| |
Aanpryzing der spaarzaamheid en huishoudelykheid.
Niets bykans is algemeener, door alle tyden heen, en by alle Volken, dan Menschen aan te treffen, die luide schreeuwen tegen de heerschende Zeden des tegenwoordigen tyds, en uit dezelve droeve voorspellingen opmaaken ten aanziene van den volgenden, indien men op deezen voet blyve voortgaan en geen beterschap betoone. - Ik zal 'er geen voorbeelden van ophaalen. - Dan, misschien, zal ik zelve onder de zodanigen gerekend worden, ter oorzaake van de volgende bedenkingen: gegrond op de waarneeming, dat een der boosste en meeste rampdreigende kwaalen, thans myne Land- en Tydgenooten aantastende, hier in bestaa, dat Spaarzaamheid en Huishoudelykheid in het burgerlyk leeven geheel uit de Mode geraakt is.
Hoe veele myner Landsgenooten schroomen niet, en schrikken op de enkele gedagten, dat anderen hun zullen aanzien als Menschen, die 'er op bedagt zyn, om het maaken van Onkosten te vermyden. - De reden, welke ik van deezen hunnen schroom en schrik opgeeve, zal men misschien belachen; doch ik kan 'er geen beter vinden dan deeze, dat het vermyden van Onkosten te maaken Gierigheid is, en de Menschen vreeslyk bang zyn voor Gierigaarts aangezien te worden: weshalven zy ook den schyn deezes wortels van alle kwaad zoeken te vermyden. Eene gevolgtrekkking even redelyk, even goed doorgaande en sluitende, als of ik vaststelde nooit in eenige Kerk den voet te zetten, en deel te neemen aan de openbaare Godsdienstverrigtingen, om dat 'er een Kerk is, en 'er openbaare Godsdienstoefeningen zyn, die elk verstandig Mensch als redeloos en onverstandig moet wraaken en afkeuren.
Dan, zonder my verder op te houden, met dit belachlyk vooroordeel, zal ik het thans waangen de zaak te be- | |
| |
pleiten van die, als 't ware, verouderde Deugden, Spaarzaamheid en Huishoudelykheid: en eenige redenen ophaalen, welke mogelyk zullen kunnen dienen, om Menschen, die oogen hebben en dezelve willen openen, te doen zien, dat ze waardye, en zeer groote waardye bezitten, en geenzins verdienen, met opgeschorten neuze beschouwd, of van hun, die dartelen op den rand des verderfs, bespot te worden.
Spaarzáamheid is bevorderlyk tot lichaams-gezondheid en werkzaamheid: want, daar zy altoos bedoelt noodelooze Uitgaven te vermyden, is zy, by gevolge, eene geslaagene Vyandinne van Overdaad, en houdt zich ten vollen verzekerd, dat geen Geld slegter besteed worde, dan 't geen strekt om enkel zinnelyken lust te voldoen. Waar nu de Overdaad is uitgeslooten, vindt zich de Gezondheid verlost van haaren gevaarlyksten en doodelyksten vyand. Een ieder, die de Gezondheid op den rechten prys, en, gevolglyk, hoog schat, zo ten opzigte van elk, hoofd voor hoofd, als van de geheele Maatschappye, zal gereedlyk erkennen, hoe veel die beide, uit dien hoofde, verschuldigd zyn aan eene Deugd, die bykans nimmer mist om ons van dien schat te verzekeren.
Spaarzaamheid strekt om der Ziele welberaadenheid en bedagtzaamheid te schenken. Elk Mensch verpligtende, om een recht denkbeeld te vormen van 't menschlyk leeven, en de onderscheide waarde van de bejaagingen in 't zelve. Zy brengt eene hebbelykheid van denken voort - van denken op de nuttigste en aangelegenste Onderwerpen. - Want ik moet u, myne Leezers, waarschuwen, dat ik het doen van winst, of het bespaaren van geld, geenszins voor de nuttigste en aangelegenste Onderwerpen aanzie, waar mede een Mensch zyne gedagten kan bezig houden: de zedelyke braafheid van iemands character, en het recht gebruik, 't welk hy van zyne middelen maakt, zyn van oneindig veel meer aanbelangs: en 't is, ter bereiking van deeze verhevener einden, dat Spaarzaamheid zich des gelds, het winnen en bewaaren daar van bekreune.
