds haare belyders eene onschendbaare verbintenis aan alle de deugden van welvoeglykheid, orde, regtvaardigheid en liefde inboezemde; en dat zy altoos kragtdaadig strekte om de banden van gehoorzaamheid nauwer en nauwer digt te haalen, door het beide den pligt en het belang des Onderdaans te maaken, den indrang van overheersching te beperken, door, in veele voornaame opzigten, de gelykheid der menschlyke natuur vast te stellen, de menschlyke vryheid op de wetten te doen rusten, en elk Lid daar aan te onderwerpen. 't Was voornaamlyk, door 't gezag des Hemels in veele of de meeste deezer byzonderheden aan te dringen, dat het drukkend juk der Leenregeeringe, 't welk lang den hals onzer Voorvaderen klemde, eindelyk verbrooken werd; dat de Vorsten, van de Kerk geholpen, den Baronnen de beschikking over hunne Onderdaanen ontweldigden, en dat een groot gedeelte des Menschdoms, binnen korten tyd, zo veele zyner langverloorene regten herkreeg. Om kort te gaan, 't was de Christlyke Godsdienst, die de Christen-Vorsten deedt zamenstemmen om den voortgang der Turksche wapenen te stuiten; die, door de godlykste gevoelens en zagtste wetten, de eerzugt der Staaten maatigde, en dezelve gelukkig overhaalde tot eene geregelde beschikking wegens elks Grensscheidingen, hunne onderhandelingen met voorzigtigheid bestuurde, en aan alle hunne verrigtingen bestendigheid
byzette.
II. Europa is veel van haare tegenwoordige voortreflykheid verschuldigd aan eene onvermoeide drift, om door alle Landen de zugt tot Onderneemingen en Koophandel te verwekken en aan te blaazen. Eer dit wydstrekkend stelzel werdt ingevoerd, konde het eene Volk het ander nauwlyks dan by naam. De Landen waren zo zeer vervuld met roovers, de Zeeën met Zeeschuimers, dat het reizen te Land of te Zee even lastig even gevaarlyk was.
| |
| |
De Staatkundigen hadden geen het minste denkbeeld van de Aardrykskunde; zy wisten niet, welke Zeeën te bevaaren, op welke kusten de veiligste havens waren; welke goederen men ontbrak, welke voordeelen uit den in en uitvoer ontstonden. Even onkundig van de waare belangen der andere Landen als van hun eigen, voorzagen zy zelden gevaar, of droegen 'er zorg tegen: en werden, niet zelden, te midden van de grootste gerustheid, verrast door woeste invallen en landverdervende strooperyen. De gemeenschap met andere Volken in buitenlandsche Oorlogen, de smaak in de weelde van het Oosten, en bovenal de voordeelen door eenige Kooplieden, die zich onder hun nedergezet hadden, behaald, opende, in 't einde, hunne oogen voor alle de zegeningen ontstaande uit het vermangelen van Waaren, die zy best konden missen, voor die zy het noodigst hadden.
De voortgang van den Handel, in deeze omstandigheden, was spoedig en algemeen, en de uitwerkzels, daar uit ontstaande, waren onmiddelyk en verbaazend. Doch het bleef bewaard voor de ontdekkingen van de oost-indien en america, om aan alle de voordeelen des Handels een vast en daadlyk bestaan te geeven. Asia en africa, Werelddeelen van welken men enkel eenige plaatzen kende, werden nader bezogt, en een geheel Werelddeel, van 't welk men niets wist, kwam tot de kennis der Europeaanen. - Alle gemeenschap, tusschen europa en de vrugtbaare Gewesten van het Oosten, was, tot dus lang, onderhouden door de Venetiaanen; met veel moeite en gevaar in de Turksche Landen handel dryvende. Door het omzeilen van de Kaap der Goede Hoope, en andere ontdekkingen kort daar op gedaan, bleef Italie niet langer het middelpunt des Handels; en de Levantsche Handel, eertyds boven allen uitsteekende, is, in vergelyking, bykans niets geworden.
Dit zonderlinge en onverwagte in den omloop des rykdoms wrogt, welhaast, op de bedoelingen en geaartheden der onafhanglyke Volken, met een geregeld en onvermeesterend vermogen. Alle de Westersche en Noordsche Staaten, aan zee gelegen, omhelsden vuurig de gelegenheid om hunne Zuidelyke Nabuuren in rykdom en grootheid te evenaaren. De Zeevaardy werd met allen iever behartigd, de Koopman bekleedde in de maatschappy een agtbaar character, hy werdt toegejuichd, met eer en vrydommen begiftigd daar zyne onderneemingen gelukten en zyne voordee- | |
| |
len toenamen. Elk onderscheide Gewest, tot nieuwe vlytbetooning opgewekt, door den geest der werkzaamheid van anderen, spoorde alles op, wat het op zichzelven en ten aanziene van anderen, vermogt. De Eigendommen kreegen meerder waarde, de voordeelen des Landbouws vertoonden zich, en deeze werdt langs hoe sterker doorgezet.
