Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1781
(1781)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijAanmerkingen over de winterhanden en wintervoeten, (Perinones.)
| |
[pagina 593]
| |
stille onzigtbare uitwaasseming, door de huid van het gezwollen deel, zig kan, wil, en moet ontlasten. Aldus is het, by de ervarenste Mannen, eene vaste wet geworden, om, by de ontstoken zwelling der Podagristen, alle uitwendige, koele, en te rug dryvende, hulpmiddelen, zorgvuldig te verbieden. Maar, dat by Winterhanden en by Wintervoeten, welke men onderstelt, dat slegts door uitwendige koude veroorzaakt zyn, zo wel, als by het Podagra, byna altoos eene inwendige oorzaak plaats heeft, zal, misschien, velen vreemd voorkomen, en nogthans meen ik, dat eene veeljarige opmerking en ondervinding my dit, op eene ontwyffelbare wyze, heeft geleerd. - Uit vele andere breedvoerige bewyzen, zullen de volgende korte en weinige genoeg zyn; en ik hoop dat ze myne Medeburgeren zullen voelen en begrypen. Vele kinderen of ook bejaarde menschen, die naauwlyks in de lugt komen, schynen veelmalen gezond, en hebben nogthans eene inwendige ongesteldheid: deze krygen dikwils, en lang voor dat de Winter regt begint, eenige ontstoken en jeukende knobbelen op de handen, vingeren, enz., zonder dat de geringe koude daar van, als eene eerste of eenige oorzaak, kan worden aangemerkt. Want dit soort van Winterhanden en Wintervoeten ziet men, niet zelden, by eene matige, dog vogtige, koude, in de maanden December en January; en zo ras de koude in deze of in de volgende maanden droger word, en toeneemt, geneezen vele van deze menschen van zelfs; maar krygen, na de vermindering der groote droge koude, en, in het laatste van February of Maart, niet zelden hunne Winterhanden, enz. wederom; en dit duurt, somwylen, tot in April of langer; zynde, zo als ons Hollandsch Spreekwoord zegt: de beste plaaster voor de Winterhanden, de maand May. - Wie ziet niet, dat hier eene geheele andere oorzaak, dan de blote koude, plaats heeft? Andere, wier inwendige gesteldheid met eene middelmatige en vogtige koude meer schynt overéén te komen, krygen geene Winterhanden, voor dat de Winter regt begint, of alreeds geëindigd is. - Van alle deze verscheidenheden zyn genoegzame redenen te geven, maar het is hier nog de plaats, nog myn oogmerk, veele woorden te gebruiken, maar met waarnemingen, die meer dan woorden afdoen, te spreken. | |
[pagina 594]
| |
De ondervinding toont aan alle opmerkenden, dat vele kinderen, ja ook bejaarden, die de meeste koude ondergaan, het minste aan Winterhanden onderworpen zyn; en dat, in het tegendeel, by anderen, daar alle mogelyke zorg voor gedragen word, ondanks al hunne vlyt, daar mede gekweld worden. - Leert dit niet, dat 'er, by deze laatste, eene verborgen of inwendige oorzaak, om dit kwaad voort te brengen, huisvest? Zo veel ik door opmerking gezien heb, zyn kinderen van zwakke, teringachtige of zenuwzieke Ouderen, die blond hair, blaauwe oogen, een rood aangezigt, en eene zwakke long hebben, aan Winterhanden, enz. zeer onderworpen. - En wie ziet niet, dat dit eigenaartig gestel zulks eenigzins mede brengt; en dat Winterhanden voor hun een voorregt en een hulpmiddel der Natuur is? Want die eigen ondervinding heeft my geleerd, dat de ongesteldheid by zommige Kinderen verdween, zo ras zy roode bolle Winterhanden kregen, onaangezien zy, des Winters, ongedaan, zwak of ziek zynde, geweldig, ja ook geduurig, hadden moeten hoesten, terwyl zy over niets, dan over jeukte en eene ligte pyn der Winterhanden, klaagden. Ja, ik heb, in één huis, vyf kinderen, van twee tot agt jaren oud, gezien, waar van de twee oudste en twee jongste van een geweldigen hoest waren aangedaan; terwyl het middenste van vyf jaren dikke bolle