Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1783
(1783)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 257]
| |
Uittrekzel uit een brief eener reize door sicilie en Maltha, van den graaf De Borch; bevattende eenige byzonderheden wegens de stad Messina, enz.Ga naar voetnoot(*)messina, 8 December, 1776. Myn Heer!
Ik heb het, zedert myne aankomst in deeze Stad, zo druk, en ik heb zo veel te zien gehad, dat het my onmogelyk is geweest u in die eerste dagen te schryven; gelukkig heeft het heden wat geregend, en ik twyffel, of wy wel zullen uitgaan vóór den avond, wanneer wy voor hebben om naar den Schouwburg te gaanGa naar voetnoot(†). Ik zal deezen tyd waarneemen om u te schryven. Men rekent twaalf mylen van den Pharos van Messina, geschikt om den ingang van die straat te verlichten, tot aan de plaats daar de Zee die schoone haven begint te maaken, die de eenigste in zyne soort, en de eerste van Europa, zou zyn, zo die van Maltha, gelyk men my verzekert, haar niet overtrof. Verbeeldt u de uitgestrektste en gemaklykste Reê, de veiligste Haven die men zien kan, in zo verre, dat de Zee, in deeze verbaazende kom, altyd stil en bedaard, eene effene oppervlakte behoudt, terwyl haare grimmige golven, zig met een schroomelyk geraas tegen de rotzen en tegen malkanderen verbryzelende, de echo's van rondom door een honderdmaal herhaald geloei doen weergalmen. Dit verschillend gezigt van de Zee treft dies te meer, om dat men hier, in plaats van de naakte rotzen, of van een weinigje groen van de Kalabrische Kust, eene heerlyke Stad als uit de Zee ziet opgereezen, die als tot den zetel voor het gebied over dit Element geschikt schynt te zyn. Eene trotsche kaay, met groote platte stee- | |
[pagina 258]
| |
nen geplaveid, bied den voetgangeren eene aangenaame en gemaklyke wandeling, bykans altyd in de schaduw, aan, en verschaft de grootste gerieflykheid in het ontlaaden der Koopwaaren. Groote gebouwen, uit hardsteen opgetrokken, en meestal naar het zelfde modél geschikt, zonder andere afbreking dan die van eenige groote poorten daar de voornaamste straaten der Stad op uitloopen, maaken een der trotste gezichten die men zich verbeelden kan. De straaten van Messina beantwoorden wel niet aan de fraaiheid van de haven, doch zy zyn breed, meestal wel getrokken, en zeer wel geplaveid. Een der eerste dingen, welken men aan alle vreemdelingen, die te Messina aankomen, vertoont, is een beeld van Neptunus, de monsters Scylla en Charybdis geketend houdende. De Heer brydone is zo toegeevend geweest van het voor schoon te houden. Ik verschil ten eenemaale van hem, en zoude 'er, zonder zyn getuigenis, niet eens melding van gemaakt hebben. Het Standbeeld van den Koning van Spanje, niet verre van daar geplaatst, komt my voor, veel meer regt op de oplettendheid van een waarneemend reiziger te hebben. Schoon geen stuk van groote kragt, vereenigt het echter de juistheid der omtrekken met veel bevalligheid. Messina heeft nog andere beelden van verscheidene meesters, maar zy zyn niet schoon genoeg om met byzondere lofspraaken aangehaald te worden. Men moet evenwel een Koper beeld van Philippus V niet ongedacht voorby gaan; gelyk ook niet een ander stuk, zynde vier Zee-paarden door kleine Genies getemd, alles uit één blok marmer gehouwen, en zeer zacht van beitel. Het Geslagt van den Prins de la scaletta mag in alle opzichten, als het eerste van de Stad, beschouwd worden, 't zy ten opzichte van de geboorte, de rykdommen, en de achting welken het heeft, 't zy wegens het vermaak 't welk de vreemdelingen, die daar toegang krygen, door de vriendelykheid dier familie genieten. Twee zoons en eene dochter zyn even zeer sieraaden onder hunne Stadsgenooten als zy de wellust hunner eerbiedwaardige Ouderen uitmaaken. De Prins zelf heeft veel gereisd, en zyn verblyf in vreemde landen heeft hem de zeldzaame kunst geleerd om de Fransche levendigheid met de hartelyke herbergzaamheid der Siciliaanen te paaren. Zo gy ooit in Sicilie komt, gelyk gy voorhebt, moet gy eene Recommandatiebrief voor dit Huis zien te krygen, het zelve alleen kan veele andere te zamen opweegen. | |
[pagina 259]
| |