Ongevoelig streeken de Volken een juist oordeel, over hunne eigene sterkte, en die hunner vyanden: zy werden nauwlettend op alles wat nabuurige Staaten deeden, tot bevordering van eigenbelang en eerzugt. Algemeene Verbintenissen, met alle staatlykheid aangegaan, kwamen hier uit voort.
Op deeze wyze is europa, uit een staat van de droevigste onkunde, laagheid en niets beduidenheid, opgeklommen, tot een alleszins luisterryken stand, en, door een zamenloop van gelukkige gebeurtenissen, in een groot handeldryvend Gemeenebest hervormd, in 't welk een wyduitgestrekt plan aangenomen, een algemeen belang bevorderd wordt, en een geest van Onafhanglykheid, meer of min, heerscht in alle deelen deezes grooten Lichaams. De voordeelen, hier uit ontstaande, en door ons genooten, zyn groot en allerweezenlykst. De afkeerigheden en vooroordeelen, die vyandschappen baaren en aanstooken tusschen nabuurige mededingende Ryken, zyn, voor een goed deel, in europa onbekend: en schoon ze zomtyds eenige plaatslyke geschillen verwekken, is derzelver opruijende invloed zelden of nimmer algemeen. De Koophandel nam geen merklyken opgang, dezelve kreeg geen invloed op de raadsvergaderingen der Staaten en in de Kabinetten der Vorsten, of men bespeurde een nieuwen geest, heerschende in hunne staatkunde, hunne verbintenissen, hunne oorlogen, en onderhandelingen. De menigvuldige en toeneemende vorderingen in kunsten en weetenschappen werden, door den schielyken omloop des Handels, medegevoerd, overal verspreid, en beschaafden de Volken. Dit verlichte het verstand, en verbeterde het hart, dit vereenigde de afgelegenste en schynbaar strydigste belangen, door eene begeerte te verwekken, en de middelen te verschaffen, tot het vervullen van elkanders behoeften; dit boezemde vreedzaame neigingen in, door, in alle Staaten, een rang van Burgers te plaatzen, op het sterkste verpligt, om de Beschermers der openbaare rust te weezen.
| |
| |
III. 'Er was een tyd waar in de Staaten van europa, geen vereenigd belang hebbende, zich slechts weinig bevlytigden op elkanders veiligheid en welvaard. Het plan des Staatsbestuurs door hunne Noordsche meesters aangenomen, alleen geschikt tot verdeediging tegen buitenlands geweld, en inlandsche slaaverny, kon geene inwendige ongeregeldheid weeren, noch onder hun een algemenen indruk van wederzydsche hoogagting verwekken. Zonder de vryheid, ondergeschiktheid, eensgezindheid of het vertrouwen van welgeregelde Maatschappyen, waren hunne verrigtingen, gelyk van alle groote lichaamen, kwynende aan onherstelbaare ongemakken, zwak, verdeeld, mislukkend. Zy hadden toen geen onderling vertrouwen, geene verbintenis, en voerden nooit vereenigd iets uit, dan het moest zyn, onder den yzeren schepter van een dwingeland, of met oogmerk op buitenlandschen buit. Wetlooze overheersching, dolle wraak, roof en moord, waren de eenige voorwerpen der barbaarsche staatkunde. Geen stelzel van algemeen nut werdt ondernomen of zelfs begreepen door Magten, te vyandig tegen elkander naar maate zy digter by een lagen. Vreemdelingen ten opzigte van de kunsten des Vredes, waren zy steeds in Oorlog; de zwakken vielen ten prooy van de sterken, en zy, die geen deel hadden in het geschil, zagen, zonder zich zulks aan te trekken, de vergrooting van den eenen Staat, door den val van den anderen. In de daad, hunne onderlinge geschillen waren enkel zo veele kleine, doch onderwerplyke, partyschappen; hunne wetten, belastingen en schikkingen, mogten, in eenige weinige gevallen uitgezonderd, hoonend voor regtvaardigheid en menschlykheid gehouden worden.
Het tydperk brak egter aan, waar op dit gevaar van de staatsgesteltenis, door jaaren eerwaardig geworden, verlaaten werdt. Een toevallige zamenloop van zeer zonderlinge omstandigheden neigde hun, om, tot hunne eigene verdeediging, zich te veréénigen; hunne zamengepaarde kragt te betoonen in ééne zaak, en, by voorkomende toevallen, het voordeel van onderlingen bystand te smaaken. Dezelfde beginzels, die hartlykheid en vriendschap, tusschen byzondere persoonen verwekken, voltooijen menigmaal de vereeniging der Volken. De te onderbrenging van het Leenstelzel was een stuk, waarin alle Koningen en Vorsten van europa een gelyk belang hadden: en Menschen, die het zelfde gevoelen, kunnen het ras vinden.
