| |
| |
| |
Geneeskundige Proeven en Waarneemingen door F. Home, M.D. Geneesheer des Konings van Groot-Brittannien, Lid van het Koninglyk Geneeskundig Genoodschap, en Hoogleeraar in de Materies Medica, aan de Universiteit te Edenburg. Uit het Engelsch vertaald, en met Aanmerkingen vermeerderd, door Jan van Breda, Stads Med. Dr. te Gouda. Eerste Deel. Te Amsterdam, by A.J. van Toll, 1783. Behalven de Voorberigten, 364. bl. in gr. octavo.
Wy wenschen onzen Nederduitschen Leezer geluk met de Vertaaling van een Boek, 't welk in verscheiden opzigten voor de Beoefening der Geneeskunst zeer gewigtig is; en men is den geleerden Heer breda, voor de moeite die hy aan deeze allezints fraaije en nauwkeurige Vertaaling besteed, en voor de toeligtende Aanmerkingen, met welke hy het Werk zelven vercierd heeft, dankbaar.
Het is onbetwistbaar zeker, dat goede Waarneemingen de eenigste grondslagen zyn, op welk eene verstandige Geneeskunst moet gebouwd worden; maar het is ook niet minder zeker, dat de kunst van waar te neemen, niet zo gemakkelyk is, als veelen zig verbeelden.
Hier van daan dat het getal van goede Waarneemingen nog zo gering is, in vergelyking van die veele slegten, die tog, op den keper beschouwd, niets dan een geleerd gezwets zyn; die veelal, in plaats van voor het Ziekbed, op de studeerkamer worden t' zamen gelapt, en die nergens toe dienen, dan om het lievelings systema van den Schryver te plooijen.
Tot dit soort van Waarneemingen behooren die, welke wy thans voor ons hebben, geenzints.
De Heer Home is reeds lang bekend als een Man, van uitsteekende talenten, die, als een vertrouwling der natuur, haar op de daad weet te betrappen; en die, zonder het haatelyk masker van vooroordeel en zugt voor zyn systema, de verschynselen en loop, in het Character der Ziekten, opmerkt; en daarby eene uitgestrekte kennis, en rype oordeelkunde, bezit, om het waargenomene, kort, duidelyk en leevendig, voor te stellen. - Zy, die hieraan mogten twyfelen, kunnen, tot hunne overtuiging, deeze Waarneemingen leezen.
Dit Werk is oorspronglyk, in één Deel, uitgegeven; dog daar het, zo door de Vertaaling, als het geen 'er de
| |
| |
Heer Breda heeft bygevoegd, meer dan een derde is vermeerderd, heeft de geleerde Vertaaler voegzaam geagt het zelve in twee Stukken te verdeelen. - Het eerste Deel, dat wy thans voor ons hebben, is in Elf Hoofdstukken verdeeld.
In het eerste Hoofdstuk zoekt de geleerde Schryver uit Waarneemingen te bepaalen, welke de geschiktste tyd is, om in tusschenpoozende Koortzen den Koortsbast te geeven: - en het besluit, dat hy uit zyne gedaane Proefneemingen maakt, is, dat de Koortsbast, op het einde van den aanval, of op den afstand van veertig uuren, voor het begin van de volgende Koorts meerder vermogen heeft om den aanval te stuiten, en de Koorts te geneezen; dan, wanneer dit middel, drie of vier uuren vóór den aanval ingenomen word; ja zelf, dat, in het laatste geval, de Koortsbast den aanval der Koorts verzwaart. - Hieruit besluit hy verder, dat het zeer waarschynlyk is, dat de Kina haare uitwerking geenzins tot de Maag alleen bepaalt, maar dat dit geneesmiddel tot het vaatgestel moet doordringen, en aldaar zyne werking doen; dit is gantsch tegen het gevoelen van Cullen. - Wy stemmen de Waarneemingen van den Schryver, en die daaruit gemaakte Gevolgtrekkingen, volkoomen toe; - schoon de redenen, die de oordeelkundige Schryver daarover in de Nota geeft, geenzints voldoen. - Wy kunnen echter niet voorby, aan te merken, dat de tyd, tusschen de aanvallen der Koortzen, zomtyds zo kort is, en de Koortzen daarentegen zo gevaarlyk zyn, dat men, zelf in den aanval der Koorts, de Kina, kan en moet geeven.
