De Jufferlyke Kamerdienaar. Blyspel. Proficit et recreat. Te Amsteldam, by de Erven van D. Klippink, 1783. In gr. octavo, 64 bladz.
Sofia, eene jonge Juffer van aanzien, verliefd geworden op den Ritmeester van Wibach, had in stilte haars Vaders huis verlaaten, en zich, verkleed, als Kamerdienaar by den Ritmeester verhuurd, wien ze ook als zodanig in een Veldtogt vergezeld had. Na verloop van tyd, bemerkende, dat de Ritmeester veelligt een Huwelyk met Mevrouw van Sternheim zou aangaan, besloot ze eene gunstige gelegenheid ter haarer ontdekkinge waar te neemen: 't welk ten gevolge had, dat Mevrouw van Sternheim van den Ritmeester afzage, en hem Sofia aanbeval; neemende zelfs op zig, de verzoening van Sofia met haaren Vader te helpen bewerken. De Ritmeester was Sofia erkentelyk, zy verbonden zich, onderling, om door den Echt te vereenigen, mits dat de Vader, verzoend zynde, dit Huwelyk toestemde. Het verkeerde van 't gedrag van Sofia, haar berouw, en volkomen onderwerping aan 't goedvinden van haaren Vader, wordt hier in een juist daglicht gesteld; 't edelmoedige van Mevrouw van Sternheim, en 't braave van den Ritmeester van Wibach, vertoont zich te gelyk op eene gunstige wyze. Voor 't overige is 'er, om het Spel wat meer leevendigheid en vrolykheid by te zetten, niet onaartig een en ander tusschenkomend Toneel ingevoegd, behelzende eene klugt die de Ritmeester speelt, met den Heer van Liss en deszelfs Knegt, (beiden even onnoozel,) tot Recruten aan te neemen, welken hy vervolgens, na hun eenigen tyd in hunne ongerustheid gehouden te hebben, weder ontslaat.