met een stillen geest overdenken; ons tot u, onzen Schepper en Vader, verheffen; ons van uwen wil onderrichten; in het geloof aan u en uwen Zoon Jesus versterken; ons over uwe weldaaden en de hoop der zalige onsterflykheid verheugen; en dus onzen geest voeden, en tot een beter hooger leven voorbereiden kunnen. Dank zy het uwe wyze, vaderlyke goedheid, die deeze verordeningen gemaakt, en ons tot deezen dag in het genot derzelven onderhouden hebt! ô Laat 'er ons thans en altoos een waardig gebruik van maaken. Verzamel toch onze gedachten uit de verstrooijing, richt dezelven gantschelyk op u, en op de heilzaame onderrichting, die gy ons door de leer van den Godsdienst toedeelt, op dat wy u immer beter kennen, immer hartelyker beminnen, u immer blymoediger vertrouwen, en uwe geboden immer gewilliger en getrouwer leeren gehoorzaamen.
Laat in 't byzonder de gedachten van de opwekking en verhooging uwes Zoons Jesus, welken deeze dag ons te binnen brengt, ons in het gelooven zyner Goddelyke leere, en in het vertrouwen op zyne beloften, versterken; ons tot navolging van zyn heilig, weldaadig, algemeen nuttig leven, dat zulk een heerlyk einde genomen heeft, opwekken, en ons recht Christelyke, hemelsche, gezindheden inboezemen. Laat zich de zekerheid zyns wederverkreegen levens, door de krachtigste werkingen zyner leere en zynes voorbeelds, onder ons openbaaren; en niemand van ons deezen dag ten einde brengen, zonder op denzelven iets meer goeds geleerd, en meer kennis der waarheid, meer liefde en vermoogen ter deugd en vroomheid, meer wysheid tot leiding des tegenwoordigen, en meer bekwaamheid tot genieting des toekomenden, levens verkreegen te hebben. Uw zegen, ô God! verzelle alles, wat wy heden denken, spreeken, leezen en hooren zullen, op dat het ryke vruchten van verbetering en geruststelling in ons en onder ons voortbrenge, door Jesus Christus, Amen.’