Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1783
(1783)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 200]
| |
Gulielmi Hewsoni Descriptio Systematis Lymphatici, Iconibus illustrata. Ex anglico latine vertit Jacobus Thiensius van de Wynpersse, Med. Stud. Praefatus est quaedam de lympha et lymphaticis Johannes David Hahn. Trajecti ad. Rhenum. Tipis H. van Otterloo, 1783. Absque Praef. dedicat. &. 186. p. 8vo. f.m.In de veronderstelling dat de verdiensten van den Heer Hewson, onzen Land- en Konstgenooten niet meer onbekend kunnen zyn, voornaamentlyk, naa dat de Hoogleeraar Forsten Verschuir, een kort, dog zaaklyk, UittrekzelGa naar voetnoot(*), van den arbeid, en de ontdekkingen van deezen onvermoeiden Natuur-Onderzoeker, over de Watervaten, gegeeven heeft. - Reeds lange heeft men met reden gewenscht, dat de Vertaaling van zo een Werk, 't welk ontdekkingen bevat, die een merkwaardig tydvak in de Geneeskunde, voor ons, en onze naakomelingen, uitmaaken, door eene kundige hand mogte ondernomen worden. - De Heer van de Wynpersse heeft deeze taak, onder toezigt van den beroemden Hoogleeraar de Hahn, op zig genomen, en meesterlyk uitgevoerd. - De Latynsche taal was zekerlyk de geschiktste, om zodanige ontdekkingen meer algemeen te maaken; - en uit dien hoofde heeft zig de Heer Vertaaler, niet alleen by zyne Landgenooten, maar ook by de Geneesheeren in andere Landen, verdiend gemaakt. - Wy hebben de Vertaaling met het oorspronglyke vergeleeken, en vinden, zoo als wy reeds verwagtten, dezelve in allen opzigt, juist, en in eenen aangenaamen styl, geschreeven. - De Hoogleeraar de Hahn heeft dit Werk nog, daarenboven, met eene Voorreden vercierd, waarvan wy onzen Leezer nog, met een kort woord, het hoofdzaakelyke zullen mededeelen. - In de eerste plaats, onderzoekt de Hoogleeraar den Oorsprong van het gebruik der verschillende Landstaalen, welke ieder Schryver thans bezigt, en overweegt de voor- en naadeelen die daar uit ontstaan. - Vervolgens, na den yver en leerzugt van zynen Leerling op hunnen waaren prys geschat te hebben, gaat zyn Hooggeleerde over tot de beoordeeling van het Werk zelve. Hy bekent, dat het Werk van den Heer | |
[pagina 201]
| |
Hewson, op verre naa niet volkomen is. - Dan hy ontkent even daarom de voortreflykheid der Ontdekkingen en Naaspeuringen niet; - integendeel, hy bevestigt het nut derzelven, door eene Waarneeming, welkers verschynzelen niet dan uit de kennisse der Watervaten kunnen verklaard worden. Verders deelt zyn Hooggeleerde eenige bedenkingen mede, over den aart der Lympha, en het gebruik der Watervaten. - Hy onderzoekt, in de eerste plaats, wat men door Lympha te verstaan hebbe; - welk onderzoek, wel is waar, des Hoogleeraars kennis en Geleerdheid te kennen geeven; dan voor Geneeskundigen, die de konst van bepaalen verstaan, van weinig nut is. - Immers, zoo wy de bepaaling van Hewson, die door Lympha, dat eenvoudig, algemeen, eigenaartig vocht, het welk door de slag-aderen afgescheiden, en door de Watervaten na haaren gemeenschappelyken stam te rug gebragt word, wil verstaan hebben, aanneemen, en de verschillende soorten van waterachtige vochten, als enkele wyzingen van dit algemeen vocht, beschouwen, loopen vry minder gevaar van verwarringe, dan wanneer wy die fyne verscheidenheid van dit vocht, welke de Hoogleeraar opgeeft, als zo veele byzondere zoorten aanmerken. Immers, zodanige Galenische onderdeelingen van een vocht, het welk, naa de verschillende werking der deelen, verschillende wyzingen ondergaat, zyn voor Leerlingen zeker niet geschikt; - te meer, daar men, de Lympha als Physiologus beschouwende, het gevoelen van den Heer Hewson, door de verschynzelen der eenvoudige natuur bekrachtigd ziet. - Misschien is zyn Hooggeleerde, in het toepassen der Scheikundige beginselen, op een dierlyk vocht, wat te verre gegaan. - De Hoogleeraar zoekt, vervolgens, de stelling van den Heer Hewson, dat de Watervaten alleen tot opslorping der vochten in de holligheden des Ligchaams, geschikt zyn, en dat de Bloedvaten geen deel in deeze werking, om reeds afgescheiden vochten weder in het bloed te brengen, hebben, door een bewys, ontleend uit de beschouwing der dierlyke huishouding, naader te bevestigen. - Een rauw vocht, zegt hy, kan niet schadeloos in het bloed komen. - Daar was dus een weg noodig, om een zodaanig rauw vocht te bewerken, en tot de vermenging met onze vochten bekwaam te maaken. - En hiertoe dienen de water-vochten. | |
[pagina 202]
| |
Wy laaten aan onzen Leezer over, om te beoordeelen, in hoe verre dit bewys, aan de stelling van Hewson, eenig gewigt kan byzetten. - Zyn Hooggeleerde heeft, achter zyne Voorreden, een schets van het Leven, en de Werken van Hewson medegedeeld. - Wy beklaagen ons met zyn Hooggeleerde, over den vroegtydigen dood, van een Man, aan wien de Geneeskunst zo veel te danken heeft, - en van wiens uitmuntende bekwaamheden, en onvermoeiden yver, men zig met regt nog zo veel konde belooven. Wat het Werk van den Heer Hewson zelve betreft, - hiervan vind den Leezer, zoo als wy even zeiden, een beknopt Uittrekzel, door den Hoogleeraar W.F. Verschuir medegedeeld. - Voor die geenen, echter, die dit Geschrift niet mogten bezitten, zullen wy, in het voorby gaan, den zaakelyken Inhoud aanstippen. - De Schryver heeft zyn Boek in dertien Hoofdstukken afgedeeld: het eerste bevat eene Letterkundige Geschiedenis; - het tweede de Beschryving der Watervaten in het algemeen; het derde, die van het Menschelyk Ligchaam in het byzonder. In het vierde, vyfde en zesde, word over de Watervaten der Vogelen, Zee-Schildpadden, en der Visschen gehandeld; en heeft, in het zevende, over den aart, en in het achtste, over de wyze van afscheiding, van het waterachtig vocht, zeer veel fraais gezegd. Vervolgens gaat de geleerde Schryver in het negende Hoofdstuk over, tot het geschil, of de Watervaten alleen werktuigen zyn der opslorping, dan of de Bloedvaten ook aan die werking deel hebben. Hy betoogt zyn gevoelen zeer wel, en vervolgt in het tiende Hoofdstuk met de verklaaring van het gebruik der Watervaten, en eindigt, na in het elfde Hoofdstuk onderzogt te hebben, of de Watervaten ook van de Slag-aderen voortkomen of afstammen, zyne naaspeuringen met eenige Ziekte-kundige Waarneemingen, tot het Systema der Watervaten behoorende. - Agter het Werk zelve, zyn geplaatst, zes keurlyke Plaaten, die naauwkeurig na den Engelschen druk gevolgd zyn, en die ons een volmaakt denkbeeld van den loop der Watervaten geeven. |
|