Deeze Prins bezit in zyn Paleis eene zeer schoone verzameling van Schilderyen van verschillende meesters; eene byzonderheid, daartoe betrekkelyk, verdient opgemerkt te worden; namelyk, dat de Voorouders van den Prins deeze Schilderyen met een Fidei-Commis bezwaard hebben, waardoor derzelver vervreemding voor altyd wordt afgesneeden. De eerste eigenaar dier Stukken moet daar oneindig veel werk van gemaakt hebben; dewyl hy op geene andere zyner bezittingen zulk eene bezwaaring gelegd, en derhalven zyne nakomelingen in de mogelykheid gesteld, of gelaaten heeft, om hunne tytels, en hunne geheele erfenis te verkoopen, en ten dien opzichte alleen voor deeze Quadri rispettabili heeft gezorgd. Het Gasthuis van Messina is zeer groot; het is zyn oorsprong, voor een goed gedeelte, verschuldigd aan de Pest, die gy weet, dat, in 1743, zo vreesselyk in deeze ongelukkige Stad heeft gewoed, dat zy 'er byna geheel door ontvolkt wierdt. De inkomsten van dit Huis worden met zeer veel wysheid en zuinigheid bestierd, buiten welke zodanige gestichten zig niet lang kunnen staande houden. De meeste ziekten, die het menschdom, zedert eenige eeuwen, wel met minder hevigheid, maar gemeener drukten, en die zeer gewoon zyn onder de Siciliaanen, hebben de uitgaaven van dit Huis grootlyks vermeerderd, en buiten den liefddaadigen onderstand van deszelfs bestierderen, en byzonderlyk dien van den Prins de la scaletta, zou deeze stichting reeds lang onvermogende geweest zyn om de helft haarer inkomsten goed te maaken. De Hoofdkerk van Messina, nog door de Normannen op de fundamenten van eenen ouden Heidenschen Tempel, zo men wil, gebouwd, vertoont een groot Schip, met twee laage zyden, maar zonder den minsten smaak. Men ziet 'er de veranderingen aan, die in verschillende eeuwen van verscheidene deelen deezer Kerk gemaakt zyn; en men kan uit dezelve de verbetering, of het verval, van den smaak in die eeuwen opmaaken. Byaldien dit met voordacht en goed overleg geschied ware, zou het van veel belang zyn, voor de Historie der Bouwkunde; maar dewyl het een louter uitwerkzel is van toeval en wanorde, brengen die strydende stukken niets dan een onaangenaame gewaarwording van het geheel voort. - Ik bespaar u de melding van andere Geestelyke Gebouwen, om dat die beschryvingen, met weinig nut, meestal lastig en verveelende zyn. Gister avond hebben wy een bezoek afgelegd by den Heer | |
[pagina 260]
| |
cortado, Gouverneur van Messina, een oud Officier, een zeer verstandig, achtenswaardig, man. Hy heeft ons vryheid gegeeven van het Kasteel, het Lazaret, en de Salvador te gaan bezichtigen. Het laatste is een uitspringend, afgezonderd werk, gebouwd aan het einde van de Land-Tong, die de Haven van Messina maakt. Het Kasteel, door de Spanjaarden gebouwd, draagt allerwegen de merktekenen van hunnen smaak, en van hunne wyze van bouwen: een hechte stevigte, veel grootheid in de onderneming, eene verbaazende kostbaarheid, zie daar de eerste aanmerkingen, die men maakt, en die eenen oplettenden reiziger inderdaad in 't oog springen: in de volgende ontleding komen hem verscheide anderen voor den geest, die zich niet wel laten schryven, en welken ik u by myne terugkomst zal mededeelen. Het Lazaret is, in volle Zee, voor een goed gedeelte op paalen gebouwd. Het is groot, ruim, vry gemaklyk, en beantwoord wel aan zyne verordening. De Salvador, een aanmerkelyke Fortres, schoon van weinig voorkomen, bestrykt de Haven en de Straat, en heeft de voordeeligste plaatzing voor de verdeediging van dien post. Men vertoont daar een Slang-stuk, 't welk men vertelt twaalf mylen verre te dragen; een fraaije afstand! dog ik herinner my, dat een Duitsch Officier my, in goeden ernst, verzekerde, dat 'er te Olmutz in Moravie een Stuk was, 't welk zes Duitsche mylen droeg, ieder Stad heeft gemeenlyk haare Wonderen, of, zo u dit woord hindert, haare Fabelen. De Pharos, of Vuurtoren, geschikt om de doortocht, in de straat, te verlichten, is in alles gelyk aan die, welke op Kaap Pelose tegen over de Scylla, gezet is. Het is eene Toren met eene soort van lantaarn, waarin eene groote lamp brandt, die vry weinig licht geeft; want