| |
| |
Ieder Vorst en aanzienlyk Man, die na heldenroem dong, verzamelde zyne krygsmagt byeen, en begaf zich met andere Christen Opperhoofden, op de Kruistochten na het Heilig-Land: geene verbintenissen, in 't menschlyk leeven, zyn duurzaamer en sterker werkender, dan die men vormt in een tyd van gevaar. - De droeve uitwerkzels, te wege gebragt door nabuurige Staaten, die hunne grenzen en heerschappy uitbreidden, door andere te vernietigen, openden een Tooneel 't welk hun de onvermydelyke noodzaaklykheid toonde, om zich te vereenigen tegen eene ontslooping, welke hun alle by beurten dreigde: de heilzaame gevolgen van zulke verbintenissen in verscheide nieuwlings gebeurde voorvallen, zette het zegel der goedkeurende ondervinding op dit bedryf. Dus aangezet, door de geestneiging en tydsomstandigheden, beraamden zy een reeks van onderneemingen, welke ongemerkt alle hunne zaaken tot een stelzel vormde, 't geen schielyk aller aandagt trok.
Eene zo groote ommekeer bepaalde zich niet tot eenige kleine Staaten in Italie, die het eerst dit stelzel omhelsden tot het afweeren eens invals van twintig duizend Franschen; maar 't werdt dankbaar aangenomen, door ieder Mogendheid van europa, die haare eigene onafhanglykheid wenschte te handhaaven. Zy bezaten nu het geheim om eene voeglyke verdeeling van magt te maaken, tusschen alle de Ryken van dit Werelddeel: en zyn zedert altoos 'er op bedagt geweest, om voor te komen, dat geen Vorst tot zulk eene hoogte opklimt, die onbestaanbaar schynt met de algemeene Vryheid.
Op deeze wyze kunnen wy de opkomst nagaan, en de natuur ontvouwen, van die Volksvereeniging, waar door alle de onderscheide belangen van europa op 't nauwst aan elkander hangen, en onderscheiden de veelvuldige werkingen van die vooruitziende Staatkunde, welke in vreede waakt, tegen nog afgelegene en mogelyke gevaaren, en in Oorlog schielyke en verwoestende vermeesteringen voorkomt. Het eenig algemeen oogmerk der Europische Staatkunde is, derhalven, met een vaste en onwrikbaare hand, de balans der magt, tusschen de strydende partyen, te houden. Hoe zeer zy mogen verschillen in de middelen, om dit uit te werken, stemmen zy alle stilzwygend overeen in het einde, bedoeld door zulk eene regtmaatige en noodige voorzorge. De grondregels, welke op dit gadeloos werk van staatkundige Wysheid steunt, en waar
| |
| |
door het tot den tegenwoordigen staat van volkomenheid gebragt is, zyn de verstandigste en de beste, ooit door 't menschlyk vernuft bedagt. Eenige weinige van de weezenlykste en meest werkendste moeten ieder Leezer, die het stuk met aandagt overweegt, in 't oog loopen. Het veronderstelt blykbaar het daadlyk bestaan van een Verbintenis, waar in alle onderscheide staate van europa, hoe genaamd, deel hebben, en onder gelyke verpligting liggen, om een geest van werkzaamheid, zuinigheid en maatigheid, ieder in zyn eigen Staat aan te kweeken; om allen indrang op de vryheden voor te komen, en elke burgerlyke inzetting te doen rusten op den breeden en vasten grondslag der menschlyke natuure; om nimmer, onder welk voorwendzel ook, de sterkste tegen de zwaksten by te staan, of onderstand te verleenen aan eenen, die uit zelfzoekende beginzelen van grootheid en overmeestering, of het boosaartig oogmerk om andere te bederven, eenen Oorlog aanvangt; om geen wetlooze inbreuk te gehengen op de eischen der onderscheide Ryken, of eenig verdrag te bekragtigen, 't welk eene Mogendheid, met zulk eene heerschappy beschenkt, als de veiligheid van 't geheele lichaam in gevaar brengt; om zich te vereenigen tegen alle poogingen binnen- of buitenlands, die eenigzins strekken om de algemeene rust te stooren; om met de nauwkeurigste oplettenheid en regtmaatigheid agt te geeven, op alles wat eenige betrekking heeft, op het regt der Volken; om niet geheel onzydig of onverschillig te blyven, ten opzigte van verrigtingen, beweegenissen of onlusten, die algemeene gevolgen kunnen na zich sleepen; om niet toe stemmen, in Huwelyksverbintenissen of Familie-verdragen, tusschen Partyen of Huizen, die reeds magtig genoeg zyn.
In deezer voege maakt europa een groot en sterk lichaam uit, 't welk door Godsdienst, Koophandel, Weetenschappen, Kunsten en Staatkunde, schoon het kleinste onder de Werelddeelen, den voorrang van alle heeft. |
|