| |
Proeve over de vrouwlyke opvoeding.
(Overgenomen uit Dr. alexander's History of Women.)
Geen stuk is 'er, waar van wy, in de Oude Geschiedenissen, minder gewags vinden, dan van de Opvoeding, en, in 't byzonder, de Vrouwlyke Opvoeding. In de vroegste Tydperken en onder onbeschaafde Volken, schynt de Sexe van te weinig aanbelangs gerekend te zyn, om de aandagt des Gemeens te trekken, of de pen des Geschiedschryvers bezigheid te verschaffen. Eenige weinige trekken van het plan der Opvoedinge door solon, den beroemden Atheenschen Wysgeer, ontworpen, zyn de oudste die onze tyden bereikt hebben; en zy dienen, om ons te versterken in het denkbeeld, dat de Opvoeding der Ouden meer strekte om het Lichaam te versterken dan om de Ziel te beschaaven. Solon wilde, in 't algemeen, dat de Jeugd zou leeren zwemmen, en de beginzels der Letterkunde zich eigen maaken; dat de armen by de Kunsten, Handwerken en den Landbouw zouden worden opgebragt; doch dat de zodanigen, die zich in ruimer omstandigheden bevonden, het speelen op Muzykinstrumenten, het paardryden, het jaagen, en dergelyke oefeningen zouden leeren, en by dat alles de Wysbegeerte voegen. Dit was zyn Stelzel van de Opvoeding der Mannen; een stelzel, meer geschikt om het Lichaam kragt en sterkte, dan om aan de Ziel beschaafdheid te geeven. - 't Geen wy weeten van zyn Stelzel, volgens 't welke hy de Vrouwlyke Opvoeding wilde ingerigt hebben, is nog zeldzaamer. Jonge Dogters hadden zich te oefenen in 't loopen, 't worstelen, het werpen van pylen en schigten, en andere mannelyke verrigtingen: deeze moeten zeer gestrekt hebben om alle zaaden van kieschheid, door de Natuur in het Vrouwlyke hart ingelegd, te verstikken; en deeden, naar alle waarschynlykheid, die stoutheid en onbeschaamdheid, in welke de Atheensche Vrouwen eindelyk zo zeer uitstaken, gebooren worden.
| |
| |
In Rome, nogthans, zien wy de Vrouwen niet alleen uit de slaaverny opstaan, maar eensslags van weezenlyke aangelegenheid worden. In de eerste tyden van dit groot Gemeenebest hadden de Romeinen slegts weinig Wetten en geen gemeenschap dan met Nabuuren zo ruw en onbeschaafd als zy zelve. Van hier was de Opvoeding der Mannen alleen geschikt om hun Krygslieden, Huisverzorgers, en standvastige Liefhebbers van 't Vaderland te maaken; deugden, hoogst noodzaaklyk in de eerste opkomst van bykans elken Staat. De Opvoeding der Vrouwen bestondt in het aanleeren van de Pligten en Bezigheden des Huislyken Leevens; als kooken, spinnen, weeven, naaijen; hier in kreegen zy onderwys van haare Moeders of Bloedverwanten. In deeze dagen werden de Kinderen niet gezoogd in de huizen van gehuurde Minnen; doch van de kuische Moeder, die haar onder 't harte droeg; haare opvoeding, geduurende derzelver kindsheid, was in de hand der Moederen; en deeze droegen zorg om haar alle beginzels van Deugd in te boezemen; in derzelver tegenwoordigheid werd elk onbetaamelyk woord, elke onzedige houding, streng verbooden. Zy hadden niet alleen het opzigt over de gewigtiger bezigheden der Dogteren; maar ook over haare Uitspanningen, die altoos door betaamelykheid en gemaatigdheid geregeld werden.
