| |
| |
| |
Proeve over den gelukkigen invloed, welken de verkeering met vrouwen op de mannen heeft.
(Overgenomen uit Dr. alexander's History of Women.)
De Vrouwen hebben, door alle eeuwen heen, Moed en Dapperheid in de Mannen op den hoogsten prys gesteld, en de Mannen hielden, in alle beschaafde Landen en tyden, Schoonheid, Kuisheid, en eene zekere onbeschryfbaare Zagtheid en Kiesheid in Persoon en Gedrag voor de treflykste uitmuntenheden der Vrouwen. - Vrouwen, in zichzelven zwak, vreesagtig, en verdeedigloos, hebben den Moed en Dapperheid der Mannen hoogstnoodig, om haar te beschermen tegen de aanvallen, die op haar, naar den lichaame of naar den geest, gedaan worden. Minnen, in tegendeel, stoutmoedig en sterk, behoeven zeer de Vrouwlyke Zagtheid, om hunnen forsen aart te leenigen, om de ruwheden, welke zy dagelyks aanneemen in hunne onderlinge verrigtingen met elkander, weg te neemen, en den invreetenden kanker der zorgen, door den heelenden balzem haarer bekoorlykheden, te stuiten.
Slaan wy het oog te rugge op de vroegste eeuwen der Oudheid, wy vinden weinig gemeenschaplyke Verkeering tusschen de beide Sexen, als mede, dat zy, in gevolge daar van min aangenaam zyn in Persoon en Zeden. In dat tydperk was geen der beiden Sexen beminnelyk of aangenaam. De Mannen vertoonden zich somber, verraadlyk en wraakzugtig, en de Vrouwen deelden, schoon in eene mindere maate, in die ongezellige ondeugden. Veele eeuwen verliepen er, eer men de Vrouwen van genoeg aangelegenheids keurde, om onze Gezellinnen te weezen in een uur tot gezelligen ommegang geschikt, of aan de Liefde geheiligd.
Beschouwen wy den tegenwoordigen toestand des Menschdoms in 't Oosten, waar jalousy, die dwingland der ziele, al de vreugd en vertroosting van gemengelde Verkeering verbannen heeft, wy zullen daar de Mannen niet alleen grimmig van aart, agterdogtig, bloode en wreed vinden; maar ontbloot van bykans alle de fynder aandoeningen, die uit Vriendschap en Liefde den oorsprong ontleenen. Daar hebben ruwheid en barbaarsheid den zetel gevestigd, en zegepraalen over 't menschlyk hart. Bezwaarlyk valt het daar de toegeevende Egtgenoot, den tederen Vader, gezellige Deugden, en tedere Gemoedsbeweegingen, aan te treffen. Alle deeze zyn doorgaans de afstammelingen van gemengde Verkeering. En schoon de Mannen, door met Mannen om te gaan, het Verstand mogen scherpen, zal het Gezelschap der Vrouwen alleen de School voor hun Hart weezen.
Wanneer uit deeze ongezellige Oorden, waar het leeven, door
| |
| |
van de Verkeering met de Vrouwen verstooken te zyn, meer dan de helft van deszelfs aangenaamheden derft ons in Europa begeeven, ontdekken wy terstond, dat de Volken, naar gelange zy meer tyds in 't gezelschap der Vrouwen slyten, ook beschaafder zyn, en, in tegendeel onbeschaafder, naar maate zy deeze kleinagten of versmaaden. De Russen, Poolen, en zelfs de Duitschers, betoonen eene mindere maate van agting voor de Vrouwen, dan eenige hunner Nabuurvolken, en steeken, in gevolge daar van, minder uit door de bevalligheid hunner Persoonen, en de tedere aandoeningen des Harten. De Spanjaarden staan als voorbeelden van wreedheid te boek, zo lang zy de voordeelen der Vrouwlyke Verkeering misten: ten deezen tyde, nu de opsluitingen, enz. by hun buiten gebruik geraakt zyn, en zy met de Vrouwen, op een gemeenzaamer voet, omgaan, hebben zy, schielyk, de heuschheid en beleefdheid hunner Nabuuren aangenomen. Zo veel vermogend, met één woord, is het gezelschap der Schoonen, om geluk en vrolykheid te verspreiden, dat zelfs de donker gefronste wenkbrauw van den diepdenkenden Engelschman ontfronst wordt, en zyn gelaad een blyder trek krygt, dewyl hy meer tyds, dan zyn Voorvaders gewoon waren, aan de opwagting der Vrouwen besteedt.
De voordeelen, ontstaande uit onze Verkeering met de Vrouwlyke Sexe, strekken hunnen invloed uit over elke Gewoonte en Bedryf des zamenleevinge. 't Is aan den gezelligen ommegang met Vrouwen, dat de Mannen elke pooging, welke zy aanwenden om te behaagen en aangenaam te zyn, moeten toeschryven: 't is aan deeze zugt om te behaagen, dat zy al hunne fraaiheid van manieren, zo wel als de zindelykheid en cieraad van Kleeding, hebben dank te weeten. De Vrouwen, uit den aart gesteld op de zagte tooneelen des Vredes, wisten niet zelden, door haare beweegredenen en tusschenspraake, de rampzalige uitwerkzels des Oorlogs te voorkomen, en bevreesd voor het verliezen hunner Egtgenooten en Bloedverwanten, begaven zy zich zomtyds tusschen twee vyandlyke Legers gereed om op elkander aan te vallen, en veranderden de gedreigde schriklyke tooneelen, van verwoesting en moord, in die van vrolykheid en vriendschap.
