| |
De voornaamste leevensgevallen en het character van den beroemden geneesheer Theodore Tronchin.
(Uit eenen Brieve aan de Schryvers van het Journal de Paris, gedagtekend Parys, 8. Dec. 1781.)
myne heeren!
Onder het getal der menigvuldige slachtoffers, zints eenigen tyd voor den Dood gebukt, betreuren wy veele
| |
| |
beminnenswaardige Vrouwen, veele beroemde Letterhelden, en veele groote Persoonadiën: wy hebben veel verlooren; wy beweenen allen, of onze Bloedverwanten, of onze Vrienden, of eenig Menschenvriend.
Ik zal u, myne Heeren, in deezen onderhouden over een Vriend, die niet meer is; die door zyne onbeperkte weldaadigheid, door zyne groote en algemeen nutte bekwaamheden, door de hoedanigheden van zyn verstand en hart, overal Vrienden, overal Bewonderaars vondt. - Theodore tronchin werd, in den Jaare 1709, te Geneve, gebooren, uit een edel Geslacht, oorspronglyk van Avignon, eerwaardig door deszelfs oudheid, en aanzienlyk door de waardigheden, welke 't zelve, in 't Gemeenebest, bekleedde. Zyn Vader was ryk; doch hy hadt zyne middelen bykans geheel belegd in Engeland en Frankryk, en leedt groote schade by de verandering in het Staatkundig stelzel. De Zoon moest die schade herstellen. De Natuur hadt hem met eene fraaije Lichaamsgestalte, en een uitsteekend Vernuft begiftigd. De gronden van Letteroefening waren door hem wel gelegd, en hy vertoonde reeds vroeg, welk een Man hy, ten eenigen dage, zou worden.
Op zyn negentiende Jaar verliet hy zyn Vaderland om na Engeland over te steeken, waar wylen Lord bolingbroke, zyn Bloedverwant, hem heen lokte, en meende te houden. Deeze vermaarde Man, schoon van 't bestuur der zaaken verwyderd, behieldt 'er een sterken invloed. Hy zogt zyn jongen Bloedverwant in de Thesaurie te plaatzen, die, langs deezen weg, tot eenen aanzienlyken stand zou kunnen geraaken; maar 't was onder de Regeering van george den I. Engeland werd, als 't ware, overstroomd door Duitschers, die den nieuwen Koning gevolgd waren; het Parlement maakte een veel strenger wet dan de voorgaande, by welke de Vreemdelingen volstrekt van de Ampten werden uitgeslooten. In gevolge hier van beoogde bolingbroke zyn jongen Vriend langs eenen anderen weg te bevorderen. Meermaalen bevondt hy zich met zynen Beschermer in 't gezelschap van swift, addison en pope; drie Mannen die Menschenkennis bezaten en Menschen beoordeelden. Pope raadde tronchin na Cambridge te gaan, en, onder het voortzetten zyner Studiën, af te wagten, waar toe hy meest overhelde. Op deeze Hoogeschool moest zyn smaak zich ontdekken, en met een vermeesterenden invloed tot zyn hart spreeken. Een der werken van bolingbroke viel hem in handen, hy las en herlas het, hy at het, als 't wa- | |
| |
re op, een geestdrift beving hem, hy verliet Cambridge en Engeland schielyk, zag af van den hoogen staat, waartoe Lord bolingbroke hem schikte, en trok na Holland, om het groot getal der Toehoorderen van den Leydschen Hoog Leeraar te vermeerderen. Dus heeft de Leering der Verhandeling over den Mensch van descartes den geest van mallebranche
tot denken aangezet. De Heer tronchin ontmoette, op zyne reis, een Geneesheer der Engelsche vloot, die, getroffen door zyne bekwaamheden en welspreekenheid, van het oogmerk zyner reize onderrigt, hem verklaarde, dat hy voor de Geneeskunde gebooren was en zyn besluit bepaalde.
