Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1783
(1783)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 375]
| |
gekend wordt, door hem, in zyn byzonder gedrag, onder zyne Huisgenooten te beschouwen. Dat ondertusschen deeze Regel, met andere algemeene regelen in de Menschkunde, uitzondering lyde, zal het volgende geval van philips II, ons van elders als een geheel ander Vorst bekend, overtuigend leeren. - Deeze Koning was tot laat in den nagt bezig geweest met het schryven van Brieven, 't welk hy doorgaans zelve verrigtte; zyn Geheimschryver hadt niets te doen dan ze te zegelen, en 'er de Opschriften op te plaatzen. Alle de Brieven waren af; hy vondt 'er een nog nat: de Geheimschryver wilde 'er zand op werpen: maar, door slaaperigheid bevangen, nam hy den Inkt-, in stede van den Zand-koker, en stortte dien uit over den Brief, die niet alleen daar door bedorven werd, maar tevens alle de andere besmette. De Koning aanschouwde zulks met bedaardheid, en voerde den Geheimschryver alleen dit woord toe; op den Inkt- en Zand-koker wyzende: zie, deeze is de Inkt-, deeze de Zandkoker. En zette zich voorts tot het herschryven der bemorste Brieven. - Wie hadt dit van philips II verwagt? Zouden wy die trek van Gemaatigdheid en Bedaardheid niet liever van eenig ander Vorst verneemen? - Hoe ongelyk is de Mensch aan zichzelven! - |
|