Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1781
(1781)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijAmyntas.(Uit het Hoogduitsch van s. geszner.)
In den vroegen morgenstond kwam Amyntas, uit het belommerd bosch, met den byl in zyne rechte hand. Hy hadt in het zelve voor zich paalen gehakt tot eene Heining, en droeg dien last gekromd op zyne schouderen. In 't voorbygaan zag hy een' jongen Eiken Boom, die naast een' ruischenden waterbeek stond; het water hadt deszelfs wortels van aarde ontbloot, en de boom stond treurig, dreigende neêr te storten. ô Jammer! (dus sprak Amyntas) zoudt gy, ô Boom, in dit vlietend water vallen? Neen, uwe takken zullen niet ten speeltuige zyner golven zyn! Hierop smeet hy den zwaaren last van zynen schouder: Ik kan my andere paalen hakken, (sprak hy); en begon een hechten dam voor den boom te maaken, en aarde te graaven. Den dam gereed, en de ontblootte wortels met nieuwe aarde bedekt zynde, nam hy | |
[pagina 627]
| |
den byl op den schouder, en lagchte nog eens, vergenoegd zynde over zyn' arbeid, in de schaduw van den geredden Boom. Vervolgens wilde hy te rug gaan na het bosch, om andere paalen te hakken; maar ziet, de DryadeGa naar voetnoot(*) riep hem, uit den Eik, met eene lievelyke stemme, toe: Zou ik u onbeloond laaten weggaan, braave Herder! zeg my, wat eischt gy ter belooninge? Ik weet dat gy arm zyt, en slegts vyf schaapen weidt. - ô, Als gy my eene bede vergunt, (sprak de arme Herder) myn buurman Palemon is, zinds den oogst, reeds krank; laat hem gezond worden! Zo smeekte de braave; en Palemon wierdt gezond: Maar Amyntas bespeurde tevens een' ryken zegen onder zyne kudde; zyne boomen droegen een overvloed van vrugten, en hy wierdt een ryk Herder; want de Goden laaten de deugdzaamen niet ongezegend. |
|