Men weet wie boerhaave was. Zyn roem in de Geneeskunde was een wonder. Men kwam hem uit alle oorden der Wereld raadpleegen: en schreef een Brief uit China, met dit opschrift, aan boerhaave in Europa. Zyne werken worden aangehaald even als die van hippocrates. Welhaast onderscheidde boerhaave, onder zyne Leerlingen, tronchin. Vier maanden onder hem geweest zynde, liet hy een gedeelte zyns arbeids op hem staan. Ik behoef niet te melden, myne Heeren, hoe zeer hy zich moet bevlytigd hebben, om, in vier maanden oefenings, het vertrouwen van boerhaave te verdienen. De Heer tronchin bleef eenige jaaren by zyn Leermeester. Deeze beminde zyn Leerling op het tederst, en deelde zich zelven, om zo te spreeken, aan hem mede, terwyl hy zich aan anderen alleen vertoonde. Hy schikte hem om zyn Opvolger te weezen in Europa, en wilde hem, onder zyn oog, een gedeelte van dat heerlyk Erfgoed zien inzamelen. Toen hy zich gereed maakte om na Engeland te keeren, wederhieldt hem boerhaave, en bewoog hem zich te Amsterdam neder te zetten. Van dit oogenblik af verzondt hy de Inwoonders der Hoofdstad na zynen Kweekeling. Gy kunt, was zyn woord, my raadplegen, zonder uit Amsterdam te gaan, als gy met hem spreekt.
De Heer tronchin trouwde, in Holland, de Kleindochter van den beroemden Pensionaris joan de wit. Hier behandelde hy reeds de Kinder-ziekte op die wyze, welke hem altoos gelukte, en ons naderhand zo nieuw en zeldzaam is voorgekomen. Naa negentien jaaren in Holland gewoond te hebben, gaf hy gehoor aan het dringend verzoek zyner Medeburgeren, die hem wenschten by zich te hebben. Hy kwam te Geneve, werwaards zyn roem reeds was vooruit gevloogen. Dit was zyn Vaderland, en on- | |
| |
dertusschen ontving men hem als een Bescherm-god! Hy werd tot Hoogleeraar in de Medicynen aangesteld: hy hieldt openbaare lessen. Groot was de toevloed der Vreemdelingen na Geneve: nog heugt het den Inwoonderen, welk eene ongelooflyk groote menigte hy derwaards lokte. De Vorsten van Europa zogten hem aan; de Keizerin van Rusland schreef hem door haaren Staatsdienaar eenen Brief met de sterkste aanzoeken, hem smeekende dat hy ten minsten twee Jaaren te Petersburg zou komen. Dit alles verleidde hem niet. Hy kwam zynen Vaderlande of Frankryk toe. In den Jaare 1755, reisde hy na Parys, om den Hertog de chartres en Mlle d'orleans in te enten. Zyn deur hadt geen rust. Hy verwierf eene algemeene toejuiching: hy zag daar de zeer aandoenlyke geaartheid onzes volks, 't welk hy beminde, en als een verstandig Man agtte. Parys scheen hem een groot Tooneel, geschikt om 'er zyn Verstand en Weldaadigheid te vertoonen. Hy ging toen eene verbintenis aan met den Hertog van orleans, die, naa den dood van den Heer petit, hem tot zyn eersten Arts aanstelde. Deeze Prins hadt hem, door zyne gemeenzaamheid en alles wat hem zo beminnelyk maakte, weeten te winnen. Hy verkreeg hem voor ons, en verkreeg
daar door een eisch te meer op de erkentenis van 't algemeen.
