Verhandeling van den Heidelbergschen Catechismus, door twee Godgeleerden. N. 1 en 2. Te Utrecht, by S. de Waal, en G.v.d. Brink Jansz. 1783. In groot octavo, 77 bladz.
Nademael 'er reeds zo veelvuldige verhandelingen van den Heidelbergschen Catechismus het licht zien, komt het, in den eersten opslage, enigermate vreemd voor, een nieuw stuk van die natuur ter drukperse te schikken. Dan het byzonder oogmerk, waermede zulks geschied, vermindert terstond de bevreemding. Men heeft naemlyk, zo als de Voorreden meld, begrepen, dat 'er, niet tegenstaande alle de voorige werken, nog wel vereischt werd een Geschrift, ‘'t geen zich wat nader by de uitdrukkingen van den Catechismus hieldt, 't geen tevens de woorden en de zaken wat oordeelkundiger behandelde, en 't geen leevendig en krachtig in het toepassend deel mogt zyn.’ Een voorslag hieromtrent, etlyke jaren geleden, gedaen, is vruchtloos geweest, tot dat men onlangs aenzoek kreeg, om een Geschrift van dien aert, dat grootlyks aen dit bedoelde beantwoord, uit de papieren van enen overleden Leeraer, in 't licht te geven Een nog dienend Leeraer, door de Famille hiertoe aengezogt, deelde zulks den tegenwoordigen Uitgeveren mede; en dezen beslooten wel dra, om de uitgave op zich te nemen, onder dit beding: ‘dat zyn Eerw. de moeite op zich wilde neemen, om het zelve te verschryven, te beschaven, en met zyne aanmerkingen te vermeerderen, op dat het te beter aan 't bedoelde mogte beantwoorden.’ Zyn Eerwaarde dit op zich genomen hebbende, heeft men voorts de hand aen 't werk geslagen, en beslooten, ten minste van maand tot maand, ene Zondagsche Afdeeling in druk gemeen te maken; waervan de twee eersten ons reeds ter hand gekomen zyn. - De uitvoering toont, dat en de overleden en de nog dienende Leeraer beiden twee Godgeleerden genoemd mogen worden, wier arbeid zeer geschikt is tot deze taek; des men met rede moge verwachten, dat dezelve genoegzaem aen de opgemelde begeerte voldoen zal. - Men verkiest tot nog de namen dier Godgeleerden te verbergen; maar ze zullen, by 't voltrekken dezer
Verhandelingen, indien niet vroeger, genoemd worden.