Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVerslag wegens den onlangs overleden Italiaanschen dichter Metastasio.De beroemde Abbé, pierre trapassi, beter bekend onder den naam van metastasio, overleedt den twaalfden van Grasmaand deezes Jaars MDCCLXXXII, te Weenen, in den Ouderdom van vier en tachtig jaaren. Hy zag het eerste leevenslicht, op den derden van Louwmaand des Jaars MDCXCVIII, te Assise, eene Stad in den Kerkelyken Staat. In Grasmaand des Jaars MDCCXXIX kwam hy te Weenen, en sleet 'er drie en vyftig jaar, als Dichter, nauw verbonden aan 't Keizerlyk Hof. Bewonderd en bemind niet alleen door het Huis van Oostenryk, maar ook door andere Vorsten, en het geheele Gemeenebest der Letteren. Paus pius de VI, die zich laatst te Weenen bevondt, en nooit het genoegen gesmaakt hadt om deezen beroemden Man, zyn' gebooren Onderdaan, te zien, liet hem, op 't doodbedde, de Absolutie geeven door | |
[pagina 320]
| |
zynen Nuncius garampi. Op den veertienden van Grasmaand, werd hy, in de Kerk der Barnabiten van St. Michiel, met alle eere aan zyne verdiensten verschuldigd, begraaven: en men hieldt den volgenden dag, in die Kerk, over hem den Lykdienst. Men zegt, dat hy, aan gereed geld heeft nagelaaten, veertig duizend Guldens, behalven veele Kostbaarheden, hem door Vorsten en Prinsen ten geschenke gezonden. De Abbé martinez heeft hy tot zynen Erfgenaam benoemd, en aan diens Broeders en Zusters Legaaten gemaakt. Men moet toestemmen, dat weinig Dichters zo veel schats nalaaten. Onze Leezers zullen misschien met genoegen hier aantreffen, het oordeel, 't welk de Engelsche Heer sherlock, in zyne Brieven, over dien Italiaanschen Dichter velt. ‘Men moet Weenen niet verlaaten zonder metastasio te zien. Hy is een vrolyk en gezellig Grysaart, de grootste Dichter, dien Italie, zints tasso, heeft voortgebragt. Ik zou geschreeven hebben, den grootsten Dichter, dien Italie ooit hadt, indien hy niet nog in 't leeven ware: eene reden om niet te hoog te pryzen. Lees zyne Cansonnetti, boven al die begint Grazie agl' inganni tuoi &c. en zeg my, wie der Italiaansche Dichteren, zo zuiver, zo fraai, zo bevallig geschreeven hebbe? Hy verfraait alles wat hy onder handen neemt. Ik tel hem onder de eersten en voornaamsten, die de rechte beginzels van goeden Smaak in Italie heeft ingevoerd en vastgesteld. In zyne kleine stukjes is iet natuurlyks, schilderagtigs, eenvoudigs; eene kieschheid van gedagten en gevoelens, die 'er eene verrukkende bekoorelykheid aan byzet.’ Metastasio heeft alle hoedanigheden en vereischten die eenen grooten Dichter uitmaaken. Met een teergevoelig hart, schrander vernuft, eene leevendige en vrugtbaare verbeelding begaafd, bezat hy alles wat de Natuur, ten dien einde, kon schenken. Twaalf jaaren oud zynde, kwam hy in 't huis van gravina: deeze het klaatergoud, de schitterende zotternyen en den dorren overvloed der Italiaansche Dichteren kennende, toonde metastasio, dat de waare bron van zuiveren smaak gezogt moest worden by de Grieksche Schryvers. De jonge Leerling nam dit denkbeeld aan, en lag zich toe op het doorgronden van de beginzelen dier Dichteren; en, op hun voorbeeld, heeft hy altoos zyn Dichtarbeid voortgezet. Italie is nog weinig geschikt om verheevene denkbeelden in te boezemen. Hier schreef hy zyn Demetrius, zyne Olympiade en zyn Deme- | |
[pagina 321]
| |
phon. Vyf en twintig jaaren bereikt hebbendeGa naar voetnoot(*), trok hy na Duitschland: zyn verblyf te Weenen, en het leezen van corneille deeden zynen geest een hooger vlugt neemen. Hy vervaardigde zyn Regulus en Titus. Geen Schryver heeft horatius beter verstaan: weinige Dichters hebben zo goed diens denkbeelden gevat. ‘Scribendi recte sapere est et principium & fons.’
Hy beoefende de Wysbegeerte, en zette zich nooit aan eenig werk, zonder geheel doordrongen te zyn van het Onderwerp. ‘Omne supervacuum pleno de pectore manat’.
is eene waarneeming, waar van hy de juistheid gevoelde; hy schreef, en vaardig en nauwkeurig. Hy kende zo wel de waarde van boileau als van horatius, en week nooit af van deeze groote grondregelen. ‘. . . Tout doit rendre du bon-sens;
Rien n'est beau que le vrai; le vrai seul est aimable.’
Zy, die de Muzyk gemaakt hebben op zyne verzenGa naar voetnoot(†), zy, die ze zingen en opzeggen, zyn beter dan iemand anders in staat, om te oordeelen over de welluidendheid zyner Poëzy. Hier over spreekt men, van Napels af tot Petersburg toe, uit éénen monde. Geen Italiaan heeft de driften zo wel geschilderd, zo zeer uitgemunt in den Leezer te treffen en gaande te houden. Metastasio heft zich in de hoogte: hy verstaat het tedere, en men mag zeggen, zonder eenig Volk te verongelyken, dat weinige Dichters de tedere driften beter getroffen, en zich meesterlyker verstaan hebben, op het roeren van het hart. Metastasio schynt my toe meer natuurlyke bekwaam- | |
[pagina 322]
| |
heden bezeten te hebben dan tasso: hy hadt alle de schoonheden van dien Dichter, en veele andere, zonder in zyne gebreken te deelen. Hy behaagt aan het Verstand, hy streelt het Oor, hy bekoort de Verbeelding, hy vermeesterd het Hart: en, om alle deeze oorzaaken, zal hy altoos de Dichter der Mannen van Verstand, de Dichter der Vrouwen, en de Dichter aller Persoonen van smaak blyven. |
|