Den 17 Juny. De Geneesmiddelen had hy niet behoorlyk ingenoomen. Men had niet ontdekt, dat hy, zedert, Wormen had geloosd, en hy bleef, by aanhoudendheid, over pyn in den Buik klaagen. Ik verzogt de geneesmiddelen behoorlyk integeeven.
Den 20 Juny, bezogt ik hem weder, en vernam, dat, zo wel de Bolus, als het Purgeermiddel, waren ingenoomen, welk laatste zeer sterke Stoelgangen verwekt had, waarby het Kind een langen Worm was kwyt geraakt.
Een tweeden Worm had men voor een gedeelte ontdekt; maar was wederom in den darm te rug getrokken. Ik raadde met het gebruik der middelen, tweemaalen in de week, aan te houden.
Den 1 July. Het Kind had, zedert twee reizen, de Geneesmiddelen ingenoomen; van de eerste purgatie had hy vyf, en van de laatste zes Wormen geloosd: ieder derzelven was omtrent agt duimen lang. Hy klaagde niet meer over krimpingen in het lyf; echter bespeurde men nog zomwylen het plukken in den neus, en het knarssen met de tanden, geduurende den slaap.
Het was, om deeze reden, dat ik het voortgebruik der Geneesmiddelen noodig oordeelde.
Den 11 July. Hy had tweemaal ingenoomen; op de eerste purgatie waren twee Wormen gevolgd, maar de laatste had niet gewerkt.
De middelen wierden, als vooren, voortgebruikt.
Den 29 July. Het Kind had, by ieder van de laatste purgatie, 3 Wormen geloosd, waarvan de eene byna elf duimen lang was. Zedert agt dagen had hy niets meer ingenomen, en was ook geen Wormen kwyt geraakt: hy klaagde nu niet meer over eenige pynen in het lyf, en de andere toevallen waren ook merkelyk minder. Ik liet nog eenigen tyd met het gebruik der Geneesmiddelen aanhouden. Wanneer hy in 't vervolg geen Wormen meer loosde, en 'er ook geene van de genoemde toevallen wederkeerden, liet ik hem in volmaakten welstand uit het Hospitaal gaan.