Winterhanden had, en van den hoest bevryd bleef. Te regt zegt daarom een uitmuntend Neêrlandsch Heelmeester, wiens leven lang en gezegend zy! sprekende van de Winterhanden: Aan zommige Menschen schynen ze zelfs heilzaam te zyn voor de gezondheidGa naar voetnoot(*). Dit is zo waaragtig, dat ik my ten hoogsten verwonder, dat daar van by anderen naauwlyks gesproken word. Want ik kan my niet herinneren, ooit iemand met gezwollen Winterhanden, die tevens regt ziek was, gezien te hebben. En ik merk dit gebrek, (want ziekte mag nog wil men het niet noemen,) aan, als eene heilzame poging van de Natuur, om zig, even als in het Podagra, van eenige schadelyke stof, die zig voorheen door de huid, of liever door de long, ontlastte, te ontdoen. - De volgende voorbeelden, kunnen dit, zo ik meen, nog meer bewyzen. Een jongsken van vier jaren, met zeer ontstoken en ge- | |
[pagina 595]
| |
zwollen Winterhanden, valt, onverwagt, en, zonder dat 'er eenige kennelyke oorzaak van te begrypen was, in herhaalde aanvallen van stuipen, die, den volgenden dag, wanneer het kind hevig ziek was, bedaarden. Om de Winterhanden had men niet gedagt, maar toen de zwagtels, door het gewoel, daar van waren afgevallen, zag men, met geen kleine verwondering, dat dezelve ongemeen dun, en de huid zeer gerimpeld was. Door een menigte wit, dik water, en een heilzaam zweet, eindigde deze ziekte. - Verscheiden aanmerkelyke, doch minder in het oog loopende, voorbeelden, ga ik, kortheidsven, voorby. Ik ken verscheide menschen, van dertig en veertig jaren oud, met erslyke longkwalen, met kortborstige toevallen, met eenen drogen, of ook, na eene doorbraak, met eenen waren etterigen of gemengden snotagtigen hoest, welke by zwakke en zagte Winters veelal elendig geplaagd worden, en verpligt zyn, eenige weken of maanden, het bed te moeten houden. Verscheiden reizen, en met een ongemeen genoegen, heb ik gezien, dat dezelve, by gestrenge Winters, Winterhanden kregen, en daar na, zo ruim van long en borst waren, dat ze de strengste koude, als het ware, trotzeerden. Eene Juffrouw van dit soort, had, voor eenige jaren, zeer gezwollen Winterhanden, en was daar by, na hare gewoone omstandigheden, vry gezond. Hare Vriendinnen rieden haar, om hare handen, by herhaling, in sterken en heeten Azyn te baden, en de jeukte en zwelling te verdryven; dit gebeurde ook: hier op kreeg zy ysselyke krampen en benaauwdheden in de long, en verscheiden andere toevallen, die, na den kundigsten raad, zelfs in Hollandsch Atheenen gehaald, niet, dan met de volgende Zomer-warmte, verdwenen. Wie ziet niet, uit deze waarnemingen, welke ik zeer konde vermeerderen, dat men de Winterhanden, enz. niet zo algemeen moet aanmerken als een enkel uitwendig gebrek, het welk slegts en alleen door uitwendige koude is veroorzaakt? In het tegendeel schynt het my toe, wel eene uitwendige ziekte te zyn, doch by welke altoos, min of meer, eene inwendige stoffelyke oorzaak plaats heeft. En hier van daan is het ook, dat men deze gebreken niet dan met kunde en een goed oordeel, door uitwendige middelen, moet zoeken te verdryven, en wederom naar binnen te | |
[pagina 596]
| |
jagen. - Het Podagra, schoon eene ziekte van een ander en verschillenden aart, leert dit duidelyk. Zo ik my niet bedrieg, ken ik de uitwendige middelen zeer wel, door welke men de jeukte, ontsteking, en bolle zwelling der Winterhanden en Voeten, ras en gemakkelyk kan doen verdwynen, en in het lichaam te rug brengen. - Ik weet wat minerale zuuren, met vet gemengd, doen kunnen. Maar ik zal de Formulen daarvan, om een gedugt misbruik voor te komen, alhier niet opgeven. - In het tegendeel wenschte ik die middelen te kennen, door welke men, by zommigen, Winterhanden konde maken, en hunne gezondheid bewaren. Ik beken, dat