| |
Nauwkeurig verslag van de vervolgingen, die prinses Elizabeth, naderhand koningin van Engeland, leed, onder koningin Maria. Behelzende verscheide voorvallen tot dat tydperk behoorende, die nimmer voorheen het licht zagen.
Aan de Heeren Schryveren der Algemeene Vaderlandsche Letteroeffeningen.
Myne Heeren!
‘Nooit hadt de Geschiedkunde my zeer voordeelige denkbeelden ingeboezemd van het Character der beroemde Engelsche Koninginne elizabeth; maar nimmer zag ik het in een sterker en afzigtiger licht geplaatst dan in de onlangs uitgekomene Geschiedenis van Schotland, door den charactertreffenden robertson, en dat de haatlyke trekken, in dit Afbeeldzel voorkomende, met de waarheid overeenstemmen, bewyzen de Brieven in het Aanhangzel op dat Werk. Of de Byzonderheden deeze Vorstin betreffende, welke ik de eer heb Ul. hier
| |
| |
nevens te zenden, strekken om het leelyke, in dat Character, te verzagten, of te versterken, willen wy aan der Leezeren oordeel laaten. - Genoeg byzonders kwam 'er my in voor, om het der Vertaalinge waardig te agten; en uw Plan, om afzonderlyke stukken, de Geschiedenis betreffende, in uw Mengelwerk plaats te geeven, vrymoedigde my het aan Ul. toe te schikken. Het verslag is ontleend uit Mr. wartons Life of Sir thomas pope. Ik ben en blyf, enz.’
Prinses elizabeth, naderhand Koningin van Engeland, werd, naa veel onheuschheids en onmenschlykheids ondergaan te hebben, in den Jaare 1555, geplaatst onder de zorg en het toevoorzigt van Sir thomas pope. - Koningin maria voelde dien afkeer van de vermoedelyke Erfgenaame haarer Kroone en Opvolgster, welke natuurlyk eigen schynt aan alle Vorstlyke Persoonen, die geen Kinderen tot Throonopvolgers hebben. Doch de sterkstwerkende oorzaak van maria's haat tegen die Prinses, met welke zy voorheen op eenen vry vriendlyken voet leefde, schynt gezogt te moeten worden in courtney, Graaf van Devonshire. De persoon, de bevalligheid, en andere inneemende gaaven van deezen jongen Edelman hadden eenen zigtbaaren indruk op de Koninginne gemaakt. Andere omstandigheden wrogten mede, om hem tot het voorwerp haarer genegenheid te stellen; hy was een Engelsman, na aan de Kroon verwant, en het kon, overzulks, niet missen, of hy moest behaagelyk weezen aan het Volk. De Graaf was geenzins onkundig van deeze gunstige neiging der Koninginne te hemwaards, nogthans scheen hy meer genegenheid te voelen voor de Prinses elizabeth, wier jeugd en aangenaame ommegang hem sterker troffen dan de praal en magt haarer Zuster. Deeze voorkeuze veroorzaakte niet alleen eene geheele verandering in maria's gevoelens ten opzigte van den Graaf; maar zette haar tevens aan om zich openlyk tegen elizabeth te verklaaren.
De oude twist tusschen de beide Moeders was diep geworteld in het booze hart der Koninginne; en zy bediende zich van de verklaaring, door het Parlement gedaan, ten voordeele van catharina's Huwelyk; om haare Zuster als een onwettig geboorene te doen voorkomen. Elizabeth's neiging tot den Protestantschen Godsdienst versterk- | |
| |
te maria's afkeer nog bet; deeze was een aanstoot voor haare Bygeloovigheid, stelde haare uitzigten te leur, en stootte haare staatkundige plans omverre. Deeze oorzaken van onmin zouden, egter, misschien, allengskens gesleeten, of, ten minsten, op een heimlyken wederzin uitgeloopen zyn. Maar, wanneer de Koningin ontdekte, dat de Prinses haar ontwerpen dwarsboomde in een stuk van 't gevoeligst aanbelang, kon vrouwlyke wraak, gegrond op minneyver, en aangezet door hoogmoed, niet langer verborgen blyven. Zo veel sterker, en van zo veel meer gevolgs in Staatszaaken, zyn byzondere gevoeligheden, en de heimlyke onvoldaane verknogtheden van het hart, dan de gewigtigste Staatkundige redenen.