Maar, wanneer de Romeinen ryk werden door het plunderen hunner Nabuuren, en de smaak in Kunsten en Weetenschappen de overhand kreeg, schoeide men de Opvoeding der Vrouwen op een grooter leest; by de Huislyke Pligten, waar in zy door haare Moeders onderweezen waren, voegde men zulke deelen eener beschaafde Opvoedinge, als men noodig oordeelde om haare Zielen te beschaaven; deeze Opvoeding ontvingen zy in openbaare Schoolen; waar Letteren en Weetenschappen, niet langer tot de strenge Wysgeeren alleen bepaald, een zagter gedaante begonnen aan te neemen, om zich naar de Vrouwlyke bekwaam- en geaartheden te schikken.
Voor lang hebben de Mannen beweerd, dat de geleerde Vrouwen, over 't algemeen, Pedantsch zyn; in hoe verre dit gevoelen op waarheid gegrond is, zal ik niet onderneemen te bepaalen; doch, indien het zo ware, kunnen wy 'er zeer natuurlyk rede van geeven. De kundigheid der Vrouwen is, over 't algemeen, min uitgebreid dan die der Mannen; wanneer, derhalven, eene der Sexe ontdekt dat zy eene groote maate van kundigheid bezit, oordeelt
| |
| |
zy zich zo verre verheeven boven de rest haarer Sexe, dat zy elke gelegenheid waarneemt om die meerderheid te toonen.
Veel moeite gaven zich de Romeinen om hunne Jongelingen te onderwyzen. Zy, die het vergelden konden, hielden doorgaans, in hunne eige Huizen, Leermeesters, om hun te onderwyzen; een minder rang zondt ze na de openbaare Schoolen, waar zy doorgaans de Lessen van Grieksche Meesters hoorden; behalven deeze onderrigtingen, gaven zulke Vaders, als zich daar toe in staat bevonden, hunnen eigenen Kinderen onderwys, niet alleen in de Letterkunde dier dagen, maar ook in de Zedekunde en de Pligten, den Vaderlande verschuldigd. Cato onderwees zyn Zoon in zulk eene menigte van Kunsten en Oefeningen, dat het bykans onbegrypelyk schynt; en augustus, schoon Opperheerscher der Wereld, leerde zyne kleine kinderen schryven. - Wanneer de zodanigen Onderwyzers waren, wanneer de liefde tot Geleerdheid zo groot was, mogen wy ons verzekerd houden, dat de Vrouwen, die thans zeer in aanzien waren, niet verwaarloosd wierden; en het is waarschynlyk, uit die grootheid van Ziel, welke veele haarer, by verscheide gelegenheden, betoonden, dat haare Opvoeding alzins strekte om haar niet alleen met gevoelens van Zedelykheid te vervullen; maar ook met die onwankelbaare standvastigheid van geest; zo hoogst noodzaaklyk in een staat, wier beweegenissen en schokken zo veelvuldig waren, dat elk Lid de hoogste maate van kloekmoedigheid noodig hadt om dezelve te verduuren.
Geduurende den langen en gelukkigen invloed der Ridderschappe in Europa, toen de Vrouwen de bestendige voorwerpen waren van Romaneske Heldenmoed, en uitbundige aanbidding, mogen wy natuurlyk besluiten, dat derzelver Opvoeding voornaamlyk strekte, om zich in diervoege te vertoonen, dat het de Helden opwekte om voor haar te stryden, en de Minnaars om haar te aanbidden. Zelfs tot het begin der Veertiende Eeuwe, vond men naauwlyks eenige Geleerdheid onder de Mannen. Het Grieksch was zo te eenemaal verwaarloosd, dat de beroemde petrarcha, in Frankryk, noch Italien, iemand kon vinden, bekwaam om hem daar in te onderwyzen: het Latyn was alleen eenige weinigen, en dit nog op eene ruwe en onvolkomene wyze, bekend: nauwlyks was 'er eene Vrouw te vinden, die de Taal haars eigen Lands kon leezen, en trof men hier
| |
| |
of daar zulk een aan, zy werd voor een Wonder gehouden.
