tenen, niet, over alle onderwerpen, op dezelfde wijs denken.’ Door Schryvers die denkende Christenen zyn, verstaet men hier zodanigen, die, terwyl ze niets schryven dan 't geen een Christen voegt, toonen, dat ze niet slechts van anderen overnemen, of den gemenen slenter volgen; maer dat ze daedlyk zelven denken; in zo verre dat men, schoon ze niet altyd iets nieuws geven, nogtans in hunne Schriften altoos iets byzonders ontdekken, of ten minste het behandelde ontwerp in een nieuw licht geplaetst zien, waeruit blyken kan, dat zy zelven gedacht hebben. - Twee stukjes van die natuur heeft men reeds afgegeven; en elk derzelver behelst drie Verhandelingen. - De eerste gaet over Gods Algenoegzaemheid, en strekt om te toonen, dat de hoogste Gelukzaligheid Gode moet worden toegekend, niet als zyner Natuure door ene volstrekte noodzaeklykheid eigen, maer als een gevolg beide van zyne Zedelyke en Natuurlyke Volmaektheden. - Ene volgende betreft de gehoorzaemheid aen de Overheden, en doet ons zien, dat men der Euangelieleere onregt doet, wanneer men haer verdenkt en beschouwt, als leerde zy ene lydelyke gehoorzaemheid; daer het integendeel alleszins blykbaer zy, dat de gehoorzaemheid aen de Overheden, in bevelen, van hoedanig ene natuur ook, die duidelyk tegen het regt van God, of de regten des Menschdoms aenloopen, ons door den Christelyken Godsdienst niet opgeleid, maer verboden is. - Verder
word hier gehandeld over de Wedergeboorte, en wel inzonderheid getoond, hoedanige denkbeelden men zich daer van te vormen hebbe, zo met betrekkinge tot den tyd der aenvanglyke verkondiginge der Euangelieleere, als met opzicht tot onze tegenwoordige dagen: en in welken zin de Wedergeboorte voor alle Christenen, van alle tyden, noodzaeklyk zy. - 'Er moet naemlyk in allen, zelfs in den best opgevoeden en minst gebreklyken Christen, tot ryper jaren gekomen zynde, een nieuw beginsel van werking ontstaen, 't welk te vooren niet, of zeer onvolkomen, in hem plaets had; een beginzel van werking, dat alle zyne daden regelt, en op zyn gansch gedrag een doorgaenden invloed heeft; bestaende in een oprecht en ernstig besluit, om God in alles, zonder enige uitzondering, te gehoorzamen, en alle andere belangen en neigingen daer aen te onderschikken. - Het tweede drietal van Verhandelingen vangt aen, met een onderzoek nopens de beweegredenen van Judas, in 't verraden van