Een ander zeer heilzaam uitwerkzel deezer nederige Deugd is eene edele hoogmoed en onafhanglykheid van geest. Een Man, die zyne begeerten omschryft binnen de paalen van zyn vermogen, en dit doet de spaarzaame Man, is, in zeker opzigt, boven de nukken der wisselvallige Fortuin verheeven, en bezit die zelfgenoegzaamheid, waar op de Stoïcynen zich zo veel lieten voorstaan. Althans
| |
| |
hy is beschut tegen duizend zwakheden en verzoekingen, waar aan de verwaarloozer van Huishoudelykheid alle oogenblikken blootstaat. De Spaarzaamen hebben alleen met zich zelven te raade te gaan: geen zogenaamde schulden van eer te betaalen: geen Winkelier, geen Handwerksman, geen Geldschieter, schroomen zy stoorenis te geeven, en daar door tot het eischen van de nog openstaande schuldbrieven op te wekken. Zy zyn hun eigen meesters; en onafhangelyk. Lieden van hooger Rang kunnen reden hebben om hun na de oogen te zien, zy niet, om, op hunne beurt, die schroomvalligheid te betoonen.
De algemeene Vrede en 't Geluk der Huisgezinnen worden door Spaarzaamheid bevorderd en verzekerd. Welk een tooneel van jammer, 't geen zich niemand, dan die 'er ooggetuigen van was, kan verbeelden, wanneer de Vader of Moeder des Huisgezins, of die beiden, door spoorlooze verkwisting en weidsche Overdaad, in armoede, behoefte en elende dompelt, Kinders uit den schoot der Weelde, waar in zy gekoesterd en getroeteld waren, schopt; en die dus tot leevende, altoos voor 't oog zweevende, getuigen maakt van slegtberaadenheid en dwaaze spilzugt: in allen te laaken; doch hoogst te doemen by jeugdige Egtgenooten, noch onzeker welk een opgang hun bedryf in de wereld zal maaken; noch onzeker, wegens de talrykheid, en daaruit voortvloeijende behoefte van hun mogelyk Gezin. - Huislyk Geluk is een der grootste aardsche zaligheden; Huislyk Verdriet, een der zwaarste en ondraagelykste kwellingen, wat strekken kan om ons van het eerste te verzekeren en het laatste buiten te sluiten, moet, ongetwyfeld, een allerheilzaamst middel weezen. Zulk een middel biedt Spaarzaam- en Huishoudelykheid aan; dewyl zy, zo veel de onvolmaaktheid van dit aardsche gehengt, schreiende behoefte afweeren, de bezittingen verzekeren, de Huwelyksliefde versterken, de Ouderlyke tederheid kweeken, en de eensgezindheid onder Broederen en Zusteren bevoderen. - Vergun my hier de woorden te gebruiken, van den recht vaderlandschen Leeraar van den doorslag, in een zyner korts uitgegeeven twee Dank- Vast- en Biddags-Leerredenen. Wat zyn de natuurlyke gevolgen van buitenspoorige Weelde, Overdaad en Verkwistinge? ‘Verbreekinge van goede trouwe, koelheid en onverschilligheid omtrent de heiligste banden van den Egt en van Bloedverwantschap - verwaarloozing van zyne affairen, verfoeilyke Wellust en Ontugt, die men nog oppronkt met
| |
| |
den naam van welleevenheid, wereldkennis, smaak en dergelyke valsche tytels, - verminderinge van Credit, zo noodzaaklyk voor een Volk van Koophandel, gelyk wy, - luiheid en ledigheid: - onregtvaardigheid, bedrog en valsche streeken, om maar zyn staat te kunnen houden, wanneer de uitgaven de inkomsten te boven gaan. - Ziet daar de droeve gevolgen van een heerschend kwaad dat zo veel goeds bederft! gevolgen, die den vlytigen Burger, den eerlyken Arbeidsman, het brood uit den mond neemen, of hem, met verdriet, doen verslappen in zyn werk. - Gevolgen, die, door het kwaade voorbeeld van lieden van rang en aanzien, haar vergift verspreiden, tot den middelbaaren, den burgerstaat, ja zelfs tot de laagste classe van Dienstboden, by welke de brooddronkenheid, de verkwistinge, de ydele optooizels, de aanlokzelen der ontugt, maar al te veel plaats hebben.’