Wanneer de Mannen, die voorheen hunnen tyd besteed hadden, in Steekspelen en Wapen-feesten, hunne gedagten wendden tot de Kunsten des Vredes, vonden zich de Vrouwen, in gevolge hier van, genoodzaakt haare wyze van Opvoeding te veranderen: zy ontdekten dat dezelfde konstenaaryen, die kragtdaadig den Ridder in wapenrusting geklonken en door onkunde omgeeven, vergeefsch gespild wierden op den Letterkundigen en Wysgeer. Dan, begeerig om den invloed, welken zy reeds verkreegen hadden, te behouden, en bewust, dat de wyze, om de Mannen te behaagen, bestondt in smaak te scheppen in 't geen hun behaagde, en af te keuren 't geen zy wraakten, bevlytigden zy zich op de Fraaije Letteren en de Wysbegeerte; hoopende door haare begaafdheden in het bezit te blyven van 't geen zy door haare bekoorlykheden gewonnen hadden.
Schoon deeze maatregels niet geschikt waren om Liefde in te boezemen en het hart te trekken, en dus de uitwerkzels niet voortbragten, welke de Dames beoogden, deeden zy hun, in dat tydperk, tot een hoogte van Geleerdheid, in vroegere tydkringen onbekend, opklimmen. Zy leeraarden in 't openbaar, hielden Geschilvoeringen, verdeedigden Stellingen, bekleedden de Leerstoelen, in de Wysbegeerte en de Regten, redenvoerden by de Paussen in 't Latyn, schreeven Grieksch en lazen Hebreeuwsch; de Nonnen werden Digteressen, Vrouwen van aanzien Godgeleerden, en jonge Dogters maanden, met de zagtvoerigheid van welspreekende Geestdrift, de Christen Vorsten aan, de wapens op te vatten tot herkryging van het Heilig Lond. De Geleerde Taalen werden nu aangemerkt als van eene onontbeerlyke noodzaaklykheid. Mannen niet alleen, maar ook Vrouwen, van allerlei rang en staat, leerden dezelve; die, met het Latyn niet te vrede, het Oude Testament in 't Hebreeuwsch en het Nieuwe Testament in 't Grieksch lazen. - Deezerwyze werd het Vrouwlyk Vernuft in een verkeerd kanaal geleid; zy lieten de pligten des Huislyke Leevens vaaren; en werden stuursch door Letteroefening, of trots door geleerdheid; en, terwyl zy ydele woorden, en eene valsche Wysbegeerte, aanleerden, verlooren zy veel van haare eigenaartige Leevendigheid, en verlooren in Liefde, 't geen zy in Bewondering wonnen.
Geweldige te werkstellingen, zo van Ziels- als Lichaamsvermogens, laaten steeds eene kwyning agter, geëvenre- | |
| |
digd aan de gedaane poogingen. Dit was, op eene zeer merkbaare wyze, het geval met de Letteroefeningen der Vrouwen. Elk Zielsvermogen was, voor een' langen tyd, te sterk ingespannen geweest, en hier van de grootste verslapping het onmiddelyk gevolg. De Vrouwen begonnen, in 't einde, te bemerken, dat zy, door haare kunde, in 't Hebreeuwsch, Grieksch en Latyn; door haare bedreevenheid in de ydele geschilstukken der Wysbegeerte van aristoteles, en der Schoolsche Godgeleerdheid, enkel een niets beduidenden roem verwierven, en dat zy, naar gelange zy wonnen in de hoogagting van het Hoofd, zy minder de voorwerpen wierden van het Hart. Op deeze ontdekking was het voor haar noodig van plan te veranderen; zy begonnen daarom allengskens de Geleerdheid vaarwel te zeggen, en zich weder toe te leggen op Vrouwlyke Kunsten, geschikter om Liefde tot haar te ontsteeken, dan om roem en toejuiching te behaalen.
