Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1783
(1783)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijAanspraaken gedaan, zo ter verlaating van het oude, als ter intrede en inwyding van het nieuwe Rechthuis te Westzaan, den 13 February Ao. 1783. Te Amsterdam, by A.J.v. Toll, 1783. In gr. octavo, 64 bladz.Bouwvalligheid en bekrompenheid van het oude Rechthuis van den Banne van Westzaan hebben, zo als ons de Heer Simon Jongewaard Junior, Schout en Secretaris des opgemelden Bans, in zyne Aanspraak te kennen geeft, aanleiding gegeeven, tot het neemen eener resolutie om een nieuw Rechthuis voor dien Ban, in het Dorp Westzaan, daar het oude | |
[pagina 343]
| |
insgelyks stond, te stichten; welke resolutie dan ook voorts werkstellig gemaakt is. Op de voltooijing nu van dat Gebouw heeft de Achtbaare Bans-Regeering goedgevonden, haare laatste vergadering in 't Oude Rechthuis gehouden hebbende, plegtig haare intrede in 't Nieuwe Rechthuis te doen: en by die gelegenheid is de eene en andere Aanspraak gedaan; welken ter nagedagtenisse door den druk gemeen gemaakt zyn. In de eerste plaatse heeft de Heer Johannes Ismaël Creutz, (Ph. Dr. A.L.M. en eerste Directeur der Stads Werken te Amsterdam,) aan wien men de directie nopens de stigting van dit Gebouw had toevertrouwd, de Leden der Agtbaare Regeering, met eene gepaste Aanspraak, verzogt het oude te verlaaten, en van 't nieuwe bezit te neemen. Dit geschied zynde heeft die Heer Hen plegtig, met eene welingerigte Aanspraak, in 't Nieuwe Rechthuis verwelkomd. En daarop heeft bovengenoemde Heer Jongewaard dit Nieuwe Gesticht als ingewyd, met eene Aanspraak, zo aan de Regeeringsleden als andere Heeren, by die gelegenheid aldaar tegenwoordig. Met een kort woord de Vergadering herinnerd hebbende, 't geen tot den opbouw van dit Nieuwe Rechthuis betrekking had, geeft hy verder zynen Toehoorderen eene beschryving van dat Gebouw, zo ten aanzien van deszelfs uiterlyke als inwendige gesteldheid; met eene nevensgaande verklaaring van de zinnebeeldige cieraadien, waarmede het zelve pronkt. En hieraan hegt hy eindelyk zynen inwydenden zegenwensch, en verdere beknopte ter zaake dienende byzondere aanspraaken. In 't een en 't ander heeft de Redenaar den aart van zyn onderwerp zeer wel in 't oog gehouden, en alles eigenaartig geschikt naar den eisch der beoogde omstandigheden. Zie hier zynen inwydenden zegenwensch, welken wy te eerder overneemen, om dat dezelve ons tevens leert, tot welke byzondere einden dit Gebouw geschikt is: daar hy zig, wenschende, aldus laat hooren. ‘Dat de Allerhoogste Bouwheer en Bestierder van 't Geheelal, welke, door deszelvs gunstige Voorzienigheid, ons dit tijdstip, naar welke onze Voorvaderen reeds begeerig zijn geweest, en wij lange gereikhalsd hebben, heeft doen beleeven, geeve: dat dit Huis, ('t welk niet alleen een Raad-, maar bijzonder van wegen de Rechtsoefeningen daarin te houden, verdient een Rechthuis genaamd te worden,) allezins beantwoorde aan de eindens waartoe 't zelve geschikt zij! Dat der Weezen Recht, zo 't behoort, en derzelver waare belangens daarin in acht genomen worden! Dat de Archiven en Registers deezer Banne daarin zorgvuldig bewaard, en in orde gehouden worden! Dat de WaagGa naar voetnoot(*) daarin in alle recht en billijkheid geoeffend worde! Dat de Yk in alle juistheid daarin | |
[pagina 344]
| |
betracht worde! Dat geene besoignes, welke tot oneer van dit Gebouw, of deszelfs gebruikers, eenigzins zouden kunnen strekken, daarin gehouden worden! Dat bijzonder in deeze KamerGa naar voetnoot(*) Recht en Justitie gehandhaafd worden! Dat alle Vergaderingen daarin, als onder 't Alziende Oog, met alle bedachtzaamheid, deftigheid, openhartigheid en welmeenendheid, vrij van alle partijdigheid en verkeerdheid, in vreede en eensgezindheid ter bevordering van de waare wezenlijke belangens dezer Banne en derzelver Ingezetenen, gehouden worden, en alleszins met het Zinnebeeldige, daarin voorkomende, overeenstemmen! De Allerhoogste neeme dit Huis en alle de Leden deezer Vergaderinge, benevens alle, die 'er na deezen ingang in zullen verkrijgen, in zijne gunstige bescherming; zitte altoos voor in de Vergaderingen, en maake ieder tot dien post, tot welken hij in dit Huis geroepen wordt, bekwaam! Ja doe dit Huis, en alle 't geen daarin verricht zal worden, tot aan 't einde der eeuwen, strekken, zo tot zijn eer, als tot een algemeenen Lov op aarde; en voege 'er zo en zo toe!’ |
|