de Wacht wil de Oly liever by de spyzen gebruiken, dan nutteloos, gelyk zy het begrypen, te laaten verbranden. De Land-Tong, waarop de Citadel gebouwd is, overgaande, heb ik het vermaak genoten, van het schoonste gezicht, dat men zich verbeelden kan. De Zee, te deezer plaatze door Sicilie en Italie beslooten, schynt eene heerlyke en majestieuze Rivier te zyn, uit eene oneindig groote kom voortkomende om haare wateren met pracht in den boezem der Zee te voeren, welke men als in 't verschiet bemerkt. De stroom van deeze straat is zo zichtbaar, dat de begocheling daardoor, inzonderheid wanneer hy van 't Noorden | |
[pagina 261]
| |
naar 't Zuyden vloeit, nog sterk vermeerderd wordt; en men voelt eene levendige spyt dat zulk eene trotsche rivier, die eene breedte van vier mylen vertoont, zulk een korten weg afloopt, of zo weinig afstand tusschen haar begin, en haar einde heeft. Twee mylen van Messina is eene Myn van Steenkoel, waarvan men hier te lande gebruik maakt; dog, na verscheidene ontbindingen, heb ik bemerkt dat deeze Delfstof niet geheel ryp is, en dat de groeijende zelfstandigheden, die 'er de basis van zyn, schoon sterk met zwavel bezwangerd, geen phlogiston genoeg hebben om eene goede brandstof te zyn, gelyk die welke men in Engeland, Holland, Frankryk, enz. uit den grond haalt. Het is niet dan een graafbaar hout, in git veranderd, met overvloed van Naphta en Steen-Oly. Op een uithoek die de Haven van Messina formeert, en waarop de Citadel, het Lazaret, en het Fort San Salvador staan, op dien uithoek, zeg ik, Braccio di San Raynero genaamd, maaken de Messineezen, konst-slyp-en molen-steenen, die in deugd niet behoeven te wyken voor die welken zy uit andere steengroeven van hun eiland haalen. Men gaat op deeze wyze te werk. Eerst begint men met de eerste laag, die geheel uit een Quartsachtig zand van eene vry groote korrel bestaat, weg te neemen. Vervolgens graaft men ter diepte van drie of vierde half voeten, en men maakt met een schop een ronde vorm, van omtrek en dikte zo als men den steen wil hebben; men maakt in het midden eene opening, geschikt om het middelpunt van den Steen te maaken, en het vierkant hout of yzer door te steeken, waarmede dezelve gedraaid zal worden. Vervolgens klopt men alles, om de oppervlakte glad te maaken en alle de deeltjes wel te vereenigen. Dan laat men deeze weeke zelfstandigheid, dus bereid, in dien staat voor de aanraaking of speeling der lucht blootgesteld, en na verloop van een Jaar verbindt het steenmaakend sap deeze deelen, schoon meestal ongelykslachtig, en geeft dezelve alle de vastheid, die tot de voldoende oogmerken noodig is. Herinner u, myn Vriend, dat ik, in myne Memorie over de Steenmaakende sappen, deeze methode byna gegist heb, toen ik aan die volkeren, die geene groeven van hardsteen hadden, raadde om door de kunst het gebrek der Natuur te vervullen, en zig, 't geen deeze hun geweigerd hadt, door eigen vinding te verschaffen. Messina, dat door haaren luister, haaren Koophandel, en haare Volkrykheid den voorrang aan Palermo betwistte, is zedert 1743, byna geheel ontvolkt door eene wreede pest, door eene doodelyke kinderziekte gevolgd, waardoor, in | |
[pagina 262]
| |
den tyd van zes maanden, zeventig duizend Persoonen wierden weggesleept. Tegenwoordig kan men naauwlyks dertig duizend inwooneren binnen haare-muuren tellen. De Handel is, na dat de gemeenschap met de Levant afgebrooken is geworden, geheel gevallen, en deeze Stad is verplicht alleenlyk gebruik te maaken van de weinige goederen die haar van Marseille, Livorno en Genua worden aangebragt. Alle die fraaije huizen, die het sieraad van de Haven maaken, zyn meestal verlaten, en Messina vertoont zig in deezen staat van kwyning als een schoon lighaam van zyn levenwekkenden adem beroofd. Morgen ochtend heel vroeg moeten wy de Stad verlaten. Dus zal ik hier myn Brief eindigen; schreef ik voort, ik zoude aan het philosopheeren raaken. De Onheilen van Messina zouden my eene menigte aanmerkingen voor den geest brengen, over de Omwentelingen der wereldsche zaaken, en den weinigen staat, welken men op derzelver duurzaamheid maaken kan. |
|