Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1783
(1783)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijAantekeningen en Byvoegzelen op de Hollandsche Advyzen, uitgegeven door Mr. J.J.V. Hasselt Rechtsgeleerde. IIIde Deel. Te Nymegen by A.v. Goor, 1782. In quarto 281 bladz.Van de nuttigheid deezer verzamelinge, by de afgiste van het eerste en tweede Deel, reeds gesproken hebbendeGa naar voetnoot(*), sullen wy uit het derde Deel, het welk de Heer en Mr. van Hasselt, met dezelfde arbeidzaamheid, voltrokken heeft slegts een staal te berde brengen; raakende de kragt der Testamenten aan andere plaatzen, dan daar ze gemaakt zyn. Het gemeen gevoelen der Uitleggers is, dat een testament, wel gemaakt zynde, naar de wetten der plaatze daar 't gemaakt is, niet alleen zer zelver plaatze, maar ook daar buiten en overal kragt heeft. Doch dit is, zegt de Heer en Mr. v. Hasselt, nog zo klaar niet, of 'er blyft questie over. Ex. gr. Ymand heeft zyn testament gemaakt ter plaatse, daar het zelve voor een Notaris en twee getuigen kan geschieden, als in Holland; nu is de vraag, of het selve ook geldt in die plaatzen, alwaar seven getuigen vereischt worden, gelyk in Vriesland daer ze het beschreeven recht volgen? En sulk bevestigen in het gemeen de Schryvers in L. 1. cod. de summ. trinit. Viv. L. 1. opin. 36. coras. de jur. art. part. 3. c. 13. covarruv. 2. de sponsal. § 7. costal ad L. 6. de Eviction. a. perez. in cod. tit. de testament. n. 21 en volgens dit gevoelen is menigmaal sententie ergaen. Zie g. pape Decis. 262. tessaur. Quaest. Forensium. 8. mynzing 5. obs. 19, 20. gail L. 2. obs. 123. sande Decis. Frisic. L. 4. T. 1. defin. 14. Daer | |
[pagina 87]
| |
zyn 'er nogthans, die het tegendeel volgen, en meenen op de voorgestelde vraag zodanig onderscheid te moeten worden gemaakt, dat omtrent mobile goederen en schulden het gemeen gevoelen der uitleggeren aengaet, maar omtrent immobile en vaste goederen het recht van de plaats, waar dezelve gelegen zyn. Want mobile goederen, om dat die overal, waar ze zyn, aldaar door den wil van den eigenaar zyn, en na deszelfs begeeren overal konnen overgebragt worden, den persoon en niet de wetten van de plaats volgen; maar vaste en grondgoederen, als dewelke eene geduurige en zekere standplaats ofte gelegenheid hebben, bestiert te moeten worden, volgens de wetten van de plaats van eens iegelyks bezittingen. per L. 2. cod. de jur. Fisc. L. ult. ff de jurisdict. Zo gevoelen standvastelyk masuer, in sua praxi tit. de succession. Busius ad dict. L. 6. de Eviction. nic. burgundus ad consuet. Flandr. tract. VI. christin. Vol. 2. Decis. 3, 4, 5. et Vol. 4. Decis. 5 et 10. Het eerste gevoelen schynt egter bewyslyker, en 'er veel aan gelegen te zyn, of een wet, statut of gewoonte, iets schikt of beveelt omtrent de solemniteit van eenige daad ofte handeling, dan omtrent de zaak, te weten een grond of plaats. De wetten, dewelke omtrent een zaak zyn gemaakt, doen zonder twyfel de zaak zelve aan, zo dat, waar ze is, wordt ze door de wetten van die plaats verbonden. Het zelve moet ook begrepen, worden omtrent de wetten of statuten, die eenige schikkinge omtrent de bekwaamheid van de personen maken. gail L. 2. obs. 124. N. 11. Coras. dict. part. 3. c. 14. gomez. ad L. Tanii num. 20. Maar de wetten of statuten, die alleen omtrent de solemniteit van eenige daad schikkinge maken, dewyl ze noch de zaak noch de perzoon, dewelke de zaak uitvoert, aendoen, maar alleen de schikking, die geschiedt in de plaats, daar de wet, statut ofte coustume is; zoo komt het met het recht en reden overeen, dat dezelve hun vermogen ook tot de goederen elders gelegen uitstrekken, om dat de plechtigheden der handelingen tot het rechtsgebied van die geenen behooren, in welker rechtsgebied zy voltrokken worden. Per L. 6. ff. de Eviction. L. 3. in fin. ff de testib. L. 2. cod. quemadmod. testam. aperiant. Want anders zoude ymand met een testament willende sterven, tegen de regulen des Rechts, gehouden zyn, verscheidene uiterste willen te maken, of, het gene ongerymt is, in een en het zelve testament, de gewoontens van verscheidene plaatsen behooren in agt te nemen; en een en dezelfde onverdeelbaare daad, als die van een uiterste wil is, volgens verscheidene plaatzen moeten onderscheiden. en daarna geoordeelt worden. Peckius de testam. conjug. L. IV. C. 28 in fine. joh. a sande dict. defin. 14. alwaar die Raadsheer de strydigheden, die zich in deezen schynen voor te doen, aardig oplost, en zekere nieuwe onderscheiding van fachineus voorsigtiglyk matigt; doet hierby, het geene hier- | |
[pagina 88]
| |
over mede door arnold vinnius L. 2. select. quaest. cap. 12. wydloopig wordt opgegeven. Edoch indien de wet uitdrukkelyk gebiedt, dat de testateuren de wetten van de plaats, daar de goederen gelegen zyn, in hun testament zullen volgen, zoude het wat anders zyn. En zodanig is de wet van de Hertogen van Braband, in den jare 1661 uitgegeven, van welke te sien burgund. christin. tulden. in tit. cod. de testament. en perez. dict. loc.’ |
|