Wanneer deeze verandering in de Zeden der Vrouwen stand greep, vertoonde het grootste gedeelte van Europa een toneel van eene schynbaare onbestaanbaarheid. Geestdryvery en Galantery, Godsdienstigheid en Ongebondenheid, vond men in dezelfde Persoonen, en scheenen volkomen met elkander verzoend. De Geleerdheid, nogthans, nam zo schielyk af, dat de Vrouwen, binnen korten tyd, zo berugt wierden van wegen haare onkunde in haare eigene Taal, als zy voorheen vermaard geweest waren, door haare kennis van vreemde Taalen; in zo verre, dat voor een groot gedeelte van de Zestiende en Zeventiende Eeuw, in de beschaafdste Landen van Europa, nauwlyks eene Vrouw gevonden wierd, die een draaglyken Brief kon schryven, of met eenige naauwkeurigheid van taal schryven. Het eenigst, 't geen zy toen lazen, waren Keukenboeken, en die met Voorschriften van Geneesmiddelen waren opgevuld; als mede eenige onverstaanbaare Godgeleerde Schriften van dien tyd; hier mede vertroostten zy zich, misschien, in de veelvuldige eenzaame oogenblikken, welke zy moesten slyten, waarin zy zich van bezigheden en van de wereld als uitgeslooten vonden. Maar zelfs deeze geliefde Boekoefeningen, en elk ander gedeelte van vrouwlyke bezigheid en uitspanning, niet genoegzaam zynde om alle haare ledige uuren op te vullen, zetten zy zich nu tot allerlei soort van Naaldenwerk; en veele Vrouwen van den eersten rang, in de Borduurkunst ervaaren, onderweezen daarin haare
| |
| |
Dogters; hier van maakten zy zo veel werks, dat veel opschiks in de huishouding haar eigen handen werk was.
Naa de ontdekking en vermeestering van America, werden van daar onmeetelyke schatten in Europa gevoerd. Uit den handel op het Oosten en Westen, als mede op Africa, gedreeven, vloeide, misschien, nog meer rykdoms dit Werelddeel toe. Deeze begon, in 't einde, te werken, en wendde de gemoederen van 't grootste gedeelte af van dat sober en huishoudelyk leevensplan: waar aan haare armoede, en onvolkomen kennis van den Handel, 't zelve bepaald hadt, en voerde, in plaats van 't zelve, vrolykheid, kostbaarheid en pragt in. Veelen, die, misschien, de nauwste paden van Regtvaardigheid niet bewandelende, in het Oosten groote schatten overgegaard hadden, kwamen in Europa te rug, met zich brengende al den trots, verwyfdheid en praalzugt, den Oosterlingen eigen. Deeze, en verscheide andere oorzaaken zich vereenigende, veranderde ten eenemaal de Zeden van Europa, en bragt, in stede van te raade houdende spaarzaamheid en andere huislyke Deugden der Vrouwen, weelde en verkwisting voort; benevens een smaak voor al den schitterenden optooy, van niets beduidende, en veel kostende, beuzelingen.
De Franschen, die altoos in leevendigheid van aart en zwier uitstaken, gingen voor in deeze leevenswyze, op een nieuwe leest geschoeid, en deeden dezelve welhaast door geheel Europa stand grypen: 't welk, ten minsten geduurende de twee jongst verstreeke eeuwen, verkeerd genoeg zeker, elke ligtvaardige Mode van dat veranderlyk Volk gevolgd heeft, met een uitslag, weinig beter dan een Beer de Hornpyp danst, of een Aap de ernsthaftigheid van een Raadsheer aanneemt.
