Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1783
(1783)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBrief van C.R.T. Kr......... A.L.M. et Philos. Doct. aan de Welgeboore Vrouwe, Mevrouwe N.G.M. van W........., geboren op ten N...., - over het onweêrsvuur, door den afleider des klokkentorens, te Doesborgh, gelukkig afgeleidGa naar voetnoot(*).Heb ik onlangs de eer gehad UWGb. door menigvuldige en overtuigende proefneemingen, zoo wel met de Natuurlyke, als door kunstbewerking opgewekte Electriciteit, te doen zien, welk het vermogen zy der Metaalen Blixem-afleideren, en in hoe verre men daarop, als de eenige en beste middelen, om ons en onze gebouwen, tegen de schadelyke uitwerkzelen der Onwederen, te beschermen, grondig vertrouwen mag: zo geniet ik thans het verge- | |
[pagina 390]
| |
noegen UWGb. eene daadlyke proefondervinding der goede diensten, welken de onlangs geplaatste afleider, aan den toren van de groote Martini Kerk der Stad Doesborgh aan den Yssel, toegebragt heeft, kortelyk mede te deelen. Op Woensdag, den 28 May voorleden, ontstond 'er, tusschen 6 en 7 uuren des avonds, op gemelde plaats, een allerhevigst Onweder, het welk met eenen Zuid-Oosten wind spoedig kwam opzetten, en, na twee harde donderslagen gegeeven te hebben, terstond eenen blixemstraal, verzeld van eenen onmiddelyk daarop volgenden geweldigen eensklapschen donderslag, op het kruis des gewapenden torens uitschoot; stellende hetzelve voor een oogenblik, als 't ware, geheel in vuur; dog welk vuur terstond ook wederom verdween: aangezien de blixem onverhinderd langs den afleider tot de aarde werdt overgevoerd. - Dit verschynzel is van veelen even op gelyke wyze waargenomen; en in de daad geen wonder, Mevrouw! vermits, na het plaatzen van den afleider, dit onweder juist het eerste was, dat men de Stad zag naderen. Terstond op dezen blixemstraal, welke, door het vermogen des afleiders, zonder het gebouw de minste schade toe te brengen, zo gelukkig in den schoot der aarde was overgevoerd, viel 'er een geweldige slagregen; zynde meerendeels het gevolg op harde donderslagen; dewyl de waterdeelen der wolken, door het verlies der electrieke vloeistof, nader aan elkanderen gebragt worden, en druppen vormen, te zwaar, om door de lucht te kunnen ondersteund en opgehouden worden. Korten tyd, na dat dit onweêrsschoer was overgetrokken, kwam 'er een tweede op; een weinig meer zuidelyk dan het voorige, wederom verzeld met zwaare donderslagen en een stortregen. Dog dit hadt geene andere byzonderheden in zich, dan alleen de geweldige en buitengewoone snelheid, met welke hetzelve kwam aannaderen, en voorts de Stad overdreef. Eindelyk kwam 'er nog in den morgenstond een derde dondervlaag opzetten; waar by zich een slag deedt hooren, die alle de voorgaande in geweld overtrof, maar echter van geene schadelyke gevolgen geweest is. Des avonds omtrent tien uuren zag men nog een helder waaijertje, op het eene spits des afleiders, ten blyke, dat ous werktuig in dit geval aan beide de oogmerken volkomen beantwoord heeft; dewyl de nedervallende blixemstraal | |
[pagina 391]
| |
niet alleen behoorlyk is afgeleid, maar ook de stof des onweêrs te gelyk in stilte tot de aarde overgevoerd. En deze is dan ook waarschynlyk de reden, waarom de twee andere onweêrsschoeren, zonder de minste schade toe te brengen, de Stad en Toren zoo spoedig zyn overgetogen; als wordende de kragt der electrieke aantrekking, tusschen de wolken en de aardsche voorwerpen, door de werking der spitzen niet weinig verminderd. Den anderen dag heeft men, op voorzichtige last der Overigheid dier Stad, den gantschen toestel naauwkeurig onderzogt; dog niets daaraan gebrekkigs of ontsteld kunnen opspooren; zynde de afleider en zelvs de spitzen geheel en al onbeschadigd gebleeven; zonder dat men eenig blyk van den overgang des blixems tot de aarde heeft kunnen waarneemen. Hoe veel deze gelukkige gebeurtenis heeft toegebragt, ter geruststelling van veele onkundige, en, uit dien hoofde, angstvallige Inwooneren, die het aanweezen des afleiders te vooren als gevaarlyk, ja zelfs als schadelyk, aanmerkten, en zich bloohartig inbeeldden, dat, door denzelven, de onweêrsvlagen op onbegryplyke verre afstanden tot de Stad zouden worden uitgelokt, kan UWGb. zeer gemaklyk opmaaken. Men ziet derhalven op nieuw, dat de gelukkige ondervinding van meer kragt is ter verbanning van vooroorlen, dan de allerkragtigste proeven en nadruklykste bewysredenen, die de Natuurkundigen, reeds zedert den tyd van nu byna 40 jaaren, zoo onvermoeid en menigvuldig hebben voorgedraagen. - Misschien zullen dan deze en meer andere ondervindingen het plaatzen van afleideren, nog voor het einde dezer 18de Eeuw, in ons Neêrland algemeen maaken. Ik had wel gewenscht UWGb. naauwkeuriger berichten van deze gebeurtenis te kunnen mededeelen, dan vermits ik zelvs daar by niet aanwezig ben geweest, en geene uitvoeriger tyding bekomen heb, vind ik my voor het tegenwoordige daar toe geheel buiten staat gesteld. Ik heb de eer te zyn, enz. |
|