Scherm- en Dansschool geleerd. Hy hadt gereisd, en wereldkennis opgedaan. Meesterlyk speelde en zong hy; het Fransch en Italiaansch was hem gemeen, en in beschaafde kunsten uitgeleerd, kon hy den Heer van Fatsoen, en den Student, beide vertoonen.
Ongelukkig voor elenora was de Heer M * * * gelyk haar Vader, een Philosooph - doch helaas! hy bezat noch Godsdienst, noch Zedelykheid. Elenora's Vader hadt beginzels van Eerlykheid en Menschlievendheid, hy miste deeze te eenemaal.
Dikwyls geraakten de Oude Heer en de Student aan 't redentwisten: elenora zat 'er by, en werd zomtyds verzogt, het geschil te beslissen. Zy kon 'er geen reden van geeven; doch bevondt dat een ongewillige Invloed haar overhaalde om de zyde van M * * *. te kiezen, zelfs wanneer haar Oordeel voor haar Vader sprak. - Dit was Natuur.
In den ommegang met den Heer M * * *. schiep elenora een zonderling genoegen - dit was Natuur. De bedaardheid haars gemoeds werd, voor de eerste keer gestoord door ongewoone aandoeningen: deeze wrogten op haar hart, en vertoonden zich in haar oogen. Haar uitzigt en verkeering kreeg meer leevendigheid. Zy, die te vooren nimmer haar spiegel raadpleegde dan om zich voegelyk te kleeden, bezogt dien dikwyls, om te zien hoe 't een en ander optooizel haar aanzigtte. - Dit was wederom Natuur. - Elenora deedt alles, om het oog van M * * *. te trekken: en wat zy dagt dat haar zyns waardig zou maaken.
De Heer M * * *. was een snoodaart, - hy kende de Vrouwen: hy bespeurde de werkingen van elenora's drift, en besloot zyn dierlyken lust te voldoen, al ware het ten koste van haar bederf. Hy vermeerderde zyne bezoeken, vermenigvuldigde zyne oppassingen, ontdekte haare zwakheden en willigde ze in: hy leende haar zulke Boeken, als het hart aandoenlyk doen worden, en wist eerlang de Liefde tot het eenig onderwerp huns gespreks te maaken. Alle de behaaglyke denkbeelden deezer Drift drukte hy diep in 't hart van elenora, en hy werd het voorwerp van haar tederste wenschen, eer hy verklaard hadt, dat hy haar beminde. Elenora ontving zyne liefdeverklaaring met verrukking, en men beloofde elkander eeuwige trouwe.
De arme elenora hadt geen Godsdienst: en niets om haare Deugd tegen de aanvallen van Natuur en Kunst te beschermen, dan haare Philosophie - Natuur bezat haar hart, waar M * * *. bevel voerde. Op een ongelukkigen avond was elenora's Philosophie niet op haar hoede. Natuur gaf zich aan den Vyand over, en de Deugd bezweek.
De Vacantie uit zynde, keerde de Heer M * * *. na het