Hedendaagsche oefenende Heelkunde. Door D. van Gesscher, Heelmeester te Amsterdam, en Lid van verscheiden Genootschappen. IIIde Deels 1ste Stuk. Te Amsterdam, by de Wed. J. Dóll, 1783. In gr. 4to. 120 bladz.
De Heer van Gesscher behoort niet tot dat slag van Geleerden, die zomtyds met ongelooflyken yver eene zaak beginnen, maar ook even zo schielyk in hun voorneemen verflaauwen; of ('t welk nog erger is) den begonnen arbeid staaken, zo dra zy in de loopbaan hunner letterbezigheden eene gunstige gelegenheid vinden om roem te verwerven. - Onaangezien de menigvuldige Beroepsbezigheden, gaat de werkzaame van Gesscher voort, om zyne begonnen taak te volenden, en ons eerlang een volledig Werk over de Heelkunde te leveren. - In dit Derde Deel zal de Schryver, volgens het gemaakt ontwerp, de Heelkundige Konstbewerking verhandelen, en wel in het eerste lid de algemeene, en in het tweede lid de byzondere, Konstbewerkinge. - In het Stuk, dat wy thans voor ons hebben, beschouwt de geleerde Schryver de Heelkundige Konstbewerking in het algemeen, en handelt in Vyftien byzondere Hoofddeelen over de Aderlaating, het Koppen, de Blaardragten, de Etterdragten, de Inkervingen, het openen der Ettergezwellen, het wegneemen van Beursgezwellen, de Hegtingen, de Wryvingen, het Electriseeren, de Brandingen, de Inspuitingen, het zetten van Bloedzuigers, de onderschepping der Slagäderen, en de afzetting der Ledemaaten. Alle deeze onderwerpen