By onze Sexe heeft eene soort van manlyken hoogmoed plaats, welke ons belet, in 't stuk van kunde of een, het voor elkander op te geeven: doch deezen zetten wy ter zyde in onze Verkeering met de Vrouwen; eene onderwerping, die een nieuwe wending geeft aan onze denkbeelden, leert ons gehoorzaamen daar wy gewoon waren te gebieden, en te redenkavelen daar wy voorheen ons driest aanstelden. De tederheid, welke wy der Vrouwen toedraagen, leenigt de ruwheid van onzen aart, en de deugden, welke wy aanneemen, om in haare oogen behaaglyker te worden, worden ons allengskens hebbelyk eigen.
Het geluk van byzondere Persoonen, en van de Maatschappy,
| |
| |
wordt door geene zaak kragtdaadiger bevorderd, dan door bestendige poogingen om te behaagen; en deeze poogingen ontstaan grootendeels alleen uit de Verkeering met Vrouwen: want Mannen, die onderling zich toegeeven in het overtreeden van meest alle voorschriften der beschaafdheid, zien geene Vrouw onder hun verschynen of het tooneel verandert, en zy betoonen, om stryd, hunne goede hoedanigheden. - Het is door de kunst van behaagen alleen, dat de Vrouwen eenige maat van aangelegenheid of magt kunnen krygen: het is door behaagen alleen, dat zy voorwerpen van liefde en genegenheid kunnen worden: en dewyl zy daar op zo zeer gesteld zyn, zullen zy niet nalaaten alle kunstenaaryen van bekooring aan te wenden, kunstenaaryen, tot welke de Natuur haar gevormd heeft. Beminnelyk van gedaante, zagt, en inneemend van zeden, zyn ze door Natuur en Kunst gevormd, en, door haare betoverende lachjes, bekoorelyke houding en manieren, duizend onnoembaare aangenaamheden voort te brengen in de Maatschappy, die, buiten haar, smaakloos, geheel van zagte, streelende en beminnelyke gewaarwordingen, beroofd is. - Doch, om eenig vermaak volkomen te genieten, moeten wy 't zelve niet tot zatheid smaaken: overzulks wordt 'er eene meer dan gewoone maate van voorzigtigheid in eene Vrouwe gevorderd, zal zy veel in gezelschap verkeeren, en zullen wy dat ontzag, die eerbiedenisse, aan haar betoonen, 't welk wy haar gaarne willen bewyzen, worden wy zeldzaam in haar byzyn toegelaaten.
Vestigen wy het oog op Landen, waar de Vrouwen als gekerkerd opgesloten zitten, de Inwoonders draagen barbaarschheid, en woestheid van Zeden ten kenmerk: beschouwen wy die zelfde Gewesten in tydperken, wanneer de Vrouwen haare vryheid beginnen te herkr gen, wy ontdekken terstond, dat de Zeden geleenigd en verbeterd worden. Geen Land verschaft hier van een doorslaander blyk, dan het reeds met een kort woord gemeld Spaansche Ryk. De Spanjaarden hadden, voortyds, minder gemeenschaplyke Verkeering met de Schoone Sexe, dan eenig ander Volk van Europa, en lagen, in gevolge daar van, verre by allen agter in beschaafdheid en fraaiheid van Zeden: doch, zints hunne Vrouwen minder in bedwang geleefd hebben, is de vordering ten dien opzigte zo vaardig en schielyk toegegaan, dat zy, naaulyks, voor één hunner behoeven te wyken. Aan het gezelschap der Vrouwen, zyn wy de nayver om te behaagen, en anderen gelukkig te maaken, verschuldigd: en aan deezen nayver desgelyks het grootste gedeelte der fraaye Kunsten.
