Gereed, gemaklyk en onkostbaar middel, om de mieren te verdryven.
(Uit het Journal de Paris.)
myn heeren!
Dikmaals heb ik myn Perzikboomen door de Mieren aangetast gezien. Zy zetten zich voornaamlyk op de uiteinden der Takken en by de Knoppen, waar het sap meest heen dringt tot den groei des Booms; waarschynlyk is dit Sap het geliefde voedzel deezer Diertjes. Weet men ze van deeze Takken en Knoppen te verdryven, voor den tyd, van eenige dagen, de Bladeren komen uit, de Takken groeijen; doch vertoeven zy 'er eenige dagen, de Bladeren kronkelen, worden geel, zwart, en de Boom geraakt zyn tier geheel kwyt. Ik heb deeze oorzaak en dit uitwerkzel gezien, zonder een redmiddel tegen dit kwaad te weeten. - Het ongenoegen, van myne Perzikboomen in dien kwynenden staat te aanschouwen, deedt my te raade worden de Proef te neemen, om Snuiftabak te strooijen op 't einde van een der Takken vol Mieren. Zy betoonden terstond een sterken wederzin; ik verdubbelde de hoeveelheid, zy kreegen eene soort van stuiptrekkingen, eenigen vielen op den grond, anderen namen de vlugt. De zelfde bewerking op andere Takken, mede ryklyk met dit yverig Gedierte bezet, hadt dezelfde uitkomst. 's Anderen daags bezogt ik myn Perzikboomen, en vond ze bykans geheel van Mieren gezuiverd: ik deed op elken Boom nog een of twee neepen Snuiftabak, en zints dien tyd hebben 'er zich geene Mieren op vertoond. Drie jaaren agter een heb ik deeze Proeve met denzelfden uitslag herhaald; en opgemerkt dat de saprykste Perzikboomen van de Mieren den meesten last lyden; als mede, dat deeze Diertjes zich byzonder gesteld toonen