Spaarzaamheid schenkt ons de middelen om Weldaadigheid te betoonen. Een Man, wien het in zyne zaaken, ondanks zyn vlytbetoon, kwaalyk gaat; een Huisgezin door werkloosheid, ziekte, of den dood des Kostwinners, van steun en stut beroofd, kan by den Verkwister geen bystand vinden. De Armen en Godshuizen, die de dagelyksche ondersteuning der Milddaadigheid altoos, en, in zommige gevallen, by uitstek, noodig hebben, kloppen te vergeefsch aan by hem, die zyne zaaken niet behoorelyk beschikt. Ja, zo verre van, op den duur, iets te kunnen toebrengen, tot redding der bedrukten, zal hy mogelyk zelve eerlang een voorwerp worden, 't geen de nu onbedagtzaam verkwistende hand uitstrekt, om van den voorheen veragtten Spaarzaamen eene liefdegave te ontvangen. Welk een zelfsverwyt moet zyne ziel vervullen! Welk een blos van schaamte zyn aangezigt bedekken! indien hy de gevoeligheid niet afgelegd, en de schaamte niet uitgeschud hebbe.
Ondanks deeze blyk- en tastbaare persoonlyke, huishoudelyke en gezellige voordeelen aan de Spaarzaamheid en Huishoudelykheid gehegt, welke niemand kan ontkennen, dan die het schynen der zonne op een helderen middag lochent; vindt men 'er, die dwaas of liever verkeerd genoeg zyn, om te beweeren, dat Spaarzaamheid de bekrompenste en onheilzaamste gesteltenis is voor de Maatschappy. ‘Men overweege’, luidt hunne taal ter vergoelyking van eigen wangedrag, of ter misleiding van anderen ingerigt, ‘men overweege waar in de voorspoed van een' Staat gelegen zy. Nergens
| |
| |
meer in, dan in een schielyk Geldvertier. Door 't zelve worden de Burgers, de Leden van een Staatslichaam werkzaam en leevendig gehouden: en het meerendeel des tegenwoordigen omloops van Geld onstaat uit het koopen en verkoopen van zaaken, die de Spaarzaam- en Huishoudelykheid op de lyst haarer behoeften nooit zouden plaatzen, of, by een nader overzien, gewisselyk doorschrappen. Indien men alleen moet nagaan wat de Natuur, die met weinig te vrede is, vordert, en dit is een der grondregelen van Bezuiniging, zonder iets in te willigen, 't welk de verbeelding en smaak eischen, wat, wat zou 'er dan worden van veele Handwerken, en dat onnoemelyke Geldvertier, 't geen alleen afhangt van Tafelhouding, Kleeding, Huiscieraad, en 't genot van verlustigende Uitspanningen?’
Deeze tegenwerping, zo dikmaals voorgesteld, en nog, met eene schaamtlooze zegepraalende houding, herhaald, steunt op geen of eenen zeer slegten grond. - Voor eerst is het valsch, dat Spaarzaamheid en Huishoudelykheid niets meer toelaaten, dan de enkele onontbeerelyk noodwendige behoeften der Natuure: zy wraaken, in geenen deele het genot van alle gemakken en aangenaamheden des leevens, welke niet vergezeld gaan van eenige kwaade en aan dat genot ongeëvenredigde gevolgen. - Ten tweeden, beweert men zonder reden, dat het meerendeel des Geldvertiers afhangt van zulke inwilligingen en genietigingen als Spaarzaamheid en Huishoudelykheid wraaken. Zy veroordeelen ze alleen in byzondere en onbevoegde omstandigheden. Dank, duizendwerf dank zy den Hemel, dat, schoon dwaaze schitter- en praalzugt zeker meer bot gevierd en opgevolgd worde dan 't behoorde, nogthans, de omloop des Gelds voor een onvergelyklyk veel grooter gedeelte afhangt van zodanige weezenlykheden als noodig, nuttig of ten minsten onschuldig, zyn! Het kleinder gedeelte des Geldhandels, gaande door de handen der dienstvaardige verschafferen van Weelde en dartele Losbandigheid, is zo verre van goedkeuring of aanmoediging te verdienen, dat het zeker strekt tot benadeeling der Maatschappye. Want deeze veragtlyke dienaars doen altoos hulde aan den boozen Geest, die hun bestaan verschaft: en missen nimmer een goed gedeelte der ontvangene gaven weder op te offeren. Vreemde Koks, Muzyk- en Dansmeesters, Kleermaakers, Friseurs en wie al verder tot den stoet der Vaderlandsche Zedenbedervers behooren, verkwisten doorgaans de schatten, welke zy win- | |
| |
nen, - schatten, zeg ik, in vergelyking van den arbeid dien zy daar voor verrigten, langs die laagere wegen van weelde, welke zy inslaan: en dus verspreiden zy, door de geheele Natie, zo ver hun schadelyke invloed zich uitstrekt, verzwakte lichaamen, verwyfde zielen: ten bederve van den Landzaad, eigene rustige Lyfs- en dappere Zielsgesteltenis.
