Proeve van Poëzye, door het Genootschap: Vlijt volmaakt. Te Leyden, by C.v. Hoogeveen, Jun. 1781. Behalven het Voorbericht en den Inhoud 193 bladz. in gr. octavo.
Een Genootschap van Dichtkundige Liefhebbers te Schiedam maakt hier mede gemeen, eene Verzameling van een gedeelte van deszelfs arbeid; bestaande ten deele in Bybel- en Zededichten, en voorts in Mengeldichten van veelerleien aart. Ze komen uit onderscheiden handen, en ieder Lid van het Genootschap houdt zyne Stukjes voor zyne verantwoording; waaromtrent geen hunner groote zwaarigheid behoeft te maaken. Wat verschil van taal en spelling betreft, men is thans niet gewoon elkander daarover lastig te vallen; de groote vraag, (verregaande buitenspoorigheden, daar men niet ligt toe vervalt, uitgezonderd,) is maar, of de Dichter, door zigzelven bestendig gelyk te zyn, de vereischte oplettendheid betoone? Verscheidenheid van denkwyze loopt gemeenlyk, by de Liefhebbers der Dichtkunde, niet sterk in 't oog; en zy die den echten toetssteen der Rechtzinnigheid meenen te bezitten, hebben meerendeels het oog niet zo zeer op deeze soort van Dichtkundige Schriften. En wat bepaaldlyk het Dichtkundige betreft, men zal, naar 't ons in 't doorbladeren is voorgekomen, geen reden vinden om iemand hunner ten deezen opzigte byzonder met minagting te beschouwen. Naar uitwyzen deezer verzamelinge bestaat het Genootschap uit Leden, die, zonder hen juist tot Dichters van den eersten rang te verheffen, wel gezegd mogen worden, den Leden van andere Dichterlyke Genootschappen in ons Vaderland, over het algemeen, te evenaaren: des hunne Dichtstukken wel eene plaats by andere zodanige verzamelingen verdienen. Men oordeele hier over eenigermaate, op het leezen der volgende uitbreidinge eener spreekwyze van Dr. young, voorkomende in zyn' Klaagzang, genaamd Narcissa, uit het Engelsch vertaald, dus luidende.