Elizabeth, thans het openlyk en bekende voorwerp van maria's afkeer geworden, werd in 't openbaar, met veel oneerbiedigheids en zelfs smaads, behandeld. Men verboodt haar plaats te neemen by de Gravinne van lennox en de Hertoginne van suffolk, als ware dier wettige afkomst verdagt. Deeze verdenking was ingeboezemd door den Kanselier gardiner, in eene aanspraak voor beide de Huizen van het Parlement: waarin hy, onder andere redenen voor de noodzaaklykheid van het Huwelyk der Koninginne maria, byzonder aandrong op de ontstentenisse van persoonen uit Koninglyken bloede; listig aanmerkende, dat 'er geen van 's Konings Afstammelingen over was dan de Koningin en Prinses elizabeth; haare Vrienden werden met den nek aangezien en gehoond; terwyl haare beminnelyke hoedanigheden alle dagen meer en meer de aandagt trokken van den jongen Adel, en 's Volks liefde wekte, deedt dit de kwaadaartigheid der wraakzugtige Koninginne steeds aangroeijen. De Prinses oordeelde het daarom raadzaamst het Hof te verlaaten, en begaf zich, voor den aanvang des Jaars 1554, na haar Huis te Ashridge in Herefortshire.
Inmiddels brak de opstand uit van thomas wyat, die zich te weere stelde tegen het Huwelyk van maria met philips van Spanje. Men strooide terstond uit, dat de Prinses elizabeth, nevens Lord courtney, byzonder deel hadden in deeze gevaarlyke Zamenzweering, en dat zy briefwisseling hadt gehouden met den Verrader wyat. Ingevolge hier van werd Sir edward hastings, naderhand Lord longhborough, Sir thomas cornwallis, en Sir richard southwell, vergezeld van eene Ruiterbende, gezonden, om haar ten Hove te brengen. Zy vonden
| |
| |
de Prinses ziek, en zelfs het bedde houdende, te Ashridge. Dan zy dwongen haar, onder voorwendzel van de striktheid des bevels, hun mede gegeeven, op te staan; en zy vervorderde, schoon zwak en ongesteld blyvende, in den draagstoel der Koninginne, langzaam haare reis na Londen.
Veertien dagen lang, werd zy, zonder gezelschap te zien, ten Hove gevangen gehouden; naa 't verloop van welken Bisschop gardiner, vergezeld van negentien Raadsheeren, haar een bezoek gaven, om haar te ondervraagen wegens den Opstand, waar van men haar beschuldigde. Zy loochende de beschuldiging voluit. Nogthans werdt haar aangezegd, dat de Koningin beslooten hadt haar na den Tower te zenden, tot men het stuk verder zou onderzogt hebben. De Prinses schreef terstond een brief aan de Koningin, met ernstig verzoek dat zy niet in den Tower mogt gevangen gezet worden; het slot van den Brief luidde: ‘Wat den Verraader wyat betreft, hy moge misschien aan my geschreeven hebben; doch, op myn eer, ik heb nimmer een brief van hem ontvangen. En wat het afschrift myns Briefs aan den Koning van Frankryk betreft, ik wensch dat god my eeuwig verlaate, indien ik hem een enkel woord, op eenigerlei wyze, liet toekomen.’ Haare herhaalde betuigingen van onschuld mogten niets baaten. Men bragt haar na den Tower, en liet haar smaadlyk intreden door de Verraderspoort. In den beginne hadt zy drie Knegts en Meiden der Koninginne om haar op te passen; doch deezen mogten haar geen eeten verzorgen, ten dien opzigte werd zy bezorgd door de Dienstboden van den Luitenant, of zelfs door de gemeene Soldaaten. Dan naderhand kreeg zy, met vergunning van den Geheimen Raad, eenige van haare eige Hofbedienden om haar aan tafel op te passen. Geen Vreemdeling werd in haare tegenwoordigheid toegelaaten. De Constabel van den Tower, Sir john gage, behandelde haar zeer streng, en bewaakte de Vorstlyke Gevangene met alle zorgvuldigheid. Veele van de andere Gevangenen, wegens den Opstand, te dier zelfde plaatze gebragt, werden dikwyls ondervraagd wegens het deel der Prinsesse in de Zamenzweering, zommigen zelfs op de pynbank gebragt