't Is eene dwaaling, doch eene zeer algemeen heerschende dwaaling, dat de Voorspoed van een Burgerstaat alleen gelegen is in den omloop des Gelds. - Die omloop is in zo verre nuttig, als dezelve de Burgers aanzet om bezig te zyn, en de rampzalige gevolgen der ledigheid, logheid en werkloosheid voorkomt: dezelve wordt een geluk en heilbevorderend, wanneer de deugd 'er aanmoediging door vindt, wanneer zulke Kunsten en Weetenschappen als de sterkste grootmoedigheid en roem van een Volk aankweeken en voedzel krygen: maar, indien de eigendom schielyk van hand tot hand overgaat, alleen om de ras voorbygaande vlaagen van ongeregelde lustopvolging te voldoen, en veele handen bezig houdt in de bearbeidzaame stukken daar toe te vervaardigen, wordt die omloop een Staatkundig kwaad. Want, terwyl het rondgaande Geld, of het Credit, 't welk daar mede gepaard gaat, in 't bezit van iemand is, maakt het hem, in een door weelde verdartelden Staat, bekwaam, om nieuwe verfyningen van deugdverwoestend vermaak te bedenken, en, by gevolge, het ongeluk zyns Lands te vermeerderen; daar, zonder zulk een schielyken omloop, byzondere persoonen, allengskens, als genoodzaakt worden, om hun smaak, naar de maatstok der eenvoudige Natuure, te regelen. - Deugd is het hoogst geluk van elk Volk, even als van ieder Mensch, hoofd voor hoofd: en alle de ondergeschikte gemakken, geryflykheden, en geneugten des leevens zyn goed of kwaad, naar gelange zy de Deugd bevorderen dan niet. Doch, om weder te keeren tot de Deugden waar over wy in deezen bepaaldlyk handelen.
Spaarzaamheid en Huishoudelykheid pryzen zich kragtdaadig aan, vermids zy Eerlykheid en Sterkte in een' Staat te wege brengen. Een spaarzaam Man is, ten opzigte van middelen, onafhangelyk, en vry voor alle bekooringen tot omkooping. De Geschiedenis, die groote en hardopspreekende Leermeesteresse des Leevens, draagt overvloedige getuigenis, dat Eeuwen van weelde altoos Eeuwen van vuige veilheid en gereedheid ter Omkoopinge
| |
| |
geweest zyn: en teffens doorgaans de laatste tydperken van den Roem en Vryheid eens Burgerstaats. Getuigen het oude Sparta, waar de overwinningen van lysander en agesilaus een springvloed van weelde ter Stad injoegen, die alle de dyken, tot het afkeeren van denzelven gelegd, door den schranderen Wetgeever lycurgus, overstroomden, en doorbraken. - Getuigen het oud Athene, waar de heerschappye ter Zee, en de beheersching der Eilanden, een onbedwinglyken trots, met verkwisting gepaard, verwekte, die de sterkte van geen Volk onder den Hemel kon staande houden, of goed maaken. - Getuigen het oude Rome, waar crassus en cesar de voornaamste Inwoonders kogten door middel van de schriklyke noodzaaklykheid, in welke hunne ongebondene vermaakneemingen hun gebragt hadden. Getuigen het hedendaagsch - - - -
Even als Spaarzaamheid en Huishoudelykheid openbaare Eerlykheid bevorderen, zo dienen zy mede om de sterkte van den Staat te styven. Deeze is gelegen in de vereende magt van alle deszelfs leden, en dier gereedheid, om dezelve ten algemeenen dienste aan te wenden. Dat die magt, zo ten aanziene van middelen, als van lichaamsvermogens, door de thans aangepreezene Deugden, toeneemt, behoeft naa het boven bygebragte, niet in 't breede, getoond te worden. Dat zy hun aanzetten, om, ten algemeenen dienste, werkzaam te weezen, blykt uit de enkele bedenking, dat niets hun daar van wendiger maakt, dan hebbelyke weelde, en ingekankerde trek tot zelfvoldoening. De Spaarzaame, de Huishoudelyke, Man, vry van zulke zielsgebreken, weet en bezeft hoe zeer zyn eigen geluk afhangt van het geluk des algemeens, en vindt geen beter weg om 't zelve te doen toeneemen, dan door het welzyn te helpen bevorderen, van dien Staat, in welke hy alleen zich kan voorstellen, de vrugt van zynen arbeid en zorgen te kunnen plukken.
|
|