Onze Autheur, met de uitgave van dit zyn Werk, dat in 't oorspronglyke bladswyze geschiedde, volhardende, ontdekte door den tyd nog al etlyke Insecten, die mede tot deeze veertien Classen behoorden; daarbenevens gelukte het hem, onder de reeds beschreevenen, nog nieuwere waarneemingen te doen; en verder ook andere Insecten op te speuren, die tot de bovengenoemde Classen niet gebragt konden worden. De vrugt van deezen zynen arbeid is in het derde en vierde Deel by een verzameld. - Het derde Deel alleen bevat, behalven zodanige Schepzelen, die tot de eerstgestelde veertien Classen te betrekken zyn, nog acht nieuwe Classen. (1.) De Libellen of Landnimphen, waaronder de Mierenroover en anderen. (2.) Zesderleie soort van Waterluizen. (3.) Eene soort van Waterspinnen, benevens eene Watermade of Myt. (4.) De Rivierkreeft, de kleine Riviergarnaal en de Zeegarnaal. (5.) Drieërleie soorten van Scorpioenen. (6.) Tweeërleie Snuitlevers, (7.) Vier soorten van Armpolypen, en eenige in steen gevonden Armpolypen, tweeërleie Vede bespolypen, drieërleie Slongetjes, en eindelyk (8.) Negen soorten van Basterdpolypen, benevens twee kleine Waterinsecten., het zogenoemde Kogeldier, en de klei e Proteus, aan welken noch kop noch staart te vinden is. Het voorgestelde, wegens de Polypen, is genoegzaam een Stuk op zigzelve, waarom de Heer Rösel 'er ook een afzonderlyk berigt voor geplaatst heeft; in 't welke hy ons de opkomst en den voortgang der ontdekkinge deezer zonderlinge Schepzelen verhaalt, met meldinge der moeite, die hy,
eerst aan de egtheid der ontdekkinge twyfelende, genomen heeft, als mede van den uitslag zyner poogingen desaangaande, waaraan we deeze zyne naauwkeurige beschryving der Polypen verschuldigd zyn. Men vindt de opgemelde soorten, door den Heer Rösel zelven waargenomen, op XXX Plaaten afgebeeld; behelzende het voorige gedeelte nog LVI Plaaten, met de afbeelding van verscheiden der opgemelde Insecten.
Wyders verleent ons het vierde Deel, behalven eene voorafgaande Leevensbeschryving van den Heer Rösel, en het bovengemelde Register, aan 't einde van dit Werk geplaatst, nog eene verscheidenheid van Rupsen en Vlinders, als mede Kevers en dergelyken; die ten deele van de voorheen beschreeven onderscheiden zyn, en ten deele nog nadere aanmerkingen, op nieuwe waarneemingen gegrond, nopens dezelven aan de hand geeven. Een aantal van