den. Dit Jaargetyde, 't welk hun te zamenbrengt, schynt hun vrolykheid in te storten: zy vermenigvuldigen hunne spelen, hessen zich in de lugt, stryken op den grond neder, loopen elkander na, en gaan, in grooten getale, zitten op de molendaken, en de huizen, digt by 't water: daar schynen zy met elkander te praaten, met korte en herhaalde toonen: hun hoorende, zou men gelooven, dat ze, voor eenigen tyd, vraagen voorstelden en antwoorden inbragten: tot dat een algemeen geroep van de geheele vergadering het teken geeft van de toestemming om elders heen te trekken. Ten dien tyde laaten zy ook een zagten en laagen wildzang hooren, die onderstems en bykans niet meer is dan een zagt gemurmer: te deezer oorzaak geeft belon hun misschien den naam van Susurada. Die zagte toon wordt hun ingeboezemd door de schoonheid van 't Saisoen, en 't vermaak der gezelligheid, waar voor deeze Vogeltjes zeer aandoenlyk schynen.
Op 't einde van den Herfst verzamelen zich de Kwikstaarten in veel grooter benden. 's Avonds stryken zy neder op het riet aan den oever der rivieren, waar zy de voorbygaanden roepen, en, tot de nagt valt, zamen speelen. Op heldere morgens, in de maand October, hoort men ze, in de lugt, zomtyds zeer hoog, vliegen, zonder ophouden schreeuwende; zy vertrekken als dan: want, met het aannaderen van den Winter, verlaaten zy ons, en zoeken andere lugtstreeken. De Heer de maillet schryft, dat, omtrent dien tyd, in Egypte zulk eene menigte van Kwikstaarten komt, dat het volk ze in zand droogt, om ze te bewaaren, en vervolgens te eeten. De Heer adanson vermeldt, dat men ze des Winters aan de Rivier Senegal ziet, met de Zwaluwen en Kwartels, die 'er zich niet dan op dien tyd teffens bevinden.
De Kwikstaart is gemeen in geheel Europa tot in Zweeden toe, en wordt, gelyk wy gezien hebben, in Africa en Asie gevonden. Die de Heer sonnerat ons van de Philippynsche Eilanden bragt, is dezelfde als de Europische, en een ander, door den Heer commerson van de Kaap der Goede Hoope aangevoerd, verschilde 'er weinig van. Doch zou olina zich niet vergissen, als hy schryst dat de Kwikstaart alleen in den Herfst en in den Winter in Italie voorkomt? Kan men gelooven, dat dit Vogeltje den Winter doorbrengt in die Lugtstreeken, daar het zulke verre tochten doet na veel heeter Gewesten?