Wy zyn aan den onderneemenden moed en het verstand van dien Heer den voortgang verschuldigd, welke de Inënting, ondanks alle hindernissen dezelve in den weg gelegd, onder ons gemaakt heeft; die Kunst, van welke men zegt, dat ons een Duizendste doet betaalen, daar de Natuur een Tiende neemt. Aan hem hebben wy dank te weeten de heilzaame veranderingen, welke in de Geneeskunde gemaakt zyn. De Geneesmiddelen moeten de Menschen herstellen: en de meeste Geneesheeren denken zelfs niet om ze te behouden: wanneer zy de kwaal wegneemen, dooden zy door het Geneesmiddel. De Heer tronchin onthief hunne weetenschap van al die gevaarlyke Kwakzalvery, door Onkunde en Geldzugt daar ingevoerd. Hy hadt tot zyn Spreuk die van zynen Leermeester boerhaave, Simplex sigillum veri: ook was hy langen tyd een Vriend geweest van den grooten Wysgeer zyn Medeburger, die ten zinspreuk voerde Vitam impendere vero: en hy deedt hem groote diensten.
De Heer tronchin was eenvoudig en opregt in de Geneeskunde, gelyk ook in zyne Zeden en Daden. Van daar, buiten twyfel, nog meer dan van zyne wonderbaare Genee- | |
| |
zingen, de algemeene agting van Europa, het vertrouwen, 't welk hy ieder inboezemde, en 't belang 't geen men in hem stelde. Van zynen Leermeester hadt hy den geest der waarneeming: hy volgde de Natuur, hy hielp haar op den weg, welken zy koos, en dwong haar nimmer eenen anderen te neemen. 'Er is, zeide hy menigmaal, maar één Geneeskunde; deeze is de waarneemende en wagtende. Die Geneeskunde beoefende hy: zelden bediende hy zich van Geneesmiddelen, die de Kranken afmatten en de kragten ontnamen: van deeze bediende hy zich alleen in ziekten, die door verzwakking moeten geneezen worden. De geest van waarneeming, welke hem vergezelde, deedt hem, op 't oogenblik, zonderlinge Geneesmiddelen te werk stellen; deeze waren de vrugten van diep en teffens vlug denken: zy gelukten. Nooit behandelde hy, op dezelfde wyze, twee Persoonen, door dezelfde ziekte aangegreepen, zo zeer was hy een vyand van het bewandelen eens platgetreeden pads: hy wist, welk een onvermydelyken invloed, alles wat ons omringt, onze leevenswyze, of onze Zielsgesteltenis, op ons hebbe. Hier om heeft hy ook, Geneve voor Amsterdam verwisselende, zyne Geneeswyze verzagt, en, van Geneve na Parys gaande, dezelve nog zagter gemaakt; zeggende, dat ze in de laatstgemelde Stad niet te zeer verzagt kon worden. De ondervinding hadt hem geleeraard, dat verdriet en hartzeer aan de meeste ziekten der Menschen veel deels hebben: en misschien ontstaan alle de Zenuwkwaalen, zo gemeen te Parys, en boven al onder de zwakke Kunne, en bykans alle langduurige ziekten, uit zielsaandoeningen. Hy hieldt zich verzekerd, dat de prikkelende ontlastmiddelen daar tegen
streeden. Dus genas hy bykans alle zieken door eene zagte behandeling en opbeurende troostredenen. Men aanbadt een Man, die, geneezende en bovenal de Ziekten voorkomende, geene Geneesmiddelen scheen te gebruiken.
In 't eerste kantten veelen zich geweldig aan tegen eene zo nieuwe Geneeswyze: dan hy verdroeg, met gelykmoedigheid, de aanvallen van den Nyd. Deezen zag hy aan als een boosaartig en hardnekkig kind, 't welk men niet kan stillen, dan met geen agt te slaan op zyn geschreeuw. Tegenspraak en Laster zelfs, die hem bejegenden, stooten af op zyne groote en edelmoedige Ziel. Altoos was zyne aandoenlykheid sterk: en misschien hebben oude verdrietlykheden, de onlusten in zyn Vaderland, het verlies van eenige hem waarde Lyders, en de verregaande deelneeming
| |
| |
in de smerten zyner Vrienden, het einde zyns leevens verhaast.