om hun eene beschuldiging af te perssen. Haare onschuld was, nogthans, volkomen: want, schoon wyat zelve haar beschuldigd hadt, in hoope om zyn eigen leeven te redden door zo laag en schandelyk eene kunstgreep, ontkende hy, egter, naderhand, dat zy eenige de
| |
| |
minste kennis hadt van zyne oogmerken; en, op dat deeze ontkenningen, welke hy deedt in de ondervraagingen, niet boosaartig mogten agtergehouden, en zyne voorgaande beschuldigingen in stede bygebragt worden, volhardde hy met deeze openlyk te doen op het schavot, ten tyde zyner te regtstellinge.
Naa het dempen en straffen van wyat's Opstand, werd Prinses elizabeth uit den Tower na Woodstock gebragt, onder bewaaring van Sir henry bedingfield, die, naa lang aanhouden, haar toestondt aan de Koningin te schryven. Waar op Koning philips tusschen beiden tradt, en verzogt dat het elizabeth vergund mogt worden ten Hove. te komen. Maar deeze schielyke vlaag van vriendlykheid ontstondt by philips niet uit een beginzel van rechtschaape Edelmoedigheid; maar deels uit eene zugt om het Volk te behaagen, deels uit looze staatkunde, welke hem deedt vooruit zien, dat, indien elizabeth van kant geraakte, de naaste wettige Erfgenaam tot de Kroon niemand anders zou weezen dan maria, Koningin der Schotten, reeds uitgehuwd aan den Dauphin van Frankryk, wier opvolging voor altoos de Scepters van Engeland en Frankryk zou kunnen vereenigen, en, bygevolge, den aanwas van Spanjes overmagt stremmen.
Op den eersten dag haarer reize van Woodstock na Lord williams te Ricot, stak 'er een zo heftige wind op, dat haar Hoed en Muts drie maalen afwoey. Hier op verzogt zy den intrek voor eene wyl te mogen neemen in een digtbystaand Huis eens Edelmans; maar bedingfield's ongerymde en overboodige omzigtigheid weigerde haar dit weinig betekenend verzoek in te willigen, en hy dwong haar, op eene onvoeglyke wyze, haar Hoed en Muts weder op te zetten, onder een haag aan den weg. Den volgenden avond kwamen zy by Mr. dormer, te Winge in Buckingshamshire, en voorts aan een Herberg by Colnebrooke, waar zy den nagt bleeven. Eindelyk kwamen zy te Hampton-court, de toenmaalige verblyfplaats des Hofs; doch zy verscheen 'er als een Gevangene. Bisschop gardiner, met anderen van den Raad, zogt haar dikwyls te beweegen om bekentenis te doen, en zich aan de Genade der Koninginne te onderwerpen. Op een avond zeer laat werd de Prinses zeer onverwagt opontboden, en, by toortslicht, in de Slaapkamer der Koninginne gebragt; zy knielde neder, en verklaarde eene allergetrouwste Onderdaan haarer Majesteit te weezen. De Koningin scheen haar nog te verdenken; doch zy
| |
| |
scheidden op een goeden voet. Geduurende dit hachlyk bezoek hadt philips zich agter het behangzel verborgen, ten einde hy gereed en by de hand mogt weezen, indien de geweldigheid van 't driftig character der Koninginne haar tot iets euvels mogt aanzetten. Een week laater vondt zy zich ontslaagen van den schroomlyken stoet Wagters en Oppassers. Hierop volgde eene gelukkige verandering in haare omstandigheden, en het werd haar vergund met Sir thomas pope na Hatfieldhouse in Hertfortshire te vertrekken.