In Frankryk werden de Vrouwen eerst ten Hove gebragt: haare Opvoeding, welke, vóór die inleiding ten Hove, bestondt in 't leezen van Boeken, in de Landtaale geschreeven, in Naalden-werk en Huislyk bedryf, veranderde toen, by trappen, in zingen en speelen, in tekenen en danssen, en zich naar den eersten zwier te kleeden: waar by wy mogen voegen, de kunst, om haare Mannen in te neemen en te bestuuren. Dit slegte voorbeeld volgden alle andere Volken, en eenige trekken van verbetering voegde men, van tyd tot tyd, by het uit Frankryk ontleende, tot dat, in 't einde, bykans alles wat nuttigheid hadt, geheel uit het plan der Vrouwlyke Opvoeding verbannen was; en de Vrouwen in deeze tegenwoordige Eeuwe beroofden zich daar
| |
| |
door van meer dan de helft haarer aangeboorene uitmuntenheid, en zy werden Voorwerpen, meer gezogt om een droefgeestig uur te verdryven, of een ongebonden wellust te voldoen, dan om de gezellige Deelgenooten te zyn van een Leeven, naar de voorschriften van Rede en Godsdienst ingerigt. - Nogthans moeten wy, om elk en der waarheid regt te doen, bekennen, dat alle de Fransche Dames niet zo zeer aan de Mode en het Vermaak verslaafd zyn, dat zy al het overige verwaarloozen. Frankryk heeft verscheide Vrouwen voortgebragt, in Oordeel en Geleerdheid uitschitterende, en zelfs, in deeze beuzelende Eeuw, waar in de Vrouwen meest al enkel tot vermaak en spel by elkander komen, zyn 'er te Parys gezelschappen van Dames, die, op gezette tyden, byeen vergaderen, om de verdiensten van elk nieuw uitkomend Werk van vernuft te bepaalen: gelukkig de Schryver, die haare goedkeuring wegdraagt. De Franschen zyn te beschaafd en te welleevend, om een ander oordeel te stryken, dan hunne Dames, 't zy het hun goed dan kwaad dunke.
Dewyl myne onvolmaakte pooging om de Geschiedenis der Sexe te schryven, het tegenwoordige Geslacht kan overleeven, en in een volgend geleezen worden; wanneer deeze beuzelende Mode van Vrouwlyke Opvoeding zal plaats gemaakt hebben voor eene betere, en op dat myne Leezers als dan eenig denkbeeld mogen vormen, hoe het daar mede gesteld was by het afloopen der Achttiende Eeuwe, zal ik eenige trekken opgeeven van de Opvoeding, hoedanig dezelve thans in de beschaafdste Landen van Europa gesteld is.
Onder de eerste lessen, welke eene Moeder aan haare Dogter geeft, is eene der voornaamste, het hoofd recht over einde te zetten, en eene goede houding aan te neemen: deeze wordt met het derde, of ten laatsten met het vierde, Jaar reeds ingeboezemd, en eenige volgende jaaren ingedrukt. Wanneer de Jonge Juffrouw gebreklyk haare Moedertaal heeft leeren leezen, en zomtyds eerder, wordt zy op eene Kostschool besteld, waar men haar onderwyst in het moeilykst en nutloost naalden-werk, terwyl zy van het noodigste, 't welk in de Huishouding kan te passe komen, te eenemaal onkundig blyft. Geduurende haar verblyf op de Kostschool, besteedt zy een gedeelte van haar tyd, in het leeren leezen van haar eigene Moederspraake, of de Taalen van eenige nabuurige Koningryken: maar al te dikwyls geleerd, zon- | |
| |
der behoorlyk agt te geeven op de Spraak en Letterkunst; 't schryven en rekenen neemt ook een gedeelte van den tyd; dan deeze, inzonderheid 't laatste, worden alleen aangemerkt als bykomende volmaakingen, die in 't leeven weinig te pas komen, en gevolglyk maar weinig aandagts verdienen. De meeste moeite wordt aangewend, om de Jonge Dogter dat geen te leeren, wat haar als eene Vrouw niet te stade komt, als tekenen, muzyk en danssen: deeze kunsten neemen, dewyl zy aangenaam zyn voor de leevendige jeugdige verbeelding, de Jonge Juffrouw zo zeer in, dat zy alle andere dingen verwaarloost of vergeet. Hier by voegt men het kleeden naar de Mode, de gezetheden in een gezelschap waar te neemen, en, het sinert ons dit 'er by te moeten voegen, dat men in zommige Schoolen Meesters ingevoerd heeft, om in het Kaartspel te onderwyzen: eene tyd en geldkwisting, zo geen ondeugd, die reeds maar al te veel voets onder lieden van beide de Sexen gekreegen heeft, en mogelyk, door deeze vroegtydige inwyding, nog meer velds zal winnen.