Een agtenswaardig Geneesheer, (de Heer lorry,) een der geenen, die hem in zyne laatste oogenblikken bystondt, ziende dat het geweld der Koortze zyn Verstand bedwelmde, riep uit, Ach! indien deeze groote Man ons kon verstaan en met ons spreeken, hy zou zich zelven nog geneezen! In de bedaarde oogenblikken onderhieldt hy hun met zyne gesprekken. Op den elfden dag zyner ziekte, naa alle tekenen van een kort aanstaanden dood, scheen hy eensslags te beteren, zyn kleur, zyn gelaad veranderde; hy sprak bedaard; men oordeelde hem hersteld.... helaas! deeze flikkering des leevens was een voorboode des doods. - Hy stierf. - Zyn Gezin, zyne Vrienden, de Weetenschappen, al het Menschdom, verloor hem in den nagt tusschen den dertigsten November en den eersten December, in een ouderdom van omtrent drie en zeventig Jaaren.
Verscheide Academiën hadden hem tot Lid aangenomen. In den jaare 1778 koos die der Weetenschappen hem tot een der acht Buitenlandsche Leden: deeze gunst kon niet beweezen worden dan aan een Vreemdeling, een Leerling van boerhaave, eenen zo grooten Meester waardig.
Men beklaagt zich, dat tronchin weinig Kweekelingen heeft naagelaaten: hier en daar vindt men eenige van zyne beginzelen verspreid; doch waar dezelve te zamen.... waar dat juist ziend oog, door eene zestig jaarige ondervinding, gesleepen? Hy betuigde, dat hy nog leerde zien, wie ondertusschen zag beter dan hy? niemand was oplettender: dit zette misschien aan zyn schoon gelaad die bedaardheid, en, mag ik my dus uitdrukken, die zagte weltevredenheid, by.
Men heeft weinig van zyne Werken; doch de verzameling zyner Raadgeevingen, zou een schoon Boek in de Natuur- Genees- en zelfs in de Zede-kunde, uitmaaken: dus oefent een Krygsman zich in de onderrigtingen der groote Veldheeren, om alles, wat tot de Krygskunst behoort, te leeren.
Alle avonden wagtte hy aan zyn huis arme zieken op, dit noemde hy zyn Bureau der Menschlievenheid. Hoe veelen hadden geene andere kwaal dan dat zy elendig waren! Hy genas ze, of ten minste hy troostte ze altoos: en zyne beste dagen waren, op welke hy de meeste geneezingen van dien aart verrigt hadt. Hoe dikwyls heeft hy, nog dit Jaar, in den ouderdom van drie en zeventig jaaren,
| |
| |
de vyfde verdiepingen beklommen, om de Zieken en Ongelukkigen op te zoeken en te troosten! Wanneer iemand hem onlangs, met veel ernsts, verzogt een Zieken te gaan zien, buiten staat om hem te betaalen, was zyn woord, Ik zou een zeer slegt denkbeeld van my zelven moeten hebben, indien men my, zo hoog bejaard, nog moest aanmaanen, myn Pligt te doen! De arme Lyders behandelde hy met de uiterste zagtheid, vriendelykheid, en inneemendheid. Hy zou in de schitterendste Gezelschappen hebben kunnen verkeeren, men verlangde steeds hem in dezelve te zien; maar hy gaf zyn Gezin de voorkeus boven die alle. Hy leefde deftig, maar zonder pragt. Deeze leevenswyze was een gevolg van zyne Gemeenebestgezinde eenvoudigheid, in hem gepaard met leevendigheid van aandoening en juistheid van geest. Zyne Bloedverwanten, zyne Vrienden, zyne Zieken (en alle die Zieken waren zyne Vrienden,) zyne Huisgenooten, zyn ontroostlyk over zyn verscheijen, en geheel de Wereld moet zynen dood beweenen.
Ik heb de eer van te zyn, enz.
de br* * *.
|
|