By het scheiden begon de Koningin eenige tekens van bevrediging te vertoonen. Zy prees haar Sir thomas pope aan, als een Man, die de Prinses wel kende, en wiens heusheid, voorzigtigheid, en andere goede hoedanigheden, alle geschikt waren om haar nieuwe leevenswyze aangenaam te maaken; ten zelfden tyde vereerde zy de Prinses een Ring, zeven honderd Kroonen waardig.
Maar, eer ik voortga in dit gedeelte myns verhaals, schryft warton, moet ik staan blyven op eene omstandigheid, door onze Geschiedschryvers niet opgetekend, hier in bestaande, dat Sir thomas pope, nevens eenige anderen, toevoorzigt hadt op de Prinses elizabeth, toen zy eerst ten Hove in ongunst geraakte, na haar Huis te Ashridge week, en eer de ongelegenheden, waar in zy door wyat's opstand geraakte, plaats greepen. Toen die opstand uitborst, schreef maria aan de Prinses, ten dien tyde ziek liggende, te Ashridge, listig verzoekende dat zy onmiddelyk ten Hove zou komen. Elizabeth's Oppassers ten dien dage, wier naamen nergens byzonder vermeld worden, op haare herstelling bedagt, verklaarden dat het nog ongeraaden was haar te vervoeren, en de Prinses zelve gaf, by eenen Brieve, kennis van haare ongesteldheid aan de Koningin, verzoekende dat haare reis eenige dagen mogte worden uitgesteld, teffens haar afkeer van wyat's opstand te verstaan geevende. Deeze Heeren, vreezende dat hunne tedere bezorgdheid voor hunne Meestresse in een kwaaden zin mogt geduid worden, zonden een Brief aan Bisschop gardiner, Lord-Kanselier, hem den toestand der Prinsesse berigtende, met bygevoegde verklaaring van hunne gereedheid om de bevelen der Koninginne te volvoeren. Een oorspronglyk ontwerp, of een afschrift van deezen Brief van Sir thomas pope's eigen hand, met verscheide verbeteringen en onderhaalingen van dezelfde hand, word thans bewaard in het Britisch Museum. Deeze omstandigheid wyst
| |
| |
uit, dat hy een dier Heeren was; doch in welk eene hoedanigheid hy de Prinses vergezelde, weet ik niet; nogthans gaat het vast dat hy van zyne bediening, welke die ook moge geweest hebben, ontslaagen was, wanneer de Prinses, niettegenstaande haar zwakken staat van gezondheid, na het Hof gesleept werd door southwell, cornwallis, en hastings: ook vinden wy niet, dat hy, zints dien tyd, eenige betrekking tot haar hadt, staande zy op den Tower of te Woodstock gevangen zat, of in alle de onverdiende vervolgingen, die haar ontslag en eindlyke overvoering na Hatfield voorgingen.