Zodanig is, over 't algemeen, de Opvoeding in de Kostschoolen der Jonge Juffrouwen: op zommige mogen eenige andere dingen, dan de reeds gemelde, onderweezen worden; doch wat men 'er ook leere, en hoe ze ook aangelegd zyn, het is maar al te waar, dat de Jonge Juffrouw by haare Ouders t'huis komt, als eene volkomene hedendaagsche wel opgevoede Juffrouw, met het hoofd vol Fransche grillen, naamen van groote Persoonadien, aanhaalingen uit Romans en Tooneelstukken: en vervuld met een sterken tegenzin van de verouderde Deugden, Spaarzaamheid, Orde en Huishoudlykheid.
Wy kunnen het oog niet slaan op het thans geschetste tafereel, zonder heimlyk te wenschen dat het min waarheids bevatte: en wy zullen 'er het gordyn niet voorschuiven, zonder, met genoegen te vermelden, dat eenige Ouders een beter plan omhelzen; en dat eenige Jonge Juffrouwen, schoon dus opgevoed, verstands genoeg gehad hebben, om het grootste gedeelte der bovengemelde grillen te verwerpen, en zulk eene kennis en zodanige deugden aan te kweeken, als de Maatschappy vercieren, en nuttig zyn voor haar zelve.
Van deezen aart, met een weinig niet veel beduidende veranderingen, is het algemeen beloop der Europische Opvoeding; eene inrigting, welke bykans geheel en al geschikt schynt om Persoonlyke bevalligheden aan te kweeken, ter- | |
| |
wyl men voor 't Verstand en Hart geen of weinig zorg draagt, en, maar al te dikwyls de weezenlyke Pligten des Huislyken' Leevens in een bespotlyk licht voorstelt, als de ouderwetse bezigheden dier dwaaze Vrouwen, welke voor eene eeuw of twee leefden, en niet wisten wat de Mode of Vermaak was. Vrouwen, deezerwyze opgevoed, mogen gezogt worden om 'er een ledig uur vermaaklyk mede te slyten; doch welk een veelvermogenden indruk haare persoonlyke bevalligheden ook op de driften mogen maaken, moeten zy, als de beuzelende Leeftyd voorby, en het geweld der hartstogten bedaard is, zeker vergeeten, zo niet met veragting aangezien worden. By den Ligtmis, en den Jonker naar de Mode, Schepzels nog veragtlyker dan zy zelve, mogen zy misschien een beter lot verwagten; doch laaten zy bedenken, hoe weinig vermaaks zy doorgaans scheppen in het gezelschap van, en de verkeering met, haare eigene Sexe, en dat Ligtmissen en Jonkertjes niet veel meer zyn dan Vrouwen in Manskleederen. Laaten ook de zodanigen, die nimmer eenige andere denkbeelden in hunnen geest koesterden, dan om Aanbidders te krygen, en vermeesteringen door haare schoonheid te maaken, bedenken, dat, wanneer Jeugd en Schoonheid niet meer zyn zullen, wanneer de zwerm van Aanbidders en Verwonderaars niet langer rondsom haar zweeft, 'er iets noodig zal weezen om dat vak te vullen, om de te onvredenheid en wanlust, daar uit gebooren, voor te komen; dat de natuurlyke bron van dat iets Vriendschap is, en dat Vriendschap niet bestaan kan, of zy moet rusten op den grondslag van Rede en Verstand.
