geheele wereld, een dwaas. In de zamenleeving is hy elk tot een last; om dat hy zyne eigen bekwaamheden aan alle man wil vertoonen, en doorgaans de bedryven van zynen evenmensch veragt of berispt.
Hy, die zich niet weet te schikken naar de omstandigheden, in welken hy, door den algemeenen loop der dingen, gebragt word, leid doorgaans een zeer kniezend en verdrietig leeven. Nooit te vrede, doet hy gestadig niet dan grommen, en begeert, dat de loop, en orde, der dingen, om zynent wil, zal verschikt worden. - Welk eene dwaasheid! zal eenig verstandig Werkmeester, om een enkel stofje, de gansche orde van zyn werk verschikken en bederven?
De Lasteraar is het schadelykst en verderfelykst monster op aarde. Zyne beste Vrienden worden niet door hem verschoond. Hy haat de waarheid, en bemint de leugen. Zyn tong is gelyk aan die van eene adder, zy kwetst alle voorwerpen, welke onder haar bereik komen.
Men vindt menschen, die zo kregel van aart zyn, dat ze met niemand kunnen omgaan, of zy zoeken opzettelyk twist en gekyf. Maar de ondervinding leert, dat elk van zulkem enschen schuw is; dat dezelven, in de zamenleeving niet, dan van zeer weinigen gezogt worden, en dan doorgaans nog maar van dezulken, die het uit noodzaake doen moeten, en 'er toe verpligt zyn.
De meeste menschen zyn, omtrent twee zaaken, en wel zeer gewigtigen, doorgaans het alleronagtzaamst, het allerlosts en onbedagtzaamst, dat is, omtrent hunne gezondheid en hunne zaligheid. - De eerste waagen zy vaak onbedagtzaam; en aan de laatste denken zy byna nooit, of slegts ter loops.
Men kan zich waarlyk niet genoeg verwonderen, wanneer men veele der menschen bedryven oplettend gade slaat. - Dan niets zou men zeggen is dolzinniger, dan, wanneer men zyne gezondheid verloren heeft, dat men zyn leeven zo ligtvaardig waagt aan onkundige menschen, om weer hersteld te raaken. Men zal geen kleed voor zyn lighaam, geen schoen voor zyn voet, aan een knoeijer vertrouwen. Maar zyn dierbaar leeven waagt men ligtvaardig aan menschen, die geene de minste kennis van de Geneeskunde hebben. - Zo is men oplettend op beuzelingen, en onagtzaam op het dierbaarste zyner bezittingen.
Niets zet een mensch meer luister en eere by, dan wysheid. - De wysheid verheft het redelyk Schepzel