Sir thomas pope's gedrag, omtrent die Prinses, was zeer vriendlyk en vol ontzag; eerder te Hatfield by haar verblyvende, als een toegeevend en genegen Voogd, dan een streng Opzigter. Schoon 'er strikte bevelen waren gegeeven dat de Mis in haar Gezin zou gedaan worden, gebruikte hy oogluiking omtrent veele Protestanten, die zy by haar hadt. Ook bleef hy niet in gebreke, om haar zulke tekens van oplettenheid en ontzag te betoonen, als haar staat en hoedanigheid zulks vorderde. De Prinses werd naauwkeurig bewaakt, niettegenstaande het haar zomtyds veroorloofd was, uit te gaan, deels om vermaak te neemen, deels om haar pligtbetooningen ten Hove te maaken, en, by deeze gelegenheden, hadt zy een gevolg, voegende aan haar rang. In den Zomer deszelfden Jaars 1557, lag de Prinses een bezoek af te Richmond, in het jagt der Koninginne, vergezeld van thomas pope en vier haarer Hofdames, zy werd door de Koningin ontvangen in een kostbaar Pavilion, en keerde 's avonds weder na het Paleis van Sommerset.
Kort daar op zondt eric, Koning van Zweeden, door zynen Afgezant, heimlyk een boodschap aan de Prinses te Hatfield, met een Huwelyks-voorslag. Koning philips hadt, even te vooren, der Koninginne voorgeslagen haar uit te huwelyken aan den Hertog van Savoije, misschien met oogmerk om den Hertog, die een bekwaam Veldheer was, op zyne zyde te houden tegen Frankryk, waarmede philips toen ten tyde eenen openbaaren Oorlog voerde. Den voorslag des Konings van Zweeden wees zy wyslyk van de hand; dewyl dezelve haar niet van wegen de Koninginne werd voorgesteld. Doch, op deeze zwaarigheid, antwoordde de Afgezant; dat de Koning van Zweeden, zyn Meester, als een Man van eer, het eigenaartigst oordeelde het verzoek, in de eerste plaats, aan de Prinses zelve te doen; en dat hy, vooraf haare toestemming hebbende, als een Ko- | |
| |
ning, de zaak haarer Majesteit wilde voordraagen. Doch het eindelyk antwoord der Prinsesse was eene volstrekte weigering, en zy verzogt den Afgezant, dat hy zynen Meester zou aanzeggen, dat, daar zy geen oor kon leenen aan eenige voorslagen van dien aart, als zy niet geschiedden op raad of gezag der Koninginne, zy ook niet kon nalaaten te verklaaren, dat zy, indien het haar vry stondt, naar eigen keus te handelen, altoos aan het ongehuwde leeven de voorkeus zou geeven. De zaak kwam schielyk de Koningin ter oore, die Sir thomas pope ten Hove ontboodt, en uit hem berigt kreeg van deeze geheele onderhandeling; tessens Sir thomas belastende aan de Prinses te schryven, en haar te berigten, dat zy zeer voldaan was over dit voorzigtig en pligtschuldig antwoord op het voorstel des Konings van Zweeden.
De Graaf van Devonshire overleden zynde, werd Koningin maria min jaloers omtrent de Prinses, en scheen bykans geheel met haar verzoend. In Slachtmaand des Jaars 1556 werd zy ten Hove verzogt, en verscheen te Londen met veel staatsie. De voornaamste reden deezer uitnoodiging was, om haar in persoon een Huwelyk voor te stellen met philibert emanuel, Hertog van Savoije, van wien thomas pope reeds, op last der Koninginne, van verre iets te verstaan gegeeven hadt. Deezen voorslag wees de Prinses van de hand, en bedekte haare weigering met dezelfde ernstige verklaaringen van haare onveranderlyke bepaaling om in den ongehuwden staat te blyven, welke zy voorheen, ten opzigte van het Huwelyk met den Zweedschen Koning, hadt bygebragt. Geduurende haar verblyf te Sommerset-house maakten veelen haar hof by de Prinses. Haare bevallige gemeenzaamheid, haar verpligtend voorkomen, en aangenaame ommegang, verbonden veelen aan haare belangen, en haalden het beste gedeelte der Lords van den Raad te haarer begunstiging over. Haare schoonheid hadt, in de daad, het minste deel in deeze gunstverkrygingen, deeze was nog eenigzins ontluisterd door overblyfzels van zwaargeestigheid, haar eigen geworden in de laatste harde, doch nutte, School van Tegenspoed. Zy bevondt, nogthans, dat het afgezonderd leeven best voegde aan haare omstandigheden, en meest strookte met haare neigingen: en, schoon zy verzogt werd den geheelen Winter te Londen door te brengen, keerde zy, naa het verblyf van één week, na Hatfield weder.
