verstandige beteugeling, heeft weten te bewaren. Zy schryft als iemand, die gevoelig getroffen is, op de verstandlyke beschouwing van het gewigt der onderwerpen; het welk hare voorgestelde overdenkingen geschikt maekt, om te beantwoorden aen haer bëoogde; te weten, de stichting van hare Medechristenen. - Zie hier, waer toe de overweging van de heerlyke voortreflykheid der melodie van den Engelenzang, op Bethlehems velden haer opleidt.
‘Zoo de aardsche zang- en speelkonst een geweldig vermogen heeft op 's menschen geest; zoo de hartstogten daar door gaande gemaakt, en op de gevoeligste wyze bewogen worden; hoe zyn dan de herders niet opgetogen, niet vervoerd geweest, als hunne ooren gestreeld wierden met hemelsch muziek, daar stem en zang, evenredig aan de zangstof, in tederheid, in verhevenheid, in welluidendheid, met één woord, in alles, wat verrukkens magtig is, alle menschelyke kunst en vermogen zoo ver te boven gaat, als de volmaaktheid het onvolmaakte! - Maar is 't my niet mogelyk op zulke hemeltoonen te volgen; ik wil ten minsten myne zaligheid stellen in God te verheerlyken. 't Is myne lust zamen te stemmen met de Engelenschaaren, met de Geesten der volmaakte regtvaardigen, en met allen, die op Aarde den Heere kennen; dat wil ik myn voorregt rekenen, als ik met anderen Gods grootheid mag vermelden, en, hoe gebrekkelyk ook, nogthans opregtelyk, Hem de eere geeven, die zyne weldaadigheid aan my heeft groot gemaakt.
Ja maar, dat myn gansche leeven een geduurige lofzegging zy! - Dan verheffen wy Gods grootheid allermeest, als wy doen het geen Hem meest verheerlykt. Och dat myne daaden spraken! dat myne werkzaamheden, evenredig met malkanderen, en, met Gods allerheiligste bevelen, overeenstemmende waren; en dus alle myne verrigtingen veel kragtiger Gods eer vermelden, en anderen meer opwekken mogten, dan het uitneemendste gezang!
Zou dus God te pryzen, met hart, en woorden, en daaden, myn werk, myn bezigheid niet zyn? - 't Is goed, dat men den Heere loove; de lof is betaamelyk. - De Engelen gaan ons voor; zullen wy niet gereedlyk volgen?
God is 't waardig om zyns zelvs wille. - Al het schepzel getuigt van zyne heerlykheid. - Dit te doen was altoos het vermaak der Heiligen, en duizend ver-