vraag niet, zegt de Schryver, of 'er in de Schurft en de andere bovengenoemde Ziekten daadelyk Insecten gevonden worden; maar de groote vraag is, of deeze Insecten, voor de eerste, eenige, en waare oorzaak van deeze Ziekten moeten gehouden worden. En om dit geschil te beslissen heeft hy in de eerste plaats alle Bewysredenen, welke voor deeze diertjes, als de eenige oorzaak der Schurft, pleiten, en die van Roosenstein, als een sterk verdeediger van dit gevoelen, in zyn werk heeft byeenverzameld, voorgesteld, en vervolgens dezelve stuk voor stuk wederlegd.
Het zoude voor ons bestek te wydloopig zyn, om alle de redenen door van Roosenstein bygebragt, en die een getal van zeventien uitmaaken, hier aan te haalen; veel minder kunnen wy ons inlaaten, met een verhaal, van de wyze op welke de Heer wildrik dezelve heeft zoeken te wederleggen, en ook onzes bedunkens inderdaad wederlegd heeft. - Wy zyn altyd van gedagten geweest, dat de toevallen en verschynzelen, welke by de Schurft zig opdoen, niet alleen veel gemakkelyker en natuurlyker uit eene aanweezige scherpte, als uit Schurft-diertjes, kunnen verklaard worden; maar daar komen verscheiden toevallen by deeze Huid ziekte voor, die zig byna niet, zonder ongerymdheid, alleen uit de aanweezigheid der diertjes, als de eenige oorzaak, laaten verklaaren; gelyk de Schryver in deeze Verhandeling wydloopig aantoont. - Ondertusschen is het een nog vreemder gevoelen, wanneer Linnaeus, en andere, ook de oorzaak van de Kinderpokjes, Mazelen, Loop en Roodeloop, uit diertjes willen afleiden. - Men kan, wel is waar, niet ontkennen dat de Lyders, in deeze Ziekten, zo wel als in andere, b.v. Galkoortsen, Rotziekten, enz. zomwylen kleine-, zomwylen Spoel-wormen, ontlasten, maar zoude het niet zo wel tegen de reden, als ook tegen de onloogchenbaare ondervinding aanloopen, indien men daarom de waare oorzaak deezer Ziekten in die ontlaste diertjes wilde stellen? - In de Verhandeling, voor ons, beroept zig de Schryver, tot wederlegging van dit gevoelen, op het getuigenisse van eenen Tissot, Zimmerman, Lorentz, Heuerman, Whytt, Hannes en anderen, welker getuigenisse in dit geval niet weinig afdoet.
Wy houden ons verzekerd, dat deeze Verhandeling van veelen met genoegen en voordeel zal geleezen worden, schoon wy niet voorby kunnen aan te merken, dat de Schurft, welke de Schryver 'er mede heeft laaten invloeijen, ons niet