Iemand zou veelligt denken, dat de Koningin op de
| |
| |
Prinses gestoord zou geweest zyn, wegens het verwerpen eens Huwelyks voorslags, door philips aangeraaden, en zo zeer strookende met diens oogmerken; doch 't blykt, dat de Koningin zeer agterlyk was om te voldoen aan het verlangen haars Egtgenoots, in elizabeth aan den Hertog van Savoije uit te huwelyken. Te dier oorzaake bediende zich philips van alphonsus, Franciscaaner Monnik, zyn Biegtvader, om met haare Majesteit over deeze Egtverbintenis te spreeken. Zy betuigde te vreezen, dat, zonder toestemming van het Parlement, noch haar Man philips, noch het Volk, voordeel van dit Huwelyk zoude trekken: 'er byvoegende, dat zy, geweetenshalven, dit Huwelyk haare Zuster niet kon opdringen; bedoelende daar mede misschien dat het onregtvaardig zou weezen de Prinses tot het Huwelyk te dwingen, naa haare herhaalde betuigingen van wederzin tegen het Huwelyks leeven; ook oordeelde zy het mogelyk te laag haar aan een minder Persoon dan een gekroond Hoofd uit te trouwen.
De Godgeleerde redenkavelingen van alphonsus waren al te afgetrokken voor haar verstand, of te zwak om iets op het hart der Koninginne uit te werken, zy bleef onverzettelyk by haar voorgaand gevoelen. - Hier op schreef philips haar in zyn gewoonen gezagvoerenden styl, haar aanmaanende haar eigen geweeten te ondervraagen, en te overweegen of haar gevoelen op waarheid steunde dan alleen op onverzettelykheid; 'er byvoegende, dat, indien het Parlement tegen dat zyn verzoek zich verzette, hy de schuld daar van op haar zou leggen.
In haar antwoord verzogt de Koningin, dat hy, ten minsten, deeze zaak wilde uitstellen tot hy in Engeland wederkeerde, als wanneer hy beter gelegenheid zou hebben, om te oordeelen, of haare redenen aandagt verdienden dan niet; dat zy anderzins in verdenking van zyne genegenheid zou leeven, een leeven voor haar erger dan de dood; doch waar van zy, tot haare groot hartzeer, reeds de beginzels voelde. - Zy merkte op, met veele uitdrukkingen van onderwerplykheid aan zyn gesleepener oordeel en gezag, dat, wat haar geweeten ook mogt bepaald hebben, de zaak zeker niet schielyk tot een besluit kon gebragt worden, dewyl de Hertog, binnen kort, te veld zou moeten trekken. Deeze brief, in 't Fransch geschreeven, en bewaard in de gedrukte Verzameling van strype, strekt niet min tot een gedenkteken van haare verregaande onderdaanigheid aan philips, dan van de vol- | |
| |
standigheid, door deeze Vorstin, by zommige gelegenheden, betoond.