Wanneer wy de twee Sexen, waarin het Menschdom onderscheiden is, in overweeging neemen, blykt het middagklaar, dat de Maaker der Natuure de Magt aan de Mannen geschonken hebbe, door hun niet alleen een kloeker en rustiger Lichaamsgesteltenisse, maar ook eene Ziel, te geeven, met meer moeds en uitgestrekter vatbaarheid voorzien. Maar zyn deeze hoedanighe- | |
| |
den geheel zonder tegenwigt? Zyn de Vrouwen geheel verstooken gelaaten van iets, 't geen deeze meerderheid der Mannen kan opweegen? Hebben zy geene vermogens, door welker gebruik zy deeze schynbaare meerderheid tot eene grootere gelykheid kunnen brengen? Bezitten zy dezelve niet, dan mogen zy zich met reden beklaagen over de eenzydigheid der Natuure, en de hardheid van hun Lot. Dan laaten wy dit stuk aandagtig nagaan, en wy zullen bevinden, dat de Oorzaak van ons weezen geenzins zo partydig gehandeld hebbe: wy zullen ontdekken, dat hy ieder Sexe onderscheide hoedanigheden schonk: en dat deeze, over 't geheel, wel aangekweekt en behoorelyk gebruikt, Mannen en Vrouwen, bykans in een volmaakt evenwigt brengen; en onpartydig de vooren nadeelen des leevens onder hun verdeeld heeft. Om den opgezwollen Trots der Mannen te vernederen, zyn de Vrouwen met Schoonheid begaafd, en bezitten, nevens die Schoonheid, eene onuitspreeklyke zagtheid en overreedende kragt in woorden en daaden, welker wydstrekkenden invloed weinigen der Sexe zelve kennen, en die nog minder onder de onze wederstaan kunnen. Een vleiend woord, een treffende lonk, een enkele glimplach, overwon een alexander, bragt een cesar te onder, en besliste het Lot van Keizer- en Koningryken. Dus behoedde de tusschenkomst der Moeder van coriolands de Stad Rome van een over 't hoofd hangend verderf, en bragt in één uur eene gelukkige omwenteling te wege, dien de Raad en het Volk beide zich niet durfden belooven. Deeze magt der Vrouwen, om de sterker Sexe naar haaren wil
te buigen, wordt ongetwyfeld zeer vermeerderd als zy Jeugd en Schoonheid op haare zyde hebben; doch met het gemis daar van gaat dezelve niet te eenemaal verlooren: het laatst bygebragte voorbeeld is hier van een onwraakbaar bewys.
Een treffend blyk van den veelvermogen en invloed der Vrouwen, vinden wy in de Egtgenoote van pythius, een Vorst van Lydia, die, bovenmaate wreed en geldgierig, het grootste gedeelte zyner Onderzaaten geduurig bezig hieldt met in de Goudmynen te arbeiden, derwyze, dat hun geen tyd tot den Landbouw overschoot, zo dat zy gevaar liepen van door hongersnood te zullen omkomen. Door deeze dwinglandy geweldig gedrukt, namen zy, den Vorst niet ten Hove zynde, de gelegenheid waar, om, in grooten getale, met natbekreeten oogen, hunne klagten uit te storten by de Koningin, die, met hun deerlyk lot begaan, naa veel overleggens hoe zy daar aan verligting zou toebrengen, den volgenden vond bedagt. By de wederkomst des Konings, liet zy hem een zeer heerlyk gastmaal toebereiden; doch, by het ontdekken der schotelen, ontdekte hy, dat geen derzelve iets anders dan Goud bevatte. Hy bemerkte terstond zyn misslag, en, getroffen door de eigenaartigheid der wyze waar door zyne Egtgenoote, hem de oogen geopend, zyne dwaasheid getoond, en ten vollen overtuigd hadt, dat Goud zyn Honger niet kon stillen, of zyne Onderdaanen voor Hongersnood bewaaren, liet hy terstond
| |
| |
een bevel uitgaan, dat, in 't vervolg, niet meer dan een vyfde gedeelte in de Goud-mynen zou werken, en de overige vier gedeelten zich op den Landbouw, en andere nutte Kunsten, zouden toeleggen.
Gereed en gemaklyk zou het vallen eene menigte van voorbeelden, zo uit de Oude als uit de Hedendaagsche Geschiedenis, op te haalen van het vermeesterend vermogen, 't geen Vrouwen op de aandoenlyke harten der Mannen gehad hebben. De Keizerin livia mag hier vry de eerste in aanmerking komen: zo veel vermogt zy op augustus, dat hy haar nauwlyks eenig ding kon weigeren. Veele Vrouwen in Rome wilden gaarne weeten, welke middelen zy bezigde om dit te bewerken; eene deezer waagde het te vraagen, en kreeg ten antwoord: Door alle zyne Bevelen te gehoorzaamen; door zyne geheimen niet na te vorschen; en myne kennis aan zyne minnehandelingen te ontveinzen. - Hendrik de IV, Koning van Frankryk, een der grootste en beminnelykste Vorsten, levert een optekenenswaardig voorbeeld op van de magt, die Vrouwen, door zagtheid, op de Mannen kunnen bekomen. Teder en medelydend van aart, kon hy bezwaarlyk iets weigeren, aan zagtheid, aan smeeken, aan traanen; doch tevens jalours op zyn eer en magt, bewilligde hy noode in iets hem op eenige andere wyze afgeperst. Hier door werd hy steeds van zyne Matressen geregeerd, en hadt geschil met zyne Vrouwen. De Salische Wet sluit de Vrouwen uit van de Throonopvolging in Frankryk; doch de Fransche Vrouwen hebben zich over dien hoon dubbel gewrooken; door het zo te beschikken dat zy bykans elken Monarch beheerschen, hebben zy bestendig dat Ryk geregeerd, van welks bestuur de Wet haar zo sterk geweerd heeft. |
|