In het tweede Hoofdstuk worden Proefneemingen medegedeeld, aangaande zommige geneesmiddelen, in de Typhus Nervosus. - Deeze middelen zyn de Koortsbast, aftrekzel van Spaansche-Vliegen, Spaansche-Vliegenpleisters, Stooving van de Beenen, Campher, Geneesmiddelen uit het Spiesglas, de Tartarus Emeticus, het Jame's poeder, Opiata en Pest-wortel. - Het besluit, dat de Autheur hier uit opmaakt, is, dat de Campher schadelyk in deeze Ziekte is. - Iets, het welk de Recensent nimmer kan toestemmen; daar hy, door de Waarneemingen van andere, zo wel als uit zyne eigene, overtuigd is, dat de Campher eene der bekwaamste middelen is, vooral, wanneer zy met den Koortsbast voreenigd word, om de krachten op te wekken, en de verslapte Zenuwen,
| |
| |
(gelyk dit het geval van de Typhus Nervosus is,) te versterken; hier hadden wy gaarne de gedagten des Vertaalers gewenscht; de Spaansche-Vliegen, de Tart. Emeticus, en het Jame's-poeder, hebben mede weinig voordeel aangebragt; daarentegen worden de Opiata aangepreezen.
Over het geheel genomen, heeft ons de Heer Home in dit Hoofdstuk het minst voldaan: - want, behalven dat de genomen Proeven niet beslissende zyn, om juiste gevolgen daar uit te trekken, zo zyn 'er nog verscheiden andere middelen, die in dit geval aangepreezen worden, en die waarlyk eene nadere beproeving verdienden; b.v. de Serpentaria Virginiana, de Valeriana, de Cascarilla, en Martialia.
Het derde Hoofdstuk handelt over het Bastaard zydewee, (pleuritis spuria.) Dit Zydewee, schoon veel overeenkomst hebbende met het waare Zydewee, verschilde echter in de geneeswyze merkelyk van de laatste. - De Schryver geeft eene korte, doch meesterlyke beschryving der Ziekte, die wy waarlyk niet genoeg ter naavolging kunnen aanpryzen. Hy toont allerduidelykst uit den loop, en de verschynzelen der Ziekte, dat dezelve van eenen Catharralen aart geweest zy, en bevestigt deeze gedagten met het getuigenisse van Hippocrates, Galenus, Sydenham en van Swieten. - De voornaamste oorzaak word in eene belette uitwaasseming gesteld, gelyk dit ook allerduidelykst uit de Meteorologische Waarneemingen blykt. Op deezen grondslag bouwt de Heer Home zyne geneeswyze. De Aderlaatingen worden nutteloos geoordeeld, (met regt) daarentegen de Spaansche-Vliegenplaasters sterk aangepreezen. - Wy hebben in de Beschryving deezer Ziekte veel overeenkomst gevonden met die Zinking-Koorts, welke wy onlangs in ons Land, zo wel als in bynaa geheel Europa, hebben waargenoomen. - De zulken, onder de Geneesheeren, die zo gereed zyn alle zoorten van Zydewee door Aderlaatinge te geneezen, en by gebrek van de noodige kennisse van den waaren aart der Ziekte, of door ingewortelde vooroordeelen verblind, liever den ouden slenter naavolgen, en even daardoor hunne onschuldige Lyders, door herhaalde aderlaatingen, in gevaar storten, - de zulken raaden wy dit Hoofdstuk ter naaleezing en ter overweeging, om eens tog hunne aangenomene grondstellingen vaarwel te zeggen.
Het vierde Hoofdstuk is eene Verhandeling over de Koorts
| |
| |
der Kraamvrouwen, (sebris puerperalis.) - De aanmerkingen, waarmede de Heer Vertaaler dit Hoofdstuk vermeerderd heeft, en waaruit men 's Mans oordeelkunde en beleezenheid ten klaarsten ontdekt, stellen den Leezer in staat om de verschillende gevoelens der vroegere en laatere Geneesheeren, omtrent de waare oorzaaken, en den gemeenen aart deezer Ziekte, als mede deszelfs besmettelykheid, of niet besmettelykheid, met elkander te vergelyken. - Met één woord, wy vinden hier alles kort by elkander, wat 'er tot hier toe over deeze Ziekte geschreeven is, mitsgaders derzelver geneeswyze.
Het vyfde Hoofdstuk bevat Waarneemingen en Aanmerkingen omtrent de Mazelen, die in de Lente van 't Jaar 1778, te Edenburg, geheerscht hebben.
