Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 304]
| |
men telkens met duizeligheid, en groote koude in handen en voeten. In den aanval was ze zonder gevoel, en had veele en verscheide Convulsive beweegingen. De aanvallen duurden omtrent een kwartier uurs, en kwamen dikwils op een dag; ze klaagde over hoofdpynen; ze had eenige Wormen geloosd, en had ook nog werkelyk tekenen van Wormen. Ik schreef haar diensvolgens wormdryvende middelen voor; dog ziende, dat deeze niet aan de verwagting voldeeden, liet ik den 21 December een begin maaken, met het gebruik van den AEther, ten einde door dit middel, waarvan ze telkens een theelepel vol gebruikte, de Convulsive beweegingen tegen te gaan. Omtrent drie minuuten na ieder gifte, begon haar Buik op te zwellen, en hard te worden, welk toeval echter binnen vyf minuuten wederom verdween. Den 27 December loosde ze een Worm, en den dag daarna nog een. Men bespeurde vervolgens geene toevallen meer; en liet haar, geneezen zynde, heenen gaan. Eenige dagen daarna, kreeg ze zwaare pynen in den Onderbuik, en hevige Convulsien in beide armen. Ze kwam hierop weder by my, gebruikte den AEther; de toevallen bedaarden, en ze loosde, in twee reizen, nog een Worm. Ik beschouwde nu de Convulsive toevallen, als voortkomende van Wormen, die door den AEther gedood waren. Ik hebbe vervolgens in drie andere gevallen den AEther beproefd, waar de toevallen scheenen door Wormen veroorzaakt te worden, en echter de AEther geene uitwerking had. Dit heeft my zedert doen denken, dat het geval Epileptik geweest, en dat zig de Wormen ontlastten, wanneer de ziekte verminderde, zo als wy dit dikmaalen in andere gevallen zien. |
|