Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1783
(1783)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 446]
| |
Adres, het welk aan het Hoogeerwaarde Synode van Noordholland, dat in dezen jaare te Haarlem gehouden zal worden, staat overgegeven te worden, door Harmanus Wachter, Leeraar der Hervormde Gemeente. Te Amsteldam, by H. Keyzer en A. Mens, Jansz. 1783. Behalven de Voorreden 106 bladz. en de noodige Bylagen van 82 bladz. in gr. octavo.Dit Adres, naer 't oogmerk des Opstellers, in 't laetstgehouden Synode te Haerlem, ingeleverd en overwogen, behelst verregaende klachten van den Eerwaerden Wachter, gewezen Predikant der Hervormde Gemeente te Batavia; over de, volgens zyne opgave, gansch onregtmatige handelingen van den Bataviaschen Kerkenraed ten zynen opzichte, die eindelyk ten gevolge hadden, dat hy, en door den Kerkenraad, en door de Regeering aldaer, gantschlyk van zynen dienst ontzet wierd. Hierop heeft de Eerwaerde Wachter zich, in 't Vaderland wedergekeerd zynde, eerstlyk vervoegd by de Wel Eerwaerde Amsterdamsche Classe, en voorts, met dit Adres, by het Hoog Eerwaerde Synode van Noordholland te Haerlem; ten einde te verzoeken, dat men hem, staende het onderzoek van het voorgevallene te Batavia, en dus van zyne schuld of onschuld, waer mede zekerlyk veel tyds verloopen moet, vryheid geeve, om, onder het opzicht van, en voor een oud of ongesteld Leeraar, den dienst waar te neemen, met uitdrukkelyke verklaaring, dat zulks geschiedt by voorraad, en ongepraejudicieerd de gehoudene procedures. Ten aendrange hiervan neemt hy de vryheid Hunne Hoog Eerw. in dit Adres te bepalen: 1. By een eenvoudig en waerachtig verhael van de met hem gehouden procedures, en derzelver aenleidende oorzaek; 2. By het betoog van het onbetamelyke en onwettige van des Kerkenraeds handelwyze; en 3. By ene en andere aenmerking, dienende, om enige bedenkingen, die in het gemoed van Hunne Hoog Eerw. zouden kunnen opkomen, weg te nemen. Op de voorstelling hiervan besluit zyn Eerwaerde dit Adres indezervoege. ‘Daar dan de beledigingen, my aangedaan, zo zeker zyn; daar zes- en twintig Leden van de Amsterdamsche Classis, in eene Vergadering, die niet voltallig was, verklaard hebben, te oordeelen, dat ik mishandeld ben, zo als een der Amsterdamsche Leeraaren aan eenen zyner | |
[pagina 447]
| |
naastbestaanden verklaard heeft; daar de rampen, welke my getroffen hebben, zo groot zyn; daar zo veele bewyzen van myn onschuld gevonden worden: hoop ik, dat U Hoog Eerw geene zwaarigheid zullen maken, om aan myn, zo naauw bepaald, verzoek, te voldoen. Indien intusschen U Hoog Eerw. onverhoopt geene vryheid daar toe mogten vinden, dan verzoek ik, dat U Hoog Eerw., uit menschen- en uit broederliefde, voor myn onderhoud gelieven te zorgen, op dat ik niet van gebrek vergaaGa naar voetnoot(*). Dan, daar ik dit laatste verzoek reeds aan de Wel Eerw. Classis van Amsterdam gedaan, en daarop ten antwoord gekregen heb, door den mond van den Wel Eerw. Heer hamerster, de Classis heeft geen beurs; zo smeekt de Ondertekenaar, (indien dit ook by U Hoog Eerw. Vergadering plaats heeft,) dat op de een of andere wyze voor hem gezorgd mag worden. God, de Regeerder van het Geheelal, doe U Hoog Eerw. zulk een besluit neemen, dat het meeste strekt tot zyne eer, en tot bevordering van myn wezenlyk heil! Ik ben, enz.’ Volgens ingekomen bericht heeft het Hoogeerwaerde Synode, op de overweging van dit Adres, (latende de zaek der procedures aen de nadere onderzoekingen over,) den Eerwaerden Wachter toegestaen, hier en daer den Predikdienst waer te nemen, zonder echter de Bondzegelen te bedienen. |
|