reeds al in het midden van de veertiende Eeuw, door guido de gauliac, door verscheiden, daarop volgende, Schryvers, ja zelfs door den bekenden tissot, het baden in koud water, of water met Azyn, tegen de Winterhanden zeer geprezen word. Ja, ik weet, by eigen bevinding, dat het deze gezwellen, (zo wel als het Podagra,) voorkomt, verzagt, en zelfs zomwylen, ja veelmalen, spoedig geneest. - De goedheid van de menschelyke Natuur laat dit dikwyls, doch niet altyd, toe; zy weet de te rug gedrevene stoffen, zomwylen, ja dikwyls, op eene andere wyze, door de long, door de huid, of door de nieren, wederom uit het lichaam te dryven. - Maar wie weet, vooraf, dat ze dit altoos zal, kan, of wil doen? - en wie heeft 'er den kwaden uitslag niet meermalen van gezien? Vraagt men my, of men dan tegen de jeukte, ontsteking en zwelling der aangedane deelen, (even als by de zwelling van het Podagra,) niets behoort te doen? Ik antwoord, hoe minder hoe beter, en raad dezelve, by tyds, om ze niet te erg te doen worden, met zeemleder of met een bescherm-plaaster van Diapalm, met Altheoe-zalv' gemengd, te bedekken; en, zo zy open raken, daarmede, of met een andere onschuldige zalv', te verbinden; ze zyn toch meerendeels, zo niet altyd, gelyk uit het voorgaande te zien is, heilzaam. - Tyd en Natuur geneest ze zeker en van zelf. Intusschen dient men, op de voorgaande en tegenswoordige in- en uitwendige gesteldheid, naauwkeurig onderzoek te doen, om, daar na, de inwendige geneeswyze, ten aanzien van het uitwendig gebrek, te regelen. Kinders, die, in plaats van des Zomers aangedaan te worden met hair- en daauwworm, met oog-ontsteking, | |
[pagina 597]
| |
kliergezwellen, en 's Winters, met een natten of drogen hoest, thans Winterhanden hebben, raad ik, een inwendig gebruik van deeze Chocolade: - R. Extract. vel Cort. Peruvian. opt. unc. sem. Cort. Cinnamom. dr. sem. Syrup. Cort. Aurant. q.S. Bals. Peruv. gutt. V.M.F. Electuarium, met water en zoete melk gemengd, in drie of vier dagen te gebruiken. - Om de maag, de keuken van het lichaam, in staat te houden, de onzigtbare uitwaasseming aan te zetten, en de stof der Winterhanden door de long, de huid, of door het water, uit te dryven, raad ik mede, nu en dan een weinig Mallaga, of eenen anderen olyagtigen, en niet ligt zuur wordenden, Wyn. Dan, het zy my gegund, hier nog eenige geringe dingen, van eenig nut, en misschien niet ongepast, te mogen byvoegen. In de Waterzucht van de borst is het zeer gemeen, dat een of beide de handen zwellen. - By eene hevige en eenigzins aanhoudende kramptrekking in de long, (Asthma Convulsiva) worden niet zelden de handen blond en blauw van bloed. - Zyn dit geen pogingen van de Natuur, om het geweld, het welk de long ondergaat, te verligten? - Menschen, die aan eene ware longontsteking ziek zyn, en op de handen worden adergelaten, vinden somwylen verligting op de borst, wanneer hunne handen in het warme water zwellen, en rood worden, en wel voor dat het bloed uit de Ader loopt. - Brengen groote Spaansche-vlieg-plaasters, binnens arms, en na by den Oxel, in deze benaauwde borstziekten, niet dikwyls zeer spoedige verligting en ontlasting te weeg? - Leeren deze en vele andere bewyzen niet, dat 'er, tusschen de borst en de armen, eene byzondere sympatie schynt plaats te hebben? - dan het is hier geen plaats, nog myn oogmerk, uit te weiden. Mogten hier uit die onkundige doch ongelukkige, welke in de Nieuwspapieren hunne uitwendige geneesmiddelen, tegen Winterhanden en Wintervoeten, zo onbedagt opveilen, en anderen die ze zo gretig kopen, leeren, hoe verkeerd zy handelen; dan, waarlyk! zou ik my eenigzins vleijen, dat ik, door deze weinige trekken, aan myn Vaderland een kleinen dienst gedaan had.
's Hertogenbosch, den 2 December, 1781. |
|