Wanneer wy te rug zien op deeze Schets der Vrouwlyke Opvoeding, kunnen wy niet nalaaten, ons te verwonderen, dat eene Sexe, die deelgenoot is onzer natuure, en geschikt om onze Leevensgezellinnen te zyn, dus, bestendig, schandelyk verwaarloosd, of bedorven is, door 't geen men voor haar onderwys wilde doen scheep komen. - In Europa schynt haare Opvoeding alleen ingerigt, om haar te vervullen met eene zugt om verwondering te verwekken, om te beuzelen en zich te vermaaken. - Op meest alle andere plaatzen des Aardkloots gaat men nog een stap verder; en de Opvoeding dient om allen zedelyk gevoel te ontwortelen, de Ondeugd, in het gewaad van lustig vermaak vermomd, in te voeren. Nauwelyks vertoonde zich, in eenig tydperk, of onder eenig Volk, een Wetgeever, die dit stuk ten voorwerpe zyner ernstige bespiegeling stelde: en de
| |
| |
Mannen, in 't algemeen, die 'er het grootste belang by hebben, dat de Vrouwen verstandig zyn en deugdzaam, schynen, door hun gedrag ten opzigte van de Sexe, eene zamenspanning aangegaan te hebben, om haar het tegenovergestelde te maaken.
Daar dit het harde lot der Vrouwen is, behoeft het ons niet te bevreemden, dat mangel aan Letterkunde, door alle eeuwen heen, het Vrouwlyk Character merktekende; nogthans zyn 'er in alle Eeuwen, en by alle Volken, eenige Vrouwen geweest, die of door meer geests te bezitten, of door denzelven anders aan te wenden, geen gering deel verkreegen van de Geleerdheid der tyden, waar in zy leefden. Dus vondt men, onder de Grieksche Vrouwen, die in 't algemeen zeer onkundig waren, eenige uitzonderingen op dien regel. Arete, de Dogter van aristippus, onderwees haaren Zoon in de Weetenschappen en de Wysbegeerte, die te deezer oorzaake den naam droeg van Metrodidactos of Moedersonderwyzeling. Corinna, eene Thebaansche Dichteresse, streek vyf keeren den zegepalm van pindarus; en aspasia onderwees den beroemden Wysgeer pericles. Van eenige geleerde Romeinsche Vrouwen hebben wy reeds gesprooken. In Italie, waar de Dichters, weinig eeuwen geleeden, als Godheden geëerd werden, hebben verscheide Vrouwen eene vry groote hoogte in die Kunst bereikt: in onze dagen is 'er nog eene Dichteresse te Rome staatlyk met de Lauwerkroon beschonken. Frankryk, Engeland, en andere Gewesten, deelen ook in het geluk, van zich op geletterde Vrouwen en Dichteressen te mogen beroemen.
Deeze byzondere voorbeelden hebben, egter, geen invloed op de Vrouwen in 't algemeen. Een eerst vernuft, van welk eene Sexe ook, zal onvermydelyk boven het gemeen zweeven: doch het gros des Menschdoms, 't welk dezelfde aandrift niet voelt, noch het zelfde vuur, zal blyven kruipen op het oud betreeden pad. Wy wenschen van harte, dat de Vrouwlyke Opvoeding het ernstiger voorwerp mogt worden der Wetgeevende magt, dat Ouders en Voogden beter plans maakten. Wy willen dit niet verstaan hebben, als of het ons oogmerk was, dat de Vrouwen haare schoone oogen zouden verduisteren, door blokken en nagtbraaken. De Natuur schynt haar niet gevormd te hebben voor ingespannene en sterke Boekoefeningen: daarenboven, gingen zy zo verre, dat zy ons in Geleerdheid na de kroon staken, of evenaarden, dan zouden wy haar de Lauwrie- | |
| |
ren betwisten: en het behaalen derzelve zou haar berooven van veele dier bekoorelykheden, welke voor haar te dierbaarder zyn, om dat ze van ons meest geagt worden.
Wy vermeeten het ons niet een plan der Vrouwlyke Opvoeding te beraamen; alleen durven wy verzekeren, dat men, daarin, zo veel mogelyk, aan den eenen kant, Onkunde, en aan den anderen kant, Pedantery, moet vermyden. Onkunde maakt eene Vrouwlyke Medgezelle veragtlyk, Pedantery haar belachlyk; en 't valt zwaar te beslissen, welk van deeze beide het mishaaglykst is. |
|