Philips volhardde in zyn oogmerk, en zondt, om het kragtdaadiger voort te zetten, de Hertogin van Parma en de Hertogin van Lotharingen na Engeland, met last om de Prinses met zich na Vlaanderen te brengen. Philips was op de laatstgemelde Hertogin verliefd, haar tafelpragt en verdere luisterryke toestel, waar van zy zelve de kosten niet kon goedmaaken, wekten de jalousy der Koninginne. Zy was, derhalven, zeer ongeschikt, om het oogmerk, waar toe zy gezonden werd, te bereiken. De Koningin wilde niet toestaan, dat de twee Hertoginnen de Prinses te Hatfield bezogten: haar verblyf stondt de Vorstin geweldig tegen, en zy moesten welhaast, niets verrigt hebbende, vertrekken. De toeneemende jaloersheid der Koninginne, een drift, die dikwyls op wraak tegen het eertyds beminde voorwerp uitloopt, kan wel iets toegebragt hebben aan deeze tegenkanting. De tegenverklaaringen der Koninginne en de herhaalde weigeringen der Prinsesse, wonnen het eindelyk, en het gaat vast, dat, welke ook de weezenlyke beweegreden der Koninginne mogen geweest zyn, de Huwelyks voorslag schielyk ter zyde werd geschooven. Doch maria tradt zo verre in de maatregelen van philips, dat zy het volgende Jaar den Oorlog tegen Frankryk verklaarde, waar in de Hertog van Savoije de eerste Bevelhebber van philips was, in het beleg van St. Quintin.
Wat den Koning van Zweeden betreft, hy vernieuwde vervolgens in 't Jaar 1561, zyne aanzoeken by elizabeth, toen zy Koningin van Engeland was: by welke gelegenheid hy haar Vorstelyke geschenken zondt. Ten dien tyde hadden eenige Boekhandelaars te Londen Prentverbeeldingen uitgegeeven, waar in zy haare Majesteit elizabeth en den Koning van Zweeden by een vertoonden. Deeze vryheid verstoorde haare Majesteit grootlyks, zy gaf den Geheimschryver cecil last, den Lord Major van Londen aan te schryven, dat hy zorg zou draagen om alle die Prentverbeeldingen te verbieden; dewyl zy een toegestemd Huwelyk tusschen haare Majesteiten scheenen aan te duiden. Cecil voegt 'er by: ‘Haare Majesteit kan, tot hier toe niet bewoogen worden, 't welk ons zeer spyt, om met iemand, wie ook, een Huwelyk aan te gaan.’ - Kort hier naa verwagtte men den Koning van Zweeden, die de Koningin te Whitehall een bezoek zou geeven. De Bedienden van Staat vonden zich zeer verlegen, hoe zy hem ten Hove
| |
| |
zouden ontvangen: ‘dewyl de Koningin nog ongehuwd was.’ Doch zy volhardde in haar besluit om ongehuwd te blyven, voortyds aan thomas pope te Harfield bekend gemaakt, en weigerde volstandig dit of eenig ander voordeelig Huwelyk aan te gaan. Een Egtgenoot zou, zo het my toeschynt, toen ze Koningin geworden was, onbestaanbaar geweest zyn met haare byzondere verbintenissen en staatlykheden des Huwelyks, zonder een bedwang gelegd te hebben op haare vryere verkeeringen met den Graaf van Essex en andere. Bayle geeft een natuurkundige reden op van elizabeth's bestendige volduuring in den ongehuwden Staat.
De vier laatste jaaren van Koningin maria's Regeering, welke Prinses elizabeth te Hatfield met Sir thomas pope doorbragt, waren verre het aangenaamste gedeelte van haaren leeftyd, geduurende dit onrustig tydperk. Want, schoon ze dikwyls ontrust moet geweest zyn, door heimlyke vrees en schroom, hadt zy, nogthans, volkome vryheid, en werd bejegend met een ontzag aan haare Geboorte en Verwagting verschuldigd. Intusschen onthieldt zy zich, om allen argwaan te voorkomen, volstrekt van alle Staatszaaken; alleen met Boeken en Uitspanningen den tyd slytende. - De vermaaken der éénzaamheid en afzondering waren haar nu hebbelyk geworden. Zy vermaakte zich met speelen op de Luit, met borduuren, en overzettingen uit het Italiaansch te vervaardigen: en betoonde dat Character te bezitten, 't welk haar Broeder eduard gewoon was haar te geeven; haar zyne zoete Zuster Gemaatigdheid noemende. Welk eene rol zy op het woeliger tooneel des Leevens en den Throon gespeeld hebbe, is uit de Geschiedenissen bekend. |
|