Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1783

Agathon. Derde Deel. Naar 't Hoogduitsch vertaald. Te Amsterdam, by J.G. Waldorp. In octavo 375 bladz.

Agathon, niet dan met veel moeite gered uit de liefdestrikken van de schoone Danaë, waar in hy, volgens het tweede Deel, gevallen was^(*), vertoont zig verder in dit derde Deel in een staatkundig licht. Hy verschynt aan 't Hof van Dionysius, den dwingeland, te Syracuse; daar hy aanvanglyk slaagt in zyne onderneeming, om, door zyn invloed op den Vorst, het heil des Volks te bewerken; doch waarin hy zig eerlang dermaate gedwarsboomd vindt, door andere Hovelingen, en bykomende omstandigheden, die den Vorst geheel van hem vervreemden, dat hy ten laatste zig inwikkele in een aanslag tegen den Tyran; 't welk zyne gevangenneeming ten gevolge heest, en welker slaaking hy voorts verschuldigd is aan een zamenloop van gunstige omstandigheden, die ten zynen voordeele werken; waarop hy Syracuse verlaat, en naar zyn Vaderland te rug keert. - In de ontvouwing van dit voorgevallen verleent ons de Schryver een aantal van leerzaame onderrigtingen nopens het Hofleven, de listen en lagen der Hovelingen, met het geen daartoe betrekking heeft; terwyl hy ons tevens verscheiden bedenkingen aan de hand geest, nopens de verschillende Regeeringsvormen, en het geen daaromtrent in aanmerking komt. Onder het voordraagen van dat alles doet hy de characters der hoofdpersonaadjen natuurlyk werken; byzonder dat van Agathon; die eindelyk Syracuse verlaat, ‘door ieder beoordeelt, door veelen berispt, en door de minste, zelf onder die het gunstigst van hem dachten, gekent, maar door de Braafsten gemist, en te rug gewenscht; verwijderende zich uit een Stad en uit een Land, waarin hij het vermaak had veel gedenktekenen zijner roemwaardige Besturing achter te laten; en waaruit hij niets met zich nam, dan een rei van ondervindingen, die hem in het besluit versterkten: - van geen diergelijken meer te beproeven.’

(*) Zie Alg. Vad. Lett. IIIde D. bl. 37.