In het zesde Hoofdstuk komen Proefneemingen voor, met zommige geneesmiddelen, in de Longteering. - Deeze middelen zyn Vitriool-zuur, Aluin, Koortsbast, Styfzel, Vaste-lugt, en damp van Wierook. - Over het geheel genomen, bevond de Schryver dat de meesten deezer middelen de toevallen eerder verzwaarden, dan verligting aanbragten. - De Styfzel en de Vaste-lugt scheenen de eenigste die derzelver hevigheid deeden bedaaren. - Over het Vitriool-zuur, of liever de Spirit. Vitrioli, en de Vaste-lugt, verdienen de geleerde Aanmerkingen van den Heer Vertaaler byzonder geleezen te worden.
Het onderwerp, 't welk in het zevende Hoofdstuk verhandeld word, betreft de Melaena, of morbus niger Hippocratis. Eerst geeft de Schryver de verschillende benaamingen deezer Ziekte; - dan brengt hy drie Waarneemingen by, waaruit hy vervolgens zeer veele gewigtige gevolgen, omtrent de oorzaaken, den wezenlyken aart, en de geneeswyze deezer Ziekte, trekt. - Hy wederlegt het gevoelen van Hippocrates, Boerhave, van Swieten, en Morgagni, als of de oorzaaken deezer Ziekte aan zwarte Gal, (atra bilis,) moest toegeschreeven worden; - en terwyl de Schryver schynt te veronderstellen, dat genoemde Schryver daaronder de ontaarde Gal verstaan hebbe, zo tragt de geleerde Vertaaler, deeze misvatting te keer te gaan; en de wyze, waarop hy dit doet, zal elk kundigen Leezer zeer bevallen. - Dit gantsche Hoofdstuk, en de daarby gevoegde oordeelkundige Aanmerkingen, verspreid zeer veel ligt over deeze Ziekte, en dus verwyzen wy onzen Leezer tot het boek zelven.
In het agtste Hoofdstuk komen Proefneemingen voor, met het Rhododendron Chrysanthemum Linnaei. In Siberiën
| |
| |
word dit middel tegen den Rheumatismus gebruikt, dog de Heer Home bespeurde daarvan geene verligting der toevallen.
Het negende Hoofdstuk bevat vier Waarneemingen omtrent oorspronglyke hartnekkige Hoofdpynen, welkers oorzaaken en geneeswyze de Heer Home beschryft.
In het tiende Hoofdstuk worden Proefneemingen verhaald, met de oogzalve van den Heer Sloane, in vlekken op het Hoorn-vlies, (albugo vel Leucoma.) In beide bygebragte gevallen was het middel van eene zeer heilzaame uitwerking.
Eindelyk in het elfde Hoofdstuk deelt de beroemde Schryver Waarneemingen mede, omtrent verscheiden soorten van Krampstillende middelen: - de Schrik, Vrees, Koude baden, het Aderlaaten, de Electriciteit, Spaanschevliegpleisters, de Valeriaan, de Muscus, de Campher, Castoreum, Asa Foetida, Spiritus AEthereus Vitriolicus, de Koortsbast, Artemisia, Poeonia, Viscus Quercinus, Extractum Hyoscyami, Bladen der Oranje-Boomen, Cardamine Pratensis Linn. Opium, Cuprum Ammoniacale, Flores Zinci, en de Kwik. Deeze Waarneemingen, als mede de verschillende uitwerkingen der bovengenoemde Geneesmiddelen in ieder der byzondere gevallen, benevens de aanmerkingen van den Heer Home, geeven den practizeerenden Geneesheer veel stoffe tot naadenken; en wy wenschen onzen Leezer dat zelfde nut, 't welk wy by eene oplettende doorleezing daaruit getrokken hebben. - De rangschikking, welke de Schryver uit het wederkeerig vermogen deezer middelen maakt, zal misschien niet altoos, door de ondervinding, geregtvaardigd worden.
In den eersten rang plaatst hy de zwaksten, de bladen van Oranje-boomen, Castorium, Muscus, enz. - In den tweeden de Campher, Flores Zinci, Spaansche-Vliegen, enz. - In den derden rang de Asa foetida, de AEther en Kwik; - en in den vierden rang, de Kina, het Opium, en Aderlaaten. - Het is ten uitersten bezwaarlyk om hier omtrent eenige rangschikking te maaken; en de reden daarvan is klaar, wanneer men overweegt, dat de oorzaaken der kramptrekkinge zo menigvuldig zyn, dat de individeele toestand der Lyders veeltyds zo aanmerkelyk onderscheiden, en dat door dit alles de werking der geneesmiddelen gewyzigd word.
Wy zien met verlangen het tweede Stuk van dit Werk te gemoet, gelyk dan ook de geleerde Vertaaler in de Voorreden belooft, dat binnen kort geschieden zal. |
|