Lucas en Lucinde, Toneelspel in drie Bedryven. Door Willem Imme. Te Amsterdam, by A.v.d. Kroe, 1782. Behalven het Voorwerk 160 bladz. in octavo.
Op den eigensten dag, dat Lucas met zyne Lucinde zig plegtig tot het Huwelyk verbinden zal, wordt Lucinde geschaakt, door den Zoon van den Heer van 't Dorp. De Heer, een deftig Man, verstaat met verontwaardiging het wanbedryf van zynen Zoon, dien hy steeds deugdzaame beginzels had ingeboezemd, en van wiens zedelyk character hy zig ook bestendig de gunstigste denkbeelden gevormd had. Een knegt, op welken die Heer zig tot nog volkomen verlaaten, en dien hy byzonder bevolen had, een toeziend oog op des Jongelings gedrag te houden, komt voor als een deelgenoot dier euveldaad. Dit ontsteekt zynen toorn des te geweldiger. Maar 't blykt eerlang, dat deeze Knegt 'er alleen de hand in gehad heeft, om Lucinde te beschermen, den jongen Heer te wederhouden van tot het uiterste te komen; en hem zelfs aanleiding te geeven, om hem zyn vergryp te doen bezeffen. Zyn aanslag is gelukt; de jonge Heer verfoeit zyne schandelyke vervoering van drift; de Vader erkent de oprechtheid van des Jongelings berouw; Lucinde keert ongeschonden weder in de armen van haaren geliefden Lucas, en 't minzaam Paar wordt met een voor hun ruim Huwelyksgoed begiftigd. De Opsteller van dit Toneelstuk van eigen vinding heeft de natuur zeer wel in agt genomen; en deeze geschiedenis met verscheiden treffende omstandigheden voorgesteld; ter aanwyzinge van het uitnemende van kuische Min, en het verfoeilyke van 't involgen van ongeregelde driften. En de oude Heer sluit alles gepast met deeze vermaaning aan zynen Zoon: ‘Myn Zoon! dus hebt gy deezen dag gezien, wat de ondeugd is, en welk een zoet 'er gesmaakt wordt in het betrachten der deugd: - laat dan, in 't vervolg, het volbrengen van uwe plichten uw voornaamste doel zyn; - zo zult gy, behalven een vry en gerust geweeten, u zelven het genot